Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Financieel Managment van Non-profitorganisaties hoofdstuk 1-4,6,7 en 10 €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Financieel Managment van Non-profitorganisaties hoofdstuk 1-4,6,7 en 10

1 vérifier
 359 vues  15 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting heb ik gebruik gemaakt van veel opsommingen. Dit om het leren gemakkelijker te maken. Daarnaast heb ik belangrijke termen geaceerd. Tot slot heb ik zelf plaatjes en extra info toegevoegd waar ik dit nodig vond.

Aperçu 4 sur 60  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 4, 6,7, gedeelte van 9, 10
  • 7 avril 2015
  • 60
  • 2014/2015
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: petertol • 6 année de cela

reply-writer-avatar

Par: LA0604 • 6 année de cela

Traduit par Google

Thanks!

avatar-seller
Hoofdstuk 1
1.1 Wat is non-profit
Non-profit organisaties zijn organisaties die niet op winst gericht zijn. ‘not-for-
profitorganisaties’ of ‘organisaties zonder winst oogmerk’.
- Voortbrenging goederen en diensten in bepaald ideëel of maatschappelijk
belang.
- Niet financieel-economisch zelfstandig, afhankelijk van collectieve, niet-
marktgeoriënteerde financiering.
Non-profitsector = veelkleurig en omvangrijke sector. De omvang v/d non-
profitsector is aanzienlijk en een groot deel van de overheidsuitgaven als
percentage BBP.
BBP = toegevoegde waarde v.d. in een land geproduceerde goederen.
Binnen Europa: veel overheidsuitgaven als percentage van het BBP
Buiten Europa; stukken minder.
1995 – 2005: Vermindering van overheidsuitgaven als % BBP  restrictief
financieel beleid
2005 – 2010: Stijging  Financiële crisis

1.2 Markt vs. Budget
Marktmechanisme: Gebaseerd op rechtstreekse ruil van exclusieve
geïndividualiseerde eigendomsrechten (property rights).
Prijzen spelen hierin belangrijke rol:
- Openbaren voorkeuren van marktpartijen
Geven informatie over:
- kosten
- Schaarste
- Concurrentieverhoudingen
- Coördineren het ruilproces.
Eigendomsrechten = sanctiemechanisme. Niet nakomen van beloften blokkade
van overdacht van eigendom (goederen, diensten of geld).
Budgetmechanisme: Gebaseerd op een collectief van (politieke) beslissers.
Neemt namens (groepen van) aanbieders en vragers besluiten over bekostiging,
voortbrenging en verdeling van goederen en diensten.
Nederland: Geen scherp onderscheid markt- en budgetmechanisme. 
Gemengd Stelsel
- De markt wordt beïnvloed door de overheid (bv subsidies)
- Publieke sector toenemende mate van marktconforme coördinatie.
- Onderscheid is van belang: neoklassieke economische theorieën betogen
dat het gedrag van marktpartijen in een volledig vrij marktsysteem tot
optimale afstemming leiden tussen vragers en aanbieders van goederen
en diensten

, o Praktijk: Markt faalt ook  Market failures.

Market failure
1. Onmogelijkheid v prijsuitsluiting (Exclusiviteit) = Prijsuitsluiting betekent
dat het mogelijk moet zijn om degenen die niet willen betalen uit te sluiten
van consumptie. Bijv. de Rechtsorde, aanleg en onderhoud van
infrastructuur, defensie en het openbaar bestuur. Individuen die hieraan
niet meebetalen kunnen hier wél gebruik van maken  Free riders /
‘uitvreters’ .
2. Hoge initiële kosten = Noodzakelijke voorzieningen voor de samenleving
kunnen niet of onvoldoende tot stand worden gebracht vanwege te hoge
initiële kosten of te grote financiële risico’s voor bedrijven. Bijv.
Spoorwegen, bruggen of havens.
3. Over- of onderwaardering van interne effecten = De effecten die
ruilovereenkomsten op de betrokken marktpartijen hebben. Deze effecten
worden niet in het prijssysteem tot uitdrukking gebracht. De onder- of
overwaardering kan het welzijn van de burgers schaden.
4. Optreden van externe effecten = In dit geval ondergaan subjecten die niet
bij de ruilovereenkomst zijn betrokken ongewild positieve of negatieve
effecten van de voortbrenging en het verbruik.
a. Positief Extern effect: Meer mensen besluiten het voortgezet
onderwijs te volgen, verhogen ook de kans op een toekomstig
persoonlijk inkomen, maar ook de maatschappij merkt hier als
geheel iets van : de concurrentiekracht v.d. economie neemt toe en
de belastinginkomsten nemen toe.
b. Negatieve externe effecten = Hinder die niet-rokers ondervinden
aan rokers in eenzelfde vertrek, hinder die omwonenden
ondervinden van het vliegverkeer op Schiphol.
Verdelingsmotief = speelt de overweging dat de marktwerking niet altijd leidt tot
een gewenste verdeling van de beschikkingsmacht van personen over productie
middelen en resultaten. Elke burger wordt dan geacht een minimaal producten –
en dienstenpakket te kunnen beschikken.
Stabilisatiemotief = Accentueert de rol van de collectieve sector in de macro-
economische ontwikkeling vd samenleving als geheel. Het geheel van collectieve
heffingen, besparingen en bestedingen kan een dempend effect hebben op de
nationale en internationale verstoringen van evenwichten in verschillende
deelmarkten.

Overheidsinterventies
Corrigerend beleid = Een policy mix van Regelgeving ( het geven van
aanwijzingen, verbods- en gebodsbepalingen aan producenten en afnemers) en
financiële prikkels (subsidies en heffingen )
Zelf optreden als aanbieder
Directe interventie = Uitvaardigen van regelgeving en het zelfstandig optreden.
Indirecte interventie = instellen van subsidies en heffingen.
De goederen en diensten die non-profit organisaties voortbrengen kunnen
worden ingedeeld naar het oogmerk waarmee zij tot stand komen:

, - Collectieve goederen (imperfectie 1 + 2)
- Quasi collectieve goederen
o Bemoeigoederen (imperfectie 3)
o Goederen met externe effecten (imperfectie 4)

Blz. 20 ??

Typologie van non-profit organisaties
Oriëntatie van de non-profitorganisatie kan verschillen
- Algemene publiek georiënteerde organisaties = brengen collectieve
goederen en diensten voort. Geen markt, want geen tegenprestaties v.d.
zijde van de afnemers
- Ledenorganisaties = afnemers oefenen direct de feitelijke macht uit.
Individuele goederen, afnemers kunnen macht verwerven door lid te
worden van de organisatie. (kerk of vakbond bijv. )
- Clientgerichte organisaties = individuele goederen waarbij de
verantwoordelijkheid voor de omvangen en kwaliteit van de voorzieningen
bij de organisatie ligt. Soms moeten afnemers aan bepaalde kenmerken
voldoen om gebruik te kunnen maken van deze organisaties
(bejaardentehuis, gevangenis, kleuterscholen).
Echte collectieve goederen kunnen op geen andere wijze worden geproduceerd
dan door een non-profitinstelling:
1. Prijsuitsluiting is onmogelijk
2. Productie van het goed is in brede kringen gewenst. (altijd politieke
bemoeienis).
Non-profitorganisaties worden doorgaans bestuurd en gefinancierd door of
namens de overheid. Commerciële organisaties proberen echter ook
marktimperfecties te corrigeren. Bijvoorbeeld het invoeren van een sociaal
beleid.

1.4 Budgetimperfecties
Theory of non-market failures = een opsomming van de redenen waarom de
beheersing van activiteiten en kosten in de budget sector zo moeilijk is (Wolf
1979):
- Output is slecht gedefinieerd en moeilijk te meten
- De kwaliteit van de output is moeilijk vast te stellen, ontbreken informatie
over consumentengedrag
- Ontbreken concurrentie
- Ontbreken harde criteria deadlines van programma’s en projecten
- Slechts beloning voor het formuleren v problemen en het ontwerpen v
oplossingen beloond, maar niet de implementatie ervan
- Politieke cyclus te kort om problemen goed aan te pakken
Pareto-optimale wijze???
De kosten v non-market-imperfecties worden door Wolf naar analogie van de
marktanalyse ondergebracht in 3 categorieën.
1. Interne effecten = het ontbreken van duidelijke marktsignalen en
mogelijkheden voor voortdurende externe beoordeling leidt ertoe dat np

, organisaties zelf beheersingssystemen moeten ontwerpen en toepassen.
Slechts ‘algemeen belang in oog te houden en naast de kosten voor de
eigen organisatie ook de kosten voorde omgeving te betrekken. (??)
2. Afgeleide marktimperfecties = overheidsbemoeienis veroorzaakt de
wens naar meer overheidsbemoeienis. (bijv. EU-landbouwpolitiek)
3. Verdelingseffecten = Ongelijke verdeling van macht en invloed ipv
inkomens- en welvaartsverschillen.
De budget- en marktimperfecties lijken op elkaar maar zijn niet elkaars
spiegelbeeld. De meeste non-marketfailures komen door organisatieproblemen.

1.5 Overheidsinterventie: Een afweging
Overheidsinterventies brengen kosten met zich mee die de baten in vergaande
mate kunnen overtreffen. Deze kosten worden veelal veroorzaakt door een
samenstel van specifieke omstandigheden waaronder non-profitorganisaties
functioneren.
Verschillen met organisaties in de private sector zijn:
- NP- instellingen is veelal dienstverlenend
- Er zijn beperkingen in de keuze vd doeleinden en strategieën

- Bekostiging komt slechts voor een deel v.d. zijde van de
afnemers
- Besluitvorming wordt gedomineerd door de professionals
- Bestuurlijke structuur is geen duidelijke
verantwoordelijkheidsstructuur
- Geen bedrijfsvoering traditie



Geen onderscheidende lijst, d.w.z. dat commerciële bedrijven soms ook een np-karakter
hebben, soms zelfs sterker van een np organisatie.

1.6 Bedrijfsvoering van non-profitorganisaties
Het toepassen van methoden en technieken uit de marktsector op de non-
profitsector roept 3 standpunten op.
1. ‘Mag’ dit wel? Non-profitorganisaties zijn er op ingesteld om niet op
kapitalistische wijze te werken om zo de gebreken van dit stelsel te
compenseren
2. ‘Kan’ dit wel? Critici zeggen dat het niet mogelijk is om ze toe te passen op
np organisaties.
3. Ja, dit MOET: Bedrijfsmatige sturen van een npo verbetert het functioneren
en verhoogt efficiëntie en effectiviteit.
Overeenkomsten tussen de beide sectoren neemt de laatste jaren sterk toe,
dankzij veranderingen in beide sectoren. Beide sectoren groeien naar elkaar toe
 convergentie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LA0604. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  15x  vendu
  • (1)
  Ajouter