Nederlands - Samenvatting
HOOFDSTUK 1 : NEDERLANDS BINNEN DE BACHELOROPLEIDING
Zie pagina 10 – 11
HOOFDSTUK 2 : MONDELINGE TAALVAARDIGHEID
Zie pagina 12 – 13
HOOFDSTUK 3 : SCHRIFTELIJKE TAALVAARDIGHEID
Zie pagina 14 – 15
HOOFDSTUK 4 : HET TAALPORTFOLIO
Zie pagina 16 – 20 + taalportfolio
HOOFDSTUK 5 : KENNIS VAN HET NEDERLANDS – COMMUNICATIE
1. Het communicatieschema
2. Interculturele gespreksvoering (Hoffman 1998)
2.1 Motivering … om misverstanden uit de weg te ruimen
We leven in een zeer diverse samenleving. Veel misterverstanden kunnen vermeden worden
door de blik ruimer open te stellen voor ieders persoon en taal
Wie zich specialiseert in communicatie, concentreert zich op slagen ervan bij een perfecte
situatie komt de boodschap over zoals die bedoeld werd
o Vaak kan dit ideaal niet gerealiseerd worden, dit heeft dan te maken met de
verschillen tussen de dragers van de boodschap
o Wie aandacht geeft aan de gelijkenissen in plaats van de verschillen interculturele
gespreksvoering
o Misverstanden komen zeer vaak voor, zeker bij mensen die veel van elkaar
verschillen
1
,2.2 Hoe ga je om met verschillen en misverstanden
Je kan misverstanden vanuit een culturele bril bekijken en verklaren
o Bv. West-Vlamingen zijn koppig, Fransen zijn slordig
Je kan een poging doen om misverstanden vanuit communicatieoogpunt te bekijken
o Stortingen hebben te maken met beelden die gesprekspartners over elkaar hebben
2.3 Het TOPOI-mode als sleutel voor het verklaren van communicatiestoornissen
Het TOPOI-model gaat er vanuit dat iedereen deel uitmaakt van verschillende sociale
groepen met elk een eigen cultuur (etniciteit of nationaliteit)
Culturen hebben een invloed op verschillende vlakken van de communicatie. Culturele
verschillen kunnen bij ieder contact met andere naar voor komen
Edwin Hoffman elke communicatie is intercultureel
Dit model is gebaseerd op een aantal principes
o Gesprekpartners zijn altijd zowel
zender als ontvanger
o Gesprekspartners hebben elk een
Taal
aandeel in de communicatie
Ord
o Ze beïnvloeden elkaar wederzijds
Inze
en gelijktijdig enin
t
o Ze nemen continue deel aan de
topoi g
dialoog
o Ze voelden de invloed van hun
eigen communicatie/gedrag Pers
Org
o wanneer je de verschillende pec
elementen van het model anis
tiev
analyseert, kom je meestal wel tot atie
inzicht om uit de blokkerende en
situatie van een conflict te raken
2.3.1 Taal
Communicatie verloopt verbaal en non-verbaal
2.3.2 Ordening
Inhoudsniveau van de communicatie
Vanuit welke invalshoek spreekt iemand (referentiekader)
o Elk gesprek is er een mogelijk basis die verschilt, maar ook gemeenschappelijk
o Terugblikken op het volledige perspectief, bepaald door voorafgaande
gebeurtenissen
2.3.3 Perspectieven
Interpersoonlijke en sociale betrekkingsniveau in de communicatie
Je kan je afvragen hoe je jezelf ziet, de ander en de onderlinge relatie. Hoe ver speelt het
‘men-denken’ een rol
2.3.4 Organisatie
2
, De organisatorische context van communicatie
Waar een gesprek plaats vindt, hoeveel tijd, aanwezigheid van regels
2.3.5 inzet
Welke betrokkenheid je tot het gesprek voelt, wat er voor jou van afhangt
Het rond de pot draaien bij iets vragen aan je ouders
2.4 toepassingen
Zie pagina 29-31
3
, HOOFDSTUK 6 : KENNIS VAN HET NEDERLANDS : WOORDLEER
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
DEFENITIE
o Woord dat zelfstandig staat. (Meestal met een lidwoord ervoor.)
o Deze woorden hebben meestal een enkelvoud en een meervoud
(‘)s – shampoos, baby’s
(e)n – mensen, zieken
Eren – kinderen, eieren
o Van sommigen kan een genitief (bezitsvorm) gevormd worden
(‘)s – Jeroms zusje, papa’s auto, Jonas’ computer
o De meeste kan je verkleinen
Je, pje, tje,
SOORTEN
SOORTNAAM OF EIGENNAAM
o Soortnaam: verwijst naar een bepaalde soort
Bv. Het nieuws, een auto, de computer
o Eigennaam: verwijst naar een persoon of iets uniek (met hoofdletter)
Bv. Jerom, Roeselare, Gasthuisstraat
CONCRETE OF ABSTRACTE ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN
o Concrete zelfstandige naamwoorden: duiden tastbare of waarneembare zelfstandigheden
aan
Bv. dochter, schommelrekening, cadeautip, Roeselare
o Abstracte zelfstandige naamwoorden: niet tastbaar of waarneembaar
Bv. maart, renaissance, juli
SAMENSTELLINGEN OF AFLEIDINGEN
o Samenstellingen: de grondwoorden als zelfstandig woord.
Bv. schommel-rekening, ander-maal, zieken-huis,
- Soms verbindt een tussenklank de verschillende grondwoorden (dorpsgek, pannenkoek)
o Afleidingen: woorden waarbij niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen
Bv. be-wonderen, zus-je
GENUS
o Een zelfstandig naamwoord heeft een woordgeslacht
- Mannelijk of vrouwelijk
Bv. de zus – zij is geboren, de tip – hij is handig
- Het woorden zijn onzijdig
Bv. het nieuws – ik heb het gelezen
4