H11: De ortho – traumatopatiënt
1. Inleiding
Traumatologie bestudeert de kenmerken, de gevolgen en de behandeling van letsels aan het menselijk lichaam
toegebracht door inwerking van een fysische kracht.
Deze letsels kunnen van verschillende aard zijn:
- Inwendig bv spiercontractuur, inwendig letsel door een elektrocutie, inwendige bloeding, …
- Uitwendig: mechanisch, temperatuursveranderingen, stralingsenergie, elektrische en scheikundige energie
2. Soorten verwondingen
2.1. Mechanische verwondingen
Mechanisch = bv door een verkeersongeval, een val, … De kracht, de duur en de uitgestrektheid van de plaats der
inwerking speelt een belangrijke rol.
2.2. Chemische brandwonden
2.2.1. Fluorwaterstofverbrandingen
= meest gevaarlijke zuurverbranding met ernstige weefseldestructie
Gebruik in:
- Petroleumindustrie
- Gevelreiniging
- Roestverwijdering
- Aluminiumreinigers
Chemische verbindingen met calcium:
- Hypocalciëmie
- Tetanie, convulsies
- Hartritmestoornissen
- Kaliumverschuiving met pijn (krampen)
2.2.2. Fenolverbranding
Geeft een acute intoxicatie en veroorzaakt ernstige en diepe brandwonden
- Huidadsorptie
- Inhalatie
- Ingestie
2.2.3. Fosforverbranding
Met typisch grijze verkleuring, heel schadelijk voor de lever, hart en nieren.
,2.2.4. NaOH (natriumhydroxide)
= bijtende soda, dat ernstige en diepe brandworden veroorzaakt
2.3. Open verwondingen
= huid en de slijmvliezen doorbroken zodat inwendige weefsels rechtstreeks in contact worden gebracht met de
buitenwereld, met significante kans op infectie (rechtstreeks of secundair) via de wonde
De open wonde kan veroorzaakt worden:
- Door de kracht die van buiten naar binnen gaat = projectiel
- Door de kracht die van binnen naar buiten gaat bv val met open fractuur
2.4. Gesloten verwondingen
= huid en slijmvliezen worden niet doorbroken, er is geen infectiegevaar van buitenaf. De verwonding doet zich voor als
een contusie, scheur, luxatie en/of botbreuk van de dieper gelegen weefsels, organen, gewrichten en/of beenderen.
Die organen kunnen gekneusd of gescheurd zijn met min of meer uitgebreide bloeduitstortingen tot gevolg. De ernst
van de inwendige verwondingen is moeilijk te bepalen (cave hypovolemische shock).
2.5. Speciale verwondingen
2.5.1. Cursh injuries
= letsels ten gevolge van verplettering waarbij de uitgestrektheid, kracht en de duur van de inwerking bepalend zijn.
Lokaal zijn de letsels gekenmerkt door:
- Oedeem
- Arteriële spasme met ischemie (O2 tekort) als gevolg
- Shock
- Oligurie (verminderde urine uitscheiding)
- Anurie
2.5.2. Blast injuries
= gevolg van ontploffing, het traumatische effect is het gevolg van luchtverplaatsing.
Zeer uitgebreid letsel:
- Longen worden gekwetst
- Abdominale bloedingen (lever, milt, intestinale oppervlakten)
De therapie wordt bepaald door volgende factoren:
- Welke organen en weefsels zijn getroffen?
- Is het weefsel rond de wonde intact of niet?
- Is het een oppervlakkige of penetratie wonde?
- Wat is de grootte van de bloedingshaard van de wonde?
- Treedt er oedeem op?
,3. Botletsels: fracturen en luxaties
Botbreuk of fractuur = het onderbreken van de continuïteit van het bot.
Oorzaken van botbreuken kunnen onderverdeeld worden in 2 categorieën:
- Acute klachten
o Krachten (bv ongeval) uitgeoefend op het bot waar het bot niet tegen bestand is
- Chronisch van aard
o Veroorzaakt door herhaalde belasting van het desbetreffende bot bv stress bij sporters
o Mogelijke pathologie aanwezig in het bot bv osteoporose of botmetastase
Open of gesloten, enkelvoudige of meervoudige botbreuken.
3.1. Klinische tekens van botbreuken
3.1.1. Pijn
- Ter hoogte van de breuk en het periost (mogelijk pas na enkele minuten)
- Door kneuzing van weefsels rondom de breuk en het periost (bot zelf is niet bezenuwd)
- Vooral bij manipulatie
3.1.2. Zwelling
- Bloeduitstortingen en hematomen
- Groter bij gesloten fracturen
o Verhoogde lymfedruk en dichtdrukken van aderen/slagaderen
o Necrose
Inwendige bloeduitstorting = hematoom rond fractuurhaard
Circulatiestoornissen = door vasculaire compressie met gevaar voor trombose (open gips)
Beschadigde perifere zenuwen = rechtstreeks door de fractuur of door compressie, voosheid en tintelingen in het
lidmaat
3.1.3. Abnormale beweeglijkheid
3.1.4. Abnormale stand
3.2. Diagnose
Vermoedelijkheidstekens zoals pijn, zwelling, wonden en functieverlies.
Zekerheidstekens zijn de as afwijking van het lidmaat, een abnormale beweeglijkheid en beendercrepitaties.
Radiologisch onderzoek is onmisbaar voor een juiste evaluatie van de fractuur en de definitieve behandeling
, 3.3. Verwikkelingen botletsels
- Gewrichtsstijfheid
- Consolidatie (heling) in slechte stand
- Vertraagde consolidatie
- Pseudartrose
- Südeck atrofie
- Aseptische necrose
- Posttraumatische osteomyelitis
3.4. Verpleegkundige aandachtspunten bij botletsels
Observatie patiënt, wonde, verband en parameters!
3.4.1. Pijn
- Pijnscore regelmatig navragen
- Pijnbeleid strikt opvolgen en arts informeren
- Breuken en orthopedische ingrepen = pijnlijk
- Onnodig pijn leiden absoluut vermijden (extra pijnstilling?)
- Pijnbestrijding door immobilisatie en pijnmedicatie
- Juiste manipulaties – geen onnodige manipulaties
3.4.2. Inwendig bloedverlies/bloeduitstorting
- Parameter-controle: bekken – heup breuk is mogelijk aanzienlijk bloedverlies
- Juiste manipulaties – geen onnodige manipulaties
3.4.3. Traumatiseren van bloedvaten en zenuwen, abnormale stand en beweeglijkheid
- Kan leiden tot meer schade bv meer bloedverlies en zwelling
- Kan leiden tot para- of quadriplegie bij wervelfracturen = immobiliseren
- Alvorens manipulatie voorschrift arts nagaan
3.4.4. Zwelling
- Lidmaat in hoogstand houden als primaire behandeling
3.4.5. Gewrichtsstijfheid
- Gewricht nooit onnodig immobiliseren
- Actieve en passieve mobilisatie voor snelle recuperatie
- Belangrijk: gepro en stimulatie van patiënt om te beweging
3.5. Mogelijke behandeling breuken en luxaties (= uit de kom schieten)
Operatie of immobilisatie of beide.