Mensenrechten
Les 1
I. Begrip, kenmerken en soorten mensenrechten
Mensenrechten = 18de eeuwse uitvinding
Mensenrechten = een geheel van inherente en universele rechten die tot doel hebben de
voorwaarden te creëren en te blijven garanderen opdat personen ongeacht hun geslacht,
nationaliteit, kleur, religie, taal, etnische afkomst en economische achtergrond, of enige andere
status, op vrije en (mens) waardige wijze kunnen functioneren
- Elke persoon met gelijk welke status beschikt over mensenrechten
- Overkoepelende term voor bv. :
o Mensenrechten vs. Grondrechten/ fundamentele rechten/ rechten en vrijheden
o Mensenrechten vs. Rechten van burgers
o Mensenrechten vs. Volkenrechten
2 theorieën:
1) Vrijheidstheorie – common law landen
= individu moet vrij zijn van willekeurige inmenging vanwege de staat
2) Rechtengebaseerdetheorie
= personen hebben inherente rechten, de staat moet die respecteren
Kritiek op mensenrechten
- Westers concept dat we opdringen aan Azië, Afrika
Is dat zo?
- Mensenrechten: moderne (na WOII): gedeeltelijk
- Uit Afrikaanse, Arabische, Aziatische hoek: elites die ook belangen te verdedigen hebben
mensenrechten
UVRM
- Westerse stempel kan je niet ontkennen
o Elites vs gewone bevolking
- Mensenrechten traditie
Kenmerken van mensenrechten
1) Inherent
- Eigen aan de mens of het mens zijn
- Voor iedereen aanwezig
- Bestaan kan slechts worden erken/ bevestigd
- Onvervreemdbaar
- Mensenrechten kunnen enkel in bepaalde omstandigheden worden beperkt
2) Gelijkheid
- Voor alle mensen op gelijke wijze gegarandeerd (ongeacht ras, kleur,…)
- Verhindert niet dat bepaalde mensen/ groepen specifieke rechten toekomen
1
, 3) Universeel
- Logische gevolg van inherente karakter
- Overal en te allen tijde
DISCUSSIEPUNTEN
1) Proliferatie van mensenrechten
= inflatie van mensenrechten
- Solidariteitsrechten
- Uitbreiding mensenrechten/ te ruime interpretatie => risico van verzwakking van reeds
bestaande mensenrechten
- Democratisch tekort neemt toe
- Mensenrechten komen vaker met elkaar in botsing
2) Dierenrechten
Bv. persoonsstatus (apen en paarden) => elk dierenrecht in combinatie met plicht van de mens om
dat recht te verzekeren
3) Rechten van de natuur/ bepaalde ecosystemen
II. historiek van de mensenrechten
Grondslagen voor de mensenrechten:
- Mensenrechten: enige universeel erkende waardensysteem
o Toekenning van rechten wordt geactiveerd, geëmancipeerd en empowered
Oorsprong: wereldgodsdiensten en filosofische stromingen
- Geen specifiek Europees systeem
- Geschiedenis niet lineair
1) Religieuze basis:
De verschillende waarden die gemeenschappelijk zijn aan de wereldgodsdiensten (waardigheid,
gelijkheid, heilig karakter leven, vrijheid,..) vormen een basis voor de ontwikkeling van de
mensenrechten
! de verplichtingen die uit de morele regels, opgelegd in heilige teksten van de wereldgodsdiensten
voortvloeien ten aanzien van de medemens, kunnen niet als moderne mensenrechten worden
gecatalogeerd
2) Filosofische basis:
Chinese filosoof Mo-Tzu: belang van plicht en respect voor anderen
Chinese denken Hsün- Tzu : om angst en strijd weg te nemen is er niets beter dan de creatie van een
geordende samenleving gebaseerd op de duidelijke erkenning van individuele rechten
Verschillende stromingen:
a) Natuurrecht
- Bedacht door de Grieken: universele wet van de natuur of god => regels om te handelen als
goede mensen
2
,Grotius ! (Hugo de Groot) : universele natuurwet
- Universele natuurwet > iedereen
+ natuurlijke rechten => recht op rechtvaardige en gelijke behandeling
- Staat => rechten beschermen tijdens oorlog (oorlog mits naleving van hogere normen)
in oorlog: alle respect voor goddelijke en menselijke wetten opzij gezet en worden
barbaarsheden begaan
John Locke: universele wet van de natuur of god
- Universele natuurwet > iedereen
- In natuurlijke staat = natuurlijke vrijheid, maar mag objectieve natuurwet niet schenden
+ natuurlijke rechten => verplichting, morele implicatie
- Staat + contract: conflicten vermijden + indien nt nakoming van plichten: ius resistendi
- Geen afstand doen van natuurlijke rechten ( Hobbes)
- Niet naleving => afzetting
= geestelijke vader van de mensenrechten
Peine : pamfletist
- Voor het eerst gebruik maken van het woord ‘mensenrechten’
o Oorsprong in natuur + inherent
- Sociaal contract: basis voor de bescherming van die mensenrechten door de overheid
- Enige bestaansreden voor regeringen: de bescherming van individuen en hun inherente,
onvervreemdbare rechten en dat elke maatschappelijke instelling die de natie niet ten goede
komt, onwettig is => monarchie en aristocratie
- Vervolgd omwille van zijn geschriften + gevlucht nr Frankrijk
Plato: natuur => normatieve standaarden voor menselijk gedrag
Universele juridische en morele zaken zijn zodanig met elkaar verbonden dat ze niet van elkaar
gescheiden kunnen worden
Doel wetgeving = mensen laten handelen met rede, deugd en vaardigheid ten aanzien van anderen
- Algemeen lang en rechten beschermen
slaaf maken en doden van overwonnen vijanden
Aristoteles : rule of law is noodzakelijk ter bescherming van de belangen van individuen
Intieme band tussen rechtvaardigheid en wetgeving
- Natuurlijke rechtvaardigheid en natuurlijke rechten vloeiden voort uit de natuurwet en de
wetgeving gemaakt door de mens MOET de natuurwet naleven
Stoïcijnen uit Griekenland (later Rome)
- Ideeën verder ontwikkeld door aan te voeren dat de natuurwet principes bevatte gebaseerd
op gelijkheid, die van toepassing waren op het hele universum
- Zeno: waardigheid van ieder mensenleven
- Cicero: bevestigt bestaan van een eeuwenoude, onomkeerbare en niet aanpasbare
natuurwet, die verantwoordelijkheden oplegde voor het welzijn van anderen
o Rechtvaardigheid = gecreëerd via een enkele wet en is afgeleid uit de natuur
3
, Creëert verantwoordelijkheden en rechten voor alle mensen, wanneer zij
rechtvaardigheid zoeken
Thomas van Aquino: natuurwet > door de mens gecreëerde wetgeving
- Goddelijke natuurwet beoogt rechtvaardig te zijn en maakt het voor de mens mogelijk om
menselijke waardigheid te realiseren en zich te ontwikkelen
- Wetgeving moet beoordeeld worden in het licht van de door het natuurrecht opgelegde
standaarden
- Wetten alleen bindende kracht als ze rechtvaardig zijn
indien niet: volk moet wetten niet gehoorzamen
Thomas Hobbes : universele natuurwet + mens = dom
- Natuurwet komt voort uit natuurlijke chaos
- Negatief mensbeeld: mens die natuurlijke rechten heeft = egoïstisch
- Natuurlijke rechten + contract
- Absolute heerser + onverantwoordelijk
- Dus sociaal contract: sterke overheid, natuurlijke rechten toevertrouwen
o Dwang gebruiken kan
o Enkel gebonden aan objectieve natuurrecht, maar dat kan niet ingeroepen worden
tegen de soevereine macht van de stat
- Grondlegger vorstelijk absolutisme en van sterke, soevereine nationale staten
- Leviathan
b) Vrijheidsfilosofie
Rousseau
- Natuurlijke staat = nobele wilde met natuurlijke vrijheid
- Mensen worden afhankelijk => samenleving corrumpeert => anarchie => natuurlijke vrijheid
uitgehold
- Staat + contract => natuurlijke vrijheid uitgehold
- Onderworpen aan wetten als uitdrukking van volonté générale => vrije samenleving => geen
nood aan uitdrukkelijke mensenrechten als rechten tegen wetgever
Kant: geen natuurrechtsdenker, wel alles uit de rede
- Mens is redelijk wezen + mens heeft recht op waardigheid
- Mensenrechten: vrijheid, gelijkheid, autonomie
Edmond Burke
- Geen natuurlijke, abstracte rechten buiten samenleving
- Evoluerende tradities => rechten (van Fransen, Engelsen)
- Opleggen van abstracte rechten => maatschappelijke banden omlaag + tirannie omhoog
o Radicaal tegen idee in Frankrijk
c) Rechtspositivisme
4