Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Grondige Studie Consumentenrecht €10,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Volledige samenvatting Grondige Studie Consumentenrecht

 171 vues  9 achats

Dit is een volledige samenvatting van de grondige studie Consumentenrecht, gegeven door Prof. Steennot aan de Universiteit Gent. Deze samenvatting bevat een duidelijke uiteenzetting van alle lessen. Ik slaagde met 15/20.

Aperçu 4 sur 141  pages

  • 21 décembre 2021
  • 141
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Reinhard steennot
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
rechten97
CONSUMENTENRECHT
INLEIDING

- Studiemateriaal:
 Slides en nota’s
 Documentatie via ufora
 Te kennen voor examen: wat behandeld wordt in de les en wat daarnaast uitdrukkelijk vermeld
wordt
 Wetgeving mag meegebracht worden naar examen: zelf te verzamelen

- Examen:
 Mondeling examen




1

,DEEL 1: HARMONISATIE CONSUMENTENRECHT IN EUROPA

HOOFDSTUK 1: CONSUMENTENRECHT IN DE EU

Het is van belang het Belgisch consumentenrecht te plaatsen in zijn Europese context. Het Europees
consumentenrecht vormt de basis voor het Belgische consumentenrecht. Indien men kijkt naar de regelen van
consumentenbescherming, die grotendeels vervat liggen in het WER en een aantal bijzondere wetten, zie je dat
het merendeel van die regels een Europese oorsprong heeft. Indien je vaststelt dat het nationaal
consumentenrecht in België, maar ook in de andere lidstaten van de EU een Europese oorsprong heeft, dan is
het nuttig om te kijken naar wat de oorsprong in Europa is geweest van het consumentenrecht. Wat zijn de
motieven geweest van de Europese wetgever om regelen inzake consumentenbescherming in te voeren?


AFDELING 1: HOOG BESCHERMINGSNIVEAU

De Europese wetgever wenst de consument, namelijk de zwakkere partij in de relatie consument-
onderneming. Indien je kijkt naar de Europese verdragen dan stel je vast dat consumentenbescherming een
aparte doelstelling is vanwege de Europese wetgever. Dit blijkt onder andere uit:

- Art. 38 Handvest Grondrechten EU: hierin wordt bepaald dat wanneer men het beleid uitwerkt binnen de
EU, een hoog niveau van consumentenbescherming moet worden gegarandeerd. Europa draagt dit hoog in
het vaandel.

- Verdrag betreffende de werking van de EU: in dit verdrag vind je herhaaldelijk verwijzingen naar het hoge
niveau van consumentenbescherming, zoals bv. in art. 12, waarin wordt bepaald dat als de Europese
instellingen overgaan tot het uitwerken van het Europees beleid in andere gebieden, deze rekening
moeten houden met de vereiste van een hoog niveau inzake consumentenbescherming.

Indien je kijkt naar het beleid van Europa, dan stel je vast dat regelen inzake consumentenbescherming niet
alleen zijn ingegeven vanuit de behoefte aan een hoog niveau van consumentenbescherming. Er is nog een
andere behoefte. Deze sluit aan bij de kern van de EU, namelijk het realiseren van een interne markt. Men wil
een ruimte realiseren waarin goederen en diensten vrij kunnen circuleren. Men had vastgesteld dat nationale
regelen van consumentenbescherming door bepaalde lidstaten uitgevaardigd werden om protectionistische
redenen. Men probeerde via deze regelen de eigen markt af te schermen van aanbiedingen van andere
lidstaten. De Europese wetgever is toen tot de vaststelling gekomen dat indien ondernemingen
grensoverschrijdend goederen en diensten willen aanbieden aan consumenten uit andere lidstaten, de
bescherming van de consument zoveel mogelijk geharmoniseerd moet worden. De harmonisatie van regelen
van consumentenbescherming moet bijdragen tot de realisatie van de interne markt.

Er ontstaat een combinatie, wanneer Europa maatregelen inzake consumentenbescherming uitvaardigt.
Enerzijds wil ze een interne markt realiseren, anderzijds wil ze een hoog niveau van consumentenbescherming
creëren in alle lidstaten van de Europese Unie. Deze dubbele betrachting vind je terug in de artikelen 114 en
169 van het VWEU. Indien gekeken wordt naar art. 169 VWEU zie je dat daar de mogelijkheid gegeven wordt
aan de Europese wetgever om maatregelen te nemen die gericht zijn op de bescherming van de economische
belangen van de consument. Dit wil zeggen dat art. 169 VWEU de mogelijkheid biedt aan de Europese
wetgever om maatregelen te nemen inzake consumentenbescherming zonder dat die maatregelen moeten
bijdragen aan de realisatie van de interne markt. Deze bevoegdheid uit art. 169 VWEU wordt door de Europese
wetgever nauwelijks gebruikt. Er is maar 1 Europese richtlijn waarbij de Europese wetgever zich heeft gesteund
op art. 169 VWEU om te voorzien in een harmonisatie van regelen gericht op de bescherming van de
consument.



2

,Wanneer gekeken wordt naar de grond die door de Europese wetgever wordt gebruikt met het oog op het
uitvaardigen van regelen inzake consumentenbescherming, dan zie je dat de Europese wetgever zich eigenlijk
altijd steunt op art. 114 VWEU. Dit artikel laat echter maar maatregelen van consumentenbescherming toe
wanneer die maatregelen ook bijdragen tot de realisatie van de interne markt. De dubbele doelstelling,
namelijk de consumentenbescherming en de realisatie interne markt, gaan steeds hand in hand op Europees
niveau.

Een eerste vraag die daarbij gesteld kan worden is de volgende: “waarom draagt harmonisatie bij tot de
realisatie van de interne markt?”. “Waarom maakt dat het grensoverschrijdend aanbieden van goederen of
diensten eenvoudiger voor ondernemingen?”. “Waarom gaan consumenten uiteindelijk gemakkelijker
overgaan tot het grensoverschrijdend aankopen van goederen of diensten, wanneer er een harmonisatie van
het consumentenrecht heeft plaatsgevonden?”.

Antwoord op deze vraag:

- Vanuit de positie van de consument: de harmonisatie van het consumentenrecht moet zorgen voor meer
vertrouwen in hoofde van de consument in grensoverschrijdende aanbiedingen. Dit vertrouwen moet er
dan voor zorgen dat consumenten meer grensoverschrijdend gaan aankopen en men zo de interne markt
kan realiseren.

- Vanuit de positie van de onderneming: in elke lidstaat van de EU gelden dezelfde regels van
consumentenbescherming. Indien er geen harmonisatie zou zijn van het consumentenrecht en dus in elke
lidstaat van de EU verschillende regelen van consumentenbescherming zou hebben, dan betekent dit dat
een Belgische onderneming, die haar goederen wil aanbieden in alle lidstaten van de EU, voor elke lidstaat
zou moeten gaan onderzoeken welke regels inzake consumentenbescherming daar bestaan. Dit zou een
gigantische kost vormen. Deze kost wordt echter gereduceerd door de harmonisatie en dat de regelen
dezelfde (nuance!) zouden zijn in de volledige EU. Dit laatste moet echter genuanceerd worden: het gaat
om een minimale harmonisatie, waardoor lidstaten bijkomende rechten kunnen toekennen aan
consumenten. Indien men van minimale harmonisatie gebruikt maakt en lidstaten overgaan tot het
creëren van een bijkomende bescherming in hun land, dan wordt echter een voordeel van die
harmonisatie weggenomen. Indien elke lidstaat kiest voor een additionele bescherming, dan moeten de
ondernemingen toch uiteindelijk nog onderzoeken met welke bijkomende maatregelen ze rekening
moeten houden. De vraag die hier gesteld kan worden is of er inzake het consumentenrecht enkel gebruik
gemaakt wordt van minimale harmonisatie of ook van maximale harmonisatietechnieken. De Europese
wetgever beschikt over de mogelijkheid om de harmonisatie te laten plaatsvinden door middel van een
verordening. Deze is rechtstreeks toepasselijk en zal automatisch gelden in alle lidstaten van de EU (=
ultieme harmonisatietechniek: de lidstaten kunnen niets meer aanpassen).

Een bijkomende vraag is de volgende: welk soort harmonisatie draagt meer bij tot de realisatie van de interne
markt? Minimale of maximale harmonisatie? Dit zal de maximale harmonisatie zijn, aangezien het aantal
gelijkaardige/identieke regelen veel groter zal zijn. Een richtlijn die gesteund is op het principe van maximale
harmonisatie leunt echter zeer sterk aan bij een Europese verordening. Het verschil is echter dat waar die
verordening rechtstreeks van toepassing in de lidstaten van de EU, dit niet het geval is voor de richtlijn. Deze
moet eerst omgezet worden door de lidstaten. De bewegingsvrijheid die de lidstaten hebben bij een richtlijn
die gebaseerd is op maximale harmonisatie is in de regel heel beperkt.

In Europa wordt de laatste jaren meer gebruik gemaakt van maximale harmonisatie in het consumentenrecht.
De reden hiervoor is omdat men meer wil inzetten op de interne markt. Maximaal geharmoniseerde richtlijnen
kunnen enkel hun grondslag vinden in art. 114 VWEU. Indien de Europese wetgever zich zou steunen op art.
169 VWEU om een richtlijn inzake consumentenbescherming uit te vaardigen, dan zou die richtlijn alleen




3

, minimaal geharmoniseerd kunnen zijn. Wanneer de Europese wetgever wil inzetten op maximale harmonisatie
zal hij daartoe op noodzakelijke wijze een bron moeten vinden in art. 114 VWEU.

Met moet dan in de overwegingen van de richtlijn duidelijk aangeven waarom die regel niet alleen strekt tot de
bescherming van de zwakkere partij, maar ook bijdraagt tot de realisatie van de interne markt.


AFDELING 2: HARMONISATIE


1. MINIMALE HARMONISATIE

Bij minimale harmonisatie is additionele bescherming mogelijk, maar deze is niet volledig onbeperkt. Het is niet
omdat een Europese richtlijn minimaal geharmoniseerd is dat men als lidstaat om het even welke nationale
regel in dat domein kan uitvaardigen. Wanneer je in een additionele bescherming gaat voorzien, dan doe je aan
gold plating.

De vraag is dan in welke mate je aan gold plating kan doen? Indien je kijkt naar de Europese rechtspraak dan
zie je dat er 3 voorwaarden worden gesteld opdat een additionele bescherming verenigbaar zou zijn met het
Europees recht, meer specifiek met de regelen inzake vrij verkeer (= primair verdragsrecht). De voorwaarden
zijn de volgende:

- Doelstelling van algemeen belang: streeft men met de additionele maatregel een doelstelling van
algemeen belang na?

- Pertinentiecriterium: gaat men met de additionele bescherming de doelstelling van algemeen belang
kunnen realiseren?

- Proportionaliteitstoets: men moet nagaan of men hetzelfde resultaat (= bescherming zwakkere partij) niet
zou kunnen bereiken met minder ingrijpende maatregelen (= maatregelen die een minder grote inperking
vormen op het vrij verkeer van goederen of diensten).


1.1. ILLUSTRATIE: HVJ 16 DECEMBER 2008, LODEWIJK GYSBRECHTS AND SANTUREL INTER
BVBA

Deze zaak had betrekking op de materie met betrekking tot de overeenkomst op afstand. Overeenkomsten op
afstand worden vandaag de dag op Europees niveau geregeld door de richtlijn Consumentenrechten. Deze
richtlijn is een richtlijn die gebaseerd is op het principe van maximale harmonisatie en dateert van 2011. Deze
zaak dateert echter van 2008. Voor deze richtlijn werd de overeenkomst op afstand als materie geregeld door
de richtlijn Verkoop op afstand van 1997, waarbij deze gebaseerd was op het principe van minimale
harmonisatie. De beslissing van het HvJ moet in deze zaak dus gesitueerd worden in het kader van de richtlijn
Verkoop op afstand gebaseerd op minimale harmonisatie. Deze richtlijn Verkoop op afstand voorzag
(vergelijkbaar met richtlijn Consumentenbescherming) in een herroepingsrecht voor de consument (= het recht
om op een voorheen gesloten overeenkomst terug te komen zonder dat je daarbij kosten moet betalen). Het is
echter mogelijk voor de onderneming om van de consument te vragen dat hij voorafgaandelijk betaalt. Vroeger
was dat anders in België: voorafgaand aan de omzetting van de richtlijn Consumentenrechten had je in België
een regel die stelde dat het verboden was voor ondernemingen om binnen de herroepingstermijn (toen 7
dagen, nu 14 dagen volgend op de levering) te eisen van de consument dat hij zou overgaan tot betaling.
Vroeger had je dus een betalingsverbod dat bestond zolang de herroepingstermijn niet was verstreken. De
vraag die dan werd gesteld was of dat verbod om betaling te eisen binnen die bedenktermijn (= additionele
bescherming voorzien door de Belgische wetgeving) verenigbaar was met het Europese recht. Deze additionele
bescherming was verenigbaar met de richtlijn Verkoop op Afstand, aangezien deze richtlijn minimaal



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechten97. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  9x  vendu
  • (0)
  Ajouter