Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Onderzoeksmethodologie: literatuur €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Onderzoeksmethodologie: literatuur

 80 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een samenvatting van hoofdstukken 1 t/m 12, Hoofdstuk 14 en hoofdstuk 15 uit het boek van Mayurama & Ryan. Hierin is ook een artikel samengevat van Shadish, Cook en Campbell, een artikel van de Groot en een artikel van Verschuren en Doorenwaard. Gesimpflificeerde samenvatting van 45 pagina's, wa...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 4 sur 45  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 12, hoofdstuk 14 en hoofdstuk 15
  • 25 décembre 2021
  • 17 janvier 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Mayurama & Ryan: Research Methods in Social Relations

Chapter 1: Ways of Thinking and Knowing

Onderzoek in het dagelijks leven
Ontwikkeld omdat ze parallel staan aan alles wat we in het dagelijks leven doen.
 Zelfs wanneer we niets over wetenschap of onderzoek weten, zijn we constant bezig met
verklaringen vinden waarom iets gebeurt en hoe dingen werken (hypothesen stellen).
 We willen zien of dingen gebeuren wanneer we ze verwachten (geloofwaardigheid testen).
 Helpt ons om de wereld te begrijpen en in sommige gevallen te manipuleren.
o Je wil afvallen en gaat op zoek naar een plan, wanneer het niet werkt, stel je het plan bij.
Zo doen onderzoekers dit ook!

Sociale wetenschappers geloven dat er simpele wetten zijn die gedrag voorspellen en uitleggen.
Wetten ontstaan door verzamelen en analyseren van data à empirische onderzoeken identificeren die
wetten en hoe ze opereren.

Ontstaansgeschiedenis van wetenschappelijk onderzoek
1. Metafysica: niet toetsbaar aan de werkelijkheid
o Werd vooral gebruikt door filosofen zoals Plato
o Voorbeeld: Hoeveel engelen kunnen dansen op de punt van een naald?

2. Pre-positivisme: Voornamelijk beschrijven (doel is observeren en begrijpen).

3. Positivisme: Wetenschappers gingen van beschrijven naar een actieve aanpak om
uitkomsten te veranderen. Nadruk op voorspellen en ingrijpen (i.t.t. beschrijven).
o Streven naar causale wetten
o ‘Alle kennis dient empirisch gefundeerd te zijn’.
 Je uitspraken zijn gebaseerd op gegevens die je verzamelt à Kennis enkel verwerven
door het correct toepassen van de wetenschappelijke methode.
o ‘De sociale wereld kan niet als natuurlijke wereld bestudeerd worden’.
o Positivisten willen onafhankelijkheid zien tussen onderzoeker en deelnemer,
o Opkomst constructivisme à had kritiek: Je neemt dit serieus; we kunnen de wereld
onderzoeken zoals natuurwetenschappen, maar erkennen waarde van onderzoekers.

4. Post-positivisme: Wetenschap veranderde om meerdere theorieën te bekijken in één
situatie. Hierbij werden de oude theorieën vervangen of uitdagender gemaakt.
o Hypothesen, achtergrondkennis en waarden van de onderzoeken zijn van invloed op wat
is geobserveerd à weerlegt onafhankelijkheid tussen onderzoeker en deelnemer.
o Streven objectiviteit na door mogelijke effecten van bias te herkennen
o Zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden voor hogere betrouwbaarheid.

Causale wetten
Verklaren en voorspellen gebeurtenissen en ontwikkelen interventies om verandering te creëren en
uitkomsten te manipuleren. Post-positivisme wordt ook wel constructivisme of interpretisme genoemd.

4. Constructivisme (volgde positivisme op)
o Perspectief deelnemer centraal: Algemene wetten binnen menselijk perspectief kan niet!
o Vinden streven naar causale wetten misleidend en onsuccesvol.
o ‘Nadruk op voorspellen en controle beperkt de wetenschap.’
o Kennis tot stand door actieve constructies, ipv passieve representatie van werkelijkheid.
 Kritiek positivisme:
o Determinisme, miskent vrije wil en alternatieve realiteit.
o Reductionisme, simplificeert te veel à mensen hebben rijke ervaringen en worden
vervolgens maar een getalletje in een grote data matrix.
o Egocentrisch, onderzoeker gaat uit van zichzelf à onderzoeker heeft ideeën, dit
beïnvloedt het onderzoek.
o Ontmenselijkt.


1

, o Opdringerig en onnauwkeurig à niet duidelijk over de impact van het onderzoek op de
participanten en hun setting.
RMSR (research methods in social relations)
Loopt constant tegen problemen aan en worden beschouwd als tekortkomingen in onderzoek.
 Delen van verantwoordelijkheid en controle in onderzoeksprocessen door actie onderzoek.
 Het herkennen van de waarden van de onderzoeker
 Het respecteren van de deelnemers en
 Belang onderzoeken van situationele factoren van diverse perspectieven die in iedere setting
bestaan, of toepasbaarheid van onderzoeksbevindingen in echte wereld, en impact van
onderzoekers op hun participanten.

Mixed methods
Meer verschillende manieren van onderzoek doen helpen om accuratere voorspellingen te maken. We
mogen er niet vanuit gaan dat een onderzoeker zich op een enkele manier oriënteert, want positivisme
en post-positivisme nog steeds de basis in het onderzoek!

Verschillende soorten wetenchap

Natuurwetenschappen (natuurkunde, scheikunde)
Gelijk aan sociale wetenschappen, alleen onderzoeksobject is verschillend  levenloze objecten

Sociale en gedragswetenschappen (antropologie, psychologie, sociologie, economie).
Onderzoeken mensen en hun gedrag.
o Deelnemers dwingen onderzoekers rekening te houden met sociale en ethische waarden.
o Staat gelijk aan informele observatie om te begrijpen hoe mensen zich gedragen ten
opzichte van elkaar.

Naïeve psychologie à Hoe de sociale wetenschap verschilt van informele observatie, waar
opzettelijk wordt gezocht naar bronnen van bias of invaliditeit.

Waarden in sociaalwetenschappelijk onderzoek
Mogelijk om geheel objectief onderzoek te doen? Controversieel, onderzoekers hebben waarden.
 Rind et al (1998) onderzochten dat slachtoffers van seksueel misbruik uit hun jeugd, geen last
hebben van lange termijn schade. Conclusie gaat tegen waarden in van hoe mensen
aankijken tegen seksueel misbruik  Onderzoek kreeg veel negatieve aandacht.
o Het is enerzijds belangrijk om te weten wat de effecten zijn van seksueel misbruik,
o Maar als onderzoeksresultaten niet overeenkomen met wat we denken, mogen we
sceptisch zijn over de bevindingen.

Covariation principe
Onderzoekers worden vereenzelvigd met het onderzoek dat zij doen. De resultaten zet de
onderzoeker in een verkeerd daglicht! Zoals Rind et al.

Bedreigingen in validiteit à zijn variabelen ongepast geoperationaliseerd? Was de data correct
ingevoerd? Zijn de analyses goed geïnterpreteerd? Zijn er juiste voorspellingen gemaakt? Enz.
 Onderzoekers die verrast zijn door de uitkomsten, gaan deze in detail onderzoeken en
eventueel het onderzoek repliceren met verschillende manieren van onderzoek doen.
à Keerzijde: wanneer onderzoek wordt gedaan naar verschil tussen fysieke objecten, is generaliseren
niet erg. Een stoel heeft poten en een ligstoel knoppen. Maar is dit ook ethisch wanneer vergelijkingen
worden gemaakt tussen twee rassen?
 Bijv: Een Aidsonderzoek is gecanceled, omdat het onethisch bleek om tieners te bevragen
naar hun seksuele ervaringen. Hierdoor is mogelijk minder bekend geworden over de ziekte.

Sociaalwetenschappelijk onderzoek en hoe mensen dit zien:
 Mensen zullen zeggen dat de onderzoeksinstrumenten gewoontjes ogen: wij observeren in
het dagelijks leven ook, stellen ook vragen en luisteren ook!
 Gaat vaak over onderwerpen die serieus zijn, veel waarde aan wordt gehecht, politieke lading
hebben à daarom moeilijk om mensen te overtuigen van onderzoeksbevindingen.
o Bijvoorbeeld: uit onderzoek is gebleken dat kinderen zich beter ontwikkelen, wanneer
moeders niet werken. Probeer dat een werkende moeder maar eens wijs te maken!

2

, Informele observatie
Het gedrag van anderen observeren is handig om eigen gedrag te plannen om doelen te bereiken.

Construct
Een abstract concept dat we willen meten (liefde, intelligentie, agressie, zelfbeeld, succes). Hoewel
deze dingen echt bestaan en ons leven beïnvloeden, zijn het geen fysieke objecten. We kunnen dit
dus alleen indirect en imperfect meten met een:

Operationele definitie
De set aan procedures die we gebruiken om te meten of manipuleren: een score op iemands IQ test.

Een hypothese
Naïef of niet, een falsificeerbare stelling of associatie (wel of niet causaal) tussen twee of meer
constructen dat te maken heeft met menselijk gedrag.
 Wanneer een hypothese causale associaties heeft, wordt het ene construct geïdentificeerd als
oorzaak en de ander als effect.

Een theorie
Set gerelateerde hypothesen die gebruikt worden om een fenomenen (liefde, intelligentie) te
verklaren. Met voorspellingen over relaties tussen deze constructen, relevant voor fenomeen
(opeenvolgende set aan hypothesen, vormt een kleine theorie in de vorm van een syllogisme).
 Werkeloosheid lijdt tot persoonlijke depressie
 Depressie is vaak een oorzaak van een echtscheiding
 Daardoor: verhoogde werkeloosheid in gemeenschap is gerelateerd aan een hoger
percentage scheidingen.

à Mensen willen van nature altijd zoeken naar verklaringen, daarom zijn er verschillende bronnen voor
naïeve hypothesen onderliggend bij informele observatie.

Naïeve hypothesen à vijf soorten bewijs om de geschiktheid van verklaringen uit te leggen:

1. Logische analyse: komt neer op eerdere syllogisme. Als iets logisch klinkt, dan zal dat vast
de oorzaak zijn!
o Maar: mensen hebben het vaak mis door middel van logisch redeneren.

2. Advies van autoriteiten of experts: richten op experts om na te vragen of hypothesen uit
onze informele observatie kloppen.
o Maar: is het redelijk om te verwachten dat de expert alwetend is? Zij kunnen bijv. expert
zijn in het ene, maar niet in het andere. Zij kunnen ook persoonlijke belangen hebben om
bepaald advies te geven.

3. Consensus van peers: juist advies willen van je peergroep.
o Maar: vaak inadequate vorm van advies, omdat peers vaak zeggen wat je wil horen.

4. Observatie: Om te kijken of onze naïeve hypotheses correct zijn, vergelijken we onszelf
constant met anderen. Wanneer onze hypothesen niet overeenkomen met wat we zien,
passen we deze constant aan of verwerpen we deze.
o Maar: de hypothese en constructen kan voor iedereen iets anders betekenen.
Bijvoorbeeld: Sommige mensen hebben twee vrienden en vinden dat de definitie van
vriendschap, terwijl anderen tien vrienden hebben en dit nog niet genoeg vinden.
o Zeggen dat een construct veroorzaakt wordt door een andere kan moeilijk zijn.
Bijvoorbeeld: “Mensen die getrouwd zijn, zijn gelukkiger.” Is dit een realistisch beeld? Of
kan het ook zo zijn dat gelukkige mensen vaker getrouwd zijn?
o Ook: we observeren maar een kleine selectieve groep. Wie weet komt onze hypothese
niet overeen in de groep die we observeren, maar wel in een andere groep
o We zijn biased in het besluiten welke observaties relevant zijn. We negeren situaties die
niet bij ons passen. “We see what we are prepared to see.”



3

, 5. Eerdere ervaringen die onze gedachtegang beïnvloeden: hoewel dit logisch is, kan het
dezelfde gevaren met zich meebrengen als bij observatie en meer.
o Het geheugen is niet feilloos, we slaan gebeurtenissen selectief op.
Al deze naïeve hypothesen, helpen ons om onderzoek te ontwikkelen!

Empirisch onderzoek
Verzameling aan informatie door observatie en andere methoden, die methodisch is verzameld om
bias te voorkomen.

Operationisme
Ieder te onderzoeken construct moet observeerbare gedragingen hebben die het construct weergeven
en die gemeten kunnen worden (bijvoorbeeld: agressie à slaan, schelden).
o Maar: deze worden altijd imperfect gemeten!

Wetenschappers kunnen nooit een hypothese als correct of accuraat accepteren. Omdat deze
consistent kan zijn met andere hypotheses. Zij kunnen de hypothese daarom nooit bewijzen op
basis van empirisch onderzoek. Ook dit onderzoek kan biased zijn!
 Wel: ‘consistent zijn met’ of ‘de hypothese wordt ondersteund’.

Een goede hypothese
 Is meerdere keren ondersteund  Replicatie: wanneer herhaald onderzoek dezelfde
verklaringen geeft, wordt hypothese ondersteund.
 Overleeft meerdere pogingen deze te falsificeren
 Is geobserveerd door verschillende wetenschappers in verschillende settingen
 Als er concurrerende hypothesen zijn: spaarzaamheid en simpel  hoe minder complex een
hypothese is met zijn bevindingen, hoe beter.
 Is vaker peer reviewed (beoordeeld door andere onderzoekers).

Artikel de Groot: Methodologie – de Empirische cyclus

Doelen wetenschappelijk onderzoek volgens de Groot:
 Kennis verwerven 
 Systematisch beschrijven, ordenen, registreren, begrijpen en verklaren van
ervaringsprocessen 
 Nieuwe verschijnselen voorspellen 
 Met deze voorspelling de kwestie kunnen beheersen/beïnvloeden.

Kenmerken wetenschapper: ‘Streven naar waarheid’ is kenmerkend voor de wetenschap
 De onderzoeker is kritisch en neemt niet snel iets aan voor waar.
 Streeft naar grotere zekerheden dan in dagelijks leven gebruikelijk is.
 Zoekt systematisch naar waarheden en zekerheid.
“Als ik iets weet, kan ik iets voorspellen. Kan ik niet voorspellen, weet ik niets.”

Theorieën
Functie van een theorie is hele gebieden van verschijnselen meenemen. Op basis van feitelijk
beschrijven, ordenen, registreren, begrijpen en verklaren. Geeft verdere inzichten, samenhang tussen
constructen. Zodat juiste voorspellingen kunnen worden gedaan.

Problemen in de wetenschap: Streven naar algemeenheid van kennis. Het ene onderwerp is het
waard om verder uit te bouwen, maar niet alles is interessant.
 Wat is theoretisch belangrijk om te beschrijven en onderzoeken? Heeft ook betrekking op hoe
de onderzoeksvraag is gesteld.
 Praktisch maatschappelijk belang: in hoeverre zijn situaties toepasbaar in de praktijk?

Normen in de wetenschap: onderzoek heeft spelregels, logica en is normatief. Men moeten zich
hieraan houden. Er zijn methoden en technieken om onderzoek te doen!
 Ongeschreven regels: via vruchtbare uitwisseling van jarenlange kritiek zijn regels
ontwikkeld. Een wetenschappelijke houding omvat meer dan regels en logica. Maar is een
systeem van impliciete normen met bijbehorende methoden (bijv: geen resultaten vervalsen).


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joannasmeele. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter