Diversiteit
Hoofdstuk 1. Theoretische beschouwing
1.1 Algemene theorie
1.1.1 Cultuur
Wat is cultuur? “Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen,
ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op
generatie worden overgeleverd” (van Oudenhoven 2012)
Cultuur visies
essentialistisch (Hofstede)
o cultuur is als een ding, met laagjes, de kern is hoe iemand echt is
o outsiderperspectief: hoe kijk ik vanuit de buitenkant naar een cultuur
o hoe kan ik cultuur begrijpen
o risico: wij-zij denken
contextualistisch
o cultuur is zoals je zuurstof of je water
o je beseft hoe erg cultuur je beïnvloedt vanaf het moment dat je uit je eigen cultuur
gaat en erop terugkijkt
o insiderperspectief: hoe ervaar ik cultuur van binnenuit
constructivistisch
o je eigen cultuur wordt je referentiekader
o dingen van je eigen cultuur zijn erg herkenbaar
o vb: een Belg tegenkomen op vakantie
gebruik en misbruik
o je mag cultuur niet als oorzaak van ander gedrag beschouwen
o ‘de cultuur’ bestaat niet
o wie bepaalt de norm van wat wel of niet normaal is
Cultuur belangrijk voor psychologisch consulent
transculturele dialoog
het woord ‘cultureel’ vermijden te zeggen
goede omgangsvormen
1.1.2 Sociaal Kapitaal (Bourdieu en Putnam)
Formele en informele netwerken, normen en sociaal vertrouwen
Wat heb ik aan netwerk en wat kan ik daar van kapitaal uithalen?
o netwerk: personen waarvan je steun ervaart zoals familie, vrienden, …
o Bourdieu kijkt vanuit het individu
o Putnam voegt er normen en sociaal vertrouwen aan toe
netwerken zijn steunfiguren
het is een hulpmiddel om je doel te bereiken en kansen te vergroten
netwerken zijn veranderlijk
1
, wederkerigheidsprincipe: jij doet iets voor mij en ik doe iets voor jou
risicofactor: politiek klimaat
sociaal kapitaal draagt bij aan een hogere levenskwaliteit en maatschappijbetrokkenheid
Onderscheid soorten kapitaal (Bourdieu)
economisch: geld, SES
cultureel: opleiding, kennis
sociaal: hulpbronnen en steunfiguren
symbolisch: wat je draagt, welke gsm je hebt
linguïstisch: taal van de plek waar je woont beheersen
habitus: je goed voelen op je plaats
o geschreven en ongeschreven regels
o vb: wanneer je je geen laptop kan aanschaffen of je spreekt geen Nederlands dan
voel je je niet veilig of op je plek in de aula
doxa: algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend
o nooit geschreven regels, enkel ongeschreven regels
o vb: enkel de keeper mag de bal aanraken, dat weet iedereen
o vb: iemand bijten tijdens de match mag niet maar stond niet in de regels, is een
algemene overtuiging
Sociaal kapitaal (zelfstudie)
Waarom werkt het wel (Nan Lin)?
o 1. Waarden: dit zijn de morele normen die gevers motiveren om uit altruïstische
overwegingen te schenken en steun te bieden
vb: geschenken van ouders aan kinderen
o 2. Begrensde solidariteit: men is bij bepaalde problemen solidair met leden van de
eigen etnische of religieuze groep
vb: inzamelacties wanneer een lid van de gemeenschap door ernstige
tegenslag is getroffen
o 3. Wederkerigheid: men geeft ondersteuning omdat men op termijn iets evenredigs
terug verwacht
vb: diensten aan collega’s
opmerking: tegenprestatie kan anders zijn dan jouw gift, geen tijdstip
o 4. Afdwingbaar vertrouwen: men doneert of helpt anderen in de verwachting er zelf
beter van te worden
vb: een bankier geeft een lening aan een lid van hetzelfde gemeenschap
zonder dat deze een onderpand heeft
opmerking: idem als hierboven + meer anoniem + personen behoren tot
dezelfde gemeenschap
Waarom werk het juist niet (Engbersen - artikel online)?
o twee schaduweffecten (Ne2Kno)
o 1. Groepen waarvan de leden nauwe banden met elkaar onderhouden zijn beter in
staat een juiste naleving van regels af te dwingen dan zwakke groepen
kunnen outsiders buitensluiten en discrimineren
2
, o 2. Sociaal kapitaal voor arme huishoudens fungeert vooral als ‘overlevingskapitaal’
om rond te kunnen komen
geen uitzicht op sociale stijging
conclusie
o 1. Onderlinge hulppatronen doen zich vooral voor tussen ‘ons’ soort mensen,
buitenstaanders worden hiervan buitengesloten
o 2. Hoewel sociaal kapitaal een belangrijke pasmunt is voor kwetsbare groepen, is het
onjuist om deze kapitaalsvorm te veel te romantiseren, het sociale netwerk waarin
arme huishoudens leven is beperkt
tip: als sociaal kapitaal mensen vooruit wil helpen, dienen bruggen geslagen te worden naar
mensen buiten de eigen sociale groep
Door migratie vaak vermindering van sociaal kapitaal = ‘ontworteling’
Investeren in het opbouwen van nieuw kapitaal (belangrijk)
bonding: je verbroedert met een homogenen groep (van dezelfde gemeenschap)
o vb: naar een studentenvereniging gaan
bridging: bruggen bouwen naar anderen groepen (andere gemeenschappen)
o vb: alle mama’s worden uitgenodigd op de kleuterschool om koffie te drinken
linken: met mensen die hogerop de ladder staan
o vb: Mohammed linkt met iemand hogerop de sociale ladder en krijgt zo een
jobaanbod
Sociaal kapitaal belangrijk voor psychologisch consulent
aandacht voor ontwikkelen of vergroten van sociaal kapitaal van de cliënt om werkeloosheid
en armoede te bestrijden
1.2 Ontstaan van diverse samenleving
1.2.1 Wat is migratie?
Wat is migratie? “Het permanent verwisselen van vaste verblijfplaats van individuen en/of groepen
binnen een groter geografisch gebied dan de geboortestreek” (Jessurun 2010)
Heeft altijd bestaan: overlevingsstrategie (casus examen)
vrijwillig: ik besluit om te verhuizen naar …, geen druk, eigen keuze
semivrijwillig: bij gebrek aan toekomst, onvrede met de bestaande situatie, eigen keuze
onvrijwillig: je wordt gedwongen om je land te verlaten, je vreest voor je leven of vrijheid
Migrant of vluchteling
vluchteling: is een asielzoeker, onvrijwillig, ontvluchtte zijn land voor vrees dmv ras, religie, …
migrant: verlaat zijn land voor een beter leven, voor vrienden, liefde, studeren, … kunnen
altijd veilig terugkeren naar hun land
1.2.2 Migratie naar België
Geschiedenis ‘je moet het verleden kennen om het heden te begrijpen’ Carl Sagan
3
, Gastarbeiders
voor WO 1 interbellum na WO 2: toename van andere nationaliteiten
o mijnwerkers van uit het buitenland
jaren 60 met blijvende economische groei
o 1964: tewerkstellingsakkoord met Marokko en Turkije (tijdelijke migratie)
oliecrisis in 1973
o werving van arbeidsmigranten stopgezet door Belgische regering
arbeidsmigranten vestigden zich in hun gastland, ipv terug te gaan
o twee vormen van volgmigratie
o gezinshereniging: vrouwen en kinderen kwamen ook
o gezinsvorming: mannen vonden een familie in hun gastland
arbeidsmigranten evolueren tot etnische minderheden
tijdelijkheidsgedachte
Dekolonisering van Belgisch Congo
veel terugkerende Belgen
maar een beperkte groep Congolezen/Rwandezen/Burundezen keerden naar België
Eind jaren ’80 - begin jaren ‘90
1989 val Berlijnse muur
1992 Europese Unie en Verdrag van Schengen
o vrije, interne Europese markt
o toename van Europese migranten
Globalisering (geschiedenis)
Golfoorlog: oorlog Irak en Koeweit, VS grijpt in vanwege belang van oliën
Joegoslavië: oorlog vanwege geloof
2001: Twin Towers, moslim werd vijand
Globalisering (effect op migratie)
interconnectiviteit: je kan altijd contact houden met iedereen, hoe ver je ook bent
transnationaliteit: en Turks, en Vlaams, en Frans, … zijn
transmigratie: over verschillende landen heen migreren (eerst daar, dan daar en nu hier)
21e eeuw: nieuwe ontwikkelingen
Tot welke generatie terug heb je roots in migratie?
nieuwe gastarbeiders: Poolse werkmannen
financiële crisis van 2008: hoogopgeleiden migreerden naar hier (hebben veel sociaal
kapitaal)
migratie-crisis 2015 (of opvangcrisis (?))
Besluit: 21e eeuw
migratie is complexer en diverser
andere patronen
o 11% van de bevolking heeft een niet-Belgisch paspoort
o 19% heeft migratie achtergrond
vb: minority - majority cities
vreemdeling vs immigrant (Wanneer ben je echt Belg?)
4