Personenbelasting deel II
1. Toepassingsgebied personenbelasting
1.1. Belgisch rijksinwoner
1.1.1. Fiscale woonplaats in België
Je verblijft hier en bouwt je leven hierop.
1.1.2. Zetel van fortuin in België
Dit wordt weinig toegepast. Dit slaat op het feit dat je bijvoorbeeld in het
buitenland woont, maar je beheert je vermogen vanuit België.
1.2. Bijzondere gevallen
1.2.1. Circulaire 8 augustus 1993: buitenlandse kaderleden (gastcollege)
Zij verblijven hier met hun gezin, maar ze zijn onderworpen aan de belasting
van niet-inwoners.
2. Berekening van de personenbelasting
Kaaimantaks: hebben we gezien in het gastcollege. We hebben verschillende soorten
inkomsten (vier), normaal zitten die vermogensbestanddelen in je vermogen, en de
inkomsten ervan ook. Met de Kaaimantaks: mensen gingen de roerende en onroerende
goederen onderbrengen in juridische constructies zodat de inkomsten ook daar
toekwamen en niet meer in hun vermogen, en dan had de fiscus problemen met het heffen
van de belastingen. De Kaaimantaks zorgt voor een doorkijkbelasting.
We hebben ook enkele uitzonderingen gezien bij de gemeenschappelijke aanslag.
Gehuwden en wettelijk samenwonenden zijn daaraan onderworpen (126, §1). Hebben zij
geen verklaring afgelegd, dan zijn ze feitelijk samenwonend en zij worden belast als
alleenstaande. Een echte alleenstaande wordt ook als alleenstaande belast uiteraard.
Gehuwden en wettelijk samenwonenden kunnen in bepaalde gevallen toch als
alleenstaande belast worden, en dat vind je terug in §2.
Dit komt voor in vijf gevallen:
1) In het jaar van het huwelijk: je huwt in 2021, al je inkomsten van het volledige jaar
zullen toch nog apart belast worden.
2) Jaar van ontbinding van het huwelijk: door welke elementen wordt het huwelijk
ontbonden? Ofwel een echtscheiding, ofwel een overlijden. Het jaar van de
scheiding word je belast als alleenstaande. Wanneer vindt die echtscheiding plaats,
wat is de datum? Je hebt 2021, je hebt een echtscheiding en een vonnis op 20
december 2021. Is dat dan jaar van echtscheiding? Je hebt verschillende
mogelijkheden om de datum van echtscheiding aan te koppelen. De datum van het
vonnis is één mogelijkheid. Er zijn nog andere data waar je het aan kan koppelen:
bij een vonnis is er nog een termijn waarbij je in beroep kan gaan, dus een andere
mogelijkheid is de datum van in kracht van gewijsde gaan. Daarna wordt het
vonnis overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De fiscus is van
idee veranderd: men keek vroeger naar de datum van het vonnis. Nu gaat men
kijken naar de datum van overschrijving in de registers van de burgerlijke stand,
en gebeurt dat in 2022 dan is 2022 het jaar van echtscheiding, ookal was het vonnis
reeds in 2021.
Dan overlijden: in principe twee aanslagen, maar er is een keuzemogelijkheid voor
een gemeenschappelijke aanslag. Kiezen ze daarvoor, dan blijft het zo dat ze een
, aparte aanslag moeten indienen (overledene door de nalatenschap en de LLE). Je
hebt een keuze, dan moet je afwegen wat voor jou het voordeligste is. Als je nu
kijkt, wat zijn dan nog de elementen waar je naar kijkt? Een voordeel als
alleenstaande si de verhoging van de BVS als je kinderen ten laste hebt. Je kiest
bijvoorbeeld voor de gemeenschappelijke aanslag, dan heb je recht op een HQ. Als
je jaren belast bent geweest, één partner heeft een inkomen en de andere niet,
plots overlijdt een partner, dan kan het zijn dat je dat voordeel nog wil blijven
genieten. Ook de toekenning meewerkende echtgenoot kan enkele bij een
gemeenschappelijke aanslag. Verschuiven van de BVS is ook een voordeel van de
gemeenschappelijke aanslag, als alleenstaande kan dat niet. Verschuiven van
beroepsverliezen ook. Je mag het verlies in aftrek brengen van de belastbare
bezoldigen. Fiscale voordelen van hypothecaire leningen, als je gezamenlijk een
lening bent aangegaan, dan kan je daarmee optimaliseren: elke persoon kan een
maximale korf opvullen. Je kan schuiven met die bedragen zodat die korven
helemaal opgevuld geraken. Als alleenstaande is dat niet het geval. Wat als de LLE
enkele maanden nadien sterft, wie maakt dan de keuze tussen een aparte of een
gemeenschappelijke aanslag? Dat zullen de erfgenamen zijn van de LLE. Wanneer
er andere redenen zijn waarom je als alleenstaande moet worden belast, dan heb
je geen keuze, bijvoorbeeld als het ook het jaar is van het huwelijk.
3) Jaar van scheiding van tafel en bed: dat is ook een procedure die nog bestaat in het
BW. Die procedure betekent dat het huwelijk niet wordt ontbonden. Je blijft
gehuwd, maar de plicht tot samenleven wordt opgeheven en ook je vermogen
wordt uit elkaar gehaald. Als je vroeger gehuwd was onder het wettelijk stelsel,
dan wordt dat uit elkaar getrokken. Ze zitten dan in een scheiding van goederen.
Ook hier is er een vonnis en kijken we naar de datum van overschrijving.
4) Vanaf jaar dat volgt op jaar waarin feitelijke scheiding ontstond (scheiding in de
loop van belastbaar tijdperk niet ongedaan gemaakt): we hebben bijvoorbeeld
2021 en die mensen gaan feitelijk apart wonen, er is nog geen procedure, nog geen
uitspraak of vonnis. Voor dat jaar, het jaar van de feitelijke scheiding, blijven ze
gemeenschappelijk belast. Vanaf het jaar dat erop volgt worden ze belast als
alleenstaande, dus in 2022 en de volgende jaren als ze apart blijven wonen. Het
zijn nog steeds gehuwde mensen. Wordt de scheiding ongedaan gemaakt, dan
vallen we terug in de gemeenschappelijke aanslag. Zie slides voor een schema. Je
kunt jaren feitelijk gescheiden leven en na 10 jaar weer samenwonen, en dan komt
er weer een gemeenschappelijke aanslag.
5) Echtgenoot beroepsinkomsten > 6.700 die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en
waarvoor geen progressievoorbehoud: waarover gaat dat? Zouden het
buitenlandse inkomsten kunnen zijn? Je zou kunnen denken aan dubbele
belastingverdragen, maar dat is een vrijstelling met progressievoorbehoud. Dat
wil zeggen dat je het inkomen wel degelijk aangeeft. Men gaat de
personenbelasting berekenen op je volledige inkomen, ook het buitenlandse, en
dan zal men zeggen hoeveel van die PB betrekking hebben op dat inkomen. Het
bedrag PB op het buitenlands inkomen, dat trekt men er weer van af. Slechts wat
overblijft moet je betalen. Waarom moet je dat toch weer eerst aangeven? Als je
enkel je Belgisch inkomen moet aangeven, dan zou je je BVS al volledig gebruiken
en niet hoog geraken in de schijven, dus dan heb je een vrij lage belastingdruk.
Maar je hebt nog een ander hoog inkomen, dus je belastingdruk zal hoger worden
door dat mee in die schijven te steken. We zien dit later nog als we het hebben over
de belastingvermindering voor buitenlandse inkomsten. Hier gaat het over geen
, progressievoorbehoud, dus bijvoorbeeld ambtenaren van buitenlandse
organisaties zoals de EU. Zijn beroepsinkomen als ambtenaar wordt vrijgesteld
zonder progressievoorbehoud, hij moet het niet aangeven, met doet alsof dat er
niet is. In zo’n geval kan je een HQ toepassen, want hij heeft zogezegd geen
inkomen. Dat is niet de bedoeling dat hij daar recht op heeft, dus daarom wordt hij
belast als alleenstaande en dan is er ook geen sprake van een HQ.
Andere situatie: de EU-ambtenaar heeft ook een Belgische bezoldiging van 30 000
naast zijn EU inkomen van 50 000. Dan zegt ons wetboek: er is een echtgenoot met
een BI van meer dan 6 700. Bij overeenkomst vrijgesteld zonder
progressievoorbehoud, belast als alleenstaande, geen HQ. Van de 30 000 mogen
we dus niets verschuiven naar de andere persoon. Maar het GwH heef tin 2012 een
uitspraak gedaan: in dit geval, als we zeggen belast als alleenstaande, dan hebben
we een discriminatie. We weten dat hij een inkomen heeft van 80 000. Stel dat het
om een andere persoon zou gaan die een Belgisch beroepsinkomen heeft van 80
000, dus geen sprake van een EU-ambtenaar, deze zal daar wel gebruik van kunnen
maken. We gaan dus inderdaad de uitsplitsing doen en 6 700 overbrengen naar de
andere persoon. Er staan dus regels in het wetboek die je niet kan toepassen
wanneer er een uitspraak is van het GwH.
Je wordt belast als alleenstaande, en er worden soms voordelen gegeven aan
mensen die als alleenstaande worden belast. Men moet dus nadenken of het wel
de bedoeling is dat weer dat geven aan de EU-ambtenaar. Bijvoorbeeld de
verhoging van 870 BVS, is dat wel de bedoeling dat die persoon dat heeft? In 133,
al. 4 lees je dat dat uitgesloten is, behalve als er nog een andere reden is waarom
hij belast wordt als alleenstaande. Bijvoorbeeld als dat het jaar van het huwelijk is,
dan krijgt hij er toch ook recht op. Het belastingkrediet voor kinderen ten laste,
wanneer je een laag inkomen hebt, 134, §3, al. 4, daar heeft hij ook recht op. Dan
zie je daar dat men zegt dat wanneer een belastingplichtige een BI heeft, die bij
overeenkomst is vrijgesteld en waarvoor geen progressievoorbehoud geldt, dan is
hij vrijgesteld zonder te verwijzen naar de 6 700. Vanaf hij dat heeft, kan hij geen
belastingkrediet krijgen, ookal verdient hij maar 5 000 omdat hij bijvoorbeeld
maar enkele weken daar heeft gewerkt. Hij blijft gemeenschappelijk belast, maar
kan geen belastingkrediet krijgen. De echtgenoot van de ambtenaar is ook
uitgesloten van belastingkrediet wanneer er een belasting is als alleenstaande. Je
moet dus goed in je wetgeving lezen wat daar precies staat. Belastingkrediet voor
dienstencheques, dat is ook een vermindering die je krijgt: voor deze vermindering
kan dat worden omgezet in een terugbetaalde belastingkrediet, indien je
beroepsinkomen een laag bedrag is. De ambtenaar heeft ook hier geen recht op, te
lezen in 145 23ste, §2, al 3. Ook weer ongeacht zijn hoogte van het beroepsinkomen!
Ookal is dit een lage bezoldiging, wordt hij niet als alleenstaande belast, en kan hij
geen terugbetaling krijgen van de dienstencheques. Echtgenoten worden hiervan
niet uitgesloten, dus als echtgenoot kan je daarvoor wel in aanmerking komen.
Voorbeeld aanslagbiljet. Linkerkolom man – rechterkolom vrouw bij gemeenschappelijke
aanslag. Indien zelfde geslacht: oudste – jongste. Het kan zijn dat je te maken hebt met een
ambtenaar die in 2021 BI heeft gekregen die zijn vrijgesteld zonder
progressievoorbehoud. Dit formulier dient voor aanslagjaar 2021. Je hebt dus aangegeven
wat je in 2020 verdiend hebt. Je hebt nog geen aanslagformulier van aanslagjaar 2022. Je
hebt hier een EU-bezoldiging, maar je wordt gemeenschappelijk belast. De volgende vraag
is: stel dat er dergelijke bezoldiging is, bedroeg die dan meer dan 11 090? Dat is die 6 700
, geïndexeerd. Op dat moment moeten die echtgenoten elk apart hun aangifte indienen.
Was je op 1 januari 2021 gehuwd met die bedoelde EU-ambtenaar? Code 47 en 46 kun je
dus niet op één aangifte hebben!
Dan de wettelijk samenwonenden: hier in principe afzonderlijk belast maar ook
uitzonderingen, deze zijn gelijkaardig als bij de gehuwden:
1) Jaar van verklaring van wettelijke samenwoning
2) Jaar van beëindiging van wettelijke samenwoning: ofwel door overlijden ofwel
door de verklaring
3) Vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin feitelijke scheiding ontstond. Je bent dus
wettelijk samenwonend, je gaat apart wonen, maar je legt geen verklaring af, dus
je hebt gewoon een feitelijke scheiding
4) Wettelijk samenwonende partner met een BI > 6 700 die bij overeenkomst zijn
vrijgesteld en waarvoor geen progressievoorbehoud geldt. Dat is weer hetzelfde,
de EU-ambtenaar.
Deze regels vind je terug in artikel 126 WIB, §1-2. Normaal als ze met elkaar in huwelijk
treden, dan ben je belast als alleenstaande, maar als het gaat over wettelijk
samenwonenden, dan is er een gemeenschappelijke aanslag. Tenzij de verklaring van
wettelijke samenwoning tijdens hetzelfde jaar is afgelegd! Als je in 2021 verklaring doet
van wettelijke samenwoning en in hetzelfde jaar ook huwelijk, dan is het als
alleenstaande. Het gaat over wettelijk samenwonenden die met elkaar in huwelijk treden,
dan is er gemeenschappelijke aanslag: dus als je wettelijk samenwonende bent, maar voor
je huwelijk beëindig je dat nog eerst, dan val je daar niet onder. Dan is het jaar van het
huwelijk. Zie slides voor voorbeelden.
Bij de BVS hebben we gezien dat je bij het jaar van huwelijk belast wordt als alleenstaande,
maar als vervanging was er een extra verhoging van de BVS. 870 kwam erbij op
voorwaarde dat je echtgenoot niet meer bestaansmiddelen had dan 1800 netto. Ook zo
bij wettelijk samenwonenden. Dat is van toepassing vanaf AJ 2022. Dit passen we niet toe
wanneer dat in hetzelfde jaar je huwelijk beëindigd wordt door een echtscheiding,
overlijden of scheiding door tafel en bed. Ook indien je in hetzelfde jaar je een verklaring
aflegt ter beëindiging van wettelijke samenwoning of door overlijden.
Een uittreksel van je aangifteformulier: daarop geef je je persoonlijke toestand weer. Was
je op 1 januari 2021 gehuwd, ongehuwd… Het gaat dus over 1 januari van het AJ. Zie slides
voor nummering:
1) Als alleenstaande belast
2) Gemeenschappelijke aanslag, en men vraagt verder. Woonde je reeds vroeger
samen, dan was je reeds wettelijk samenwonend en dan ben je gehuwd in 2020.
Dan betekent dat dat je wel gemeenschappelijk wordt belast. Wanneer je in 2020
wettelijk samenwonend ben, dan heb je jaar van wettelijke samenwoning en ook
je huwelijk in hetzelfde jaar. Dan word je belast als alleenstaande. Dat staat zo
geformuleerd in het formulier.
3) Alleenstaande, maar men vraagt verder. Is de echtgenoot overleden in 2020, het
jaar van overlijden, dan heb je een keuze.
4) Als alleenstaande belast