Theoretische criminologie en victimologie
H1: Geschiedenis van het criminologische wetenschappelijke denken
Criminaliteitsvraagstuk zoals we dat ontdekken in 19de eeuw is deel vh menselijk samenleven
- Criminaliteit en bestraffing doorheen de tijd = geschiedenis van de menselijke samenleving
- Het is een deel ve geschiedenis, een geschiedenis op politiek, sociaal en economisch vlak
- Er moet iets zijn (een recht, een strafrecht) dat gedrag van mensen als overtreding ziet en hen hierop
kan bestraffen zonder dat dit criminaliteit wordt genoemd
Vandaag de dag: er is een soort verontrustheid id SL waar we criminaliteit als een maatsch probleem zien
Dat wat criminologen bestuderen = complex probleem waar zowel het gedrag v mensen als de kwalificatie van
dat gedrag (& dus de reactie op dat gedrag) hand in hand gaan.
⇒ er is geen criminaliteit zonder een problematische kijk erop, een kijk die het gedrag benoemd als
criminaliteit, als misdrijf, als een overtreding, als een misdaad
Men denkt vaak in lineaire vorm aan criminaliteit:
- Gedrag wordt gesteld en pas dàn reageren we daarop
- Doet veronderstellen dat criminaliteit natuurlijk of evident is (bestaat zonder maatsch reactie erop)
- klopt niet! → criminaliteit wordt bepaald door recht
Theorieën en het wetenschappelijk denkkader zijn dus wel van belang → betekent dat er een algemener
inzicht verworven werd. Maar wat is dan het object van die wetenschappen en de theorie?
1. Gedrag
2. Maatschappelijke reactie
Wat was er eerst? Crimineel gedrag of regels?
Voorbeeld criminaliseren:
Zitten op een bankje en in parken rondlopen in tijden van Corona zijn gedragingen die plots wel strafbaar zijn
geworden. Belangrijk is dus de relatie tss het delinquent gedrag en de maatsch reactie ervan
1.1. Theorie / denkkader?
Theorie / denkkader = geheel van denkbeelden, hypothesen & verklaringen die in onderlinge samenhang
worden beschreven
🥝
Binnen criminologie: gedrag en de reactie ervan
🥝
Deze relatie is soort v double-bind
Id reactie wordt bepaald welk gedrag, hoe, waar en op welk moment strafbaar is (en wanneer het dus als
🥝
delinquent kan worden beschouwd)
Maar: focus vd criminoloog kan verschillend zijn
- Enerzijds focus op reactie
🥝
- Anderzijds enkel focus op gedrag
Er zijn versch manieren om naar ons onderzoeksobject te gaan kijken
,1.1.1. Dynamiek van wetenschappelijke kennis
Dynamiek binnen wetenschappelijke kennis= als wetenschapper mag je niet zomaar zeggen “ik heb gevonden
dat X…”, dat is onvoldoende. Als je als onderzoeker een uitspraak doet, dan moet onmiddellijk de tegenspraak
in gang worden gezet
Tegenspraak= peers stellen vragen in verband met het onderzoek → centraal in criminologie staat dus de
getoetste kennis (=basismodel van waar wetenschap om gaat)
Voorbeeld getoetste kennis in tijde van Corona:
Iemand verricht onderzoek en doet een bepaalde uitspraak. Er ontstaat tegenspraak als onderzoekers zichzelf
gaan tegenspreken.
1.2. Theorie vs wetenschap
Object binnen de criminologie (nl: gedrag en reactie) lijkt een simpel gegeven, maar het is veel complexer:
- Het gaat van regels maken (reactie) naar het gedrag van mensen zelf (gedrag)
- De complexiteit ervan is te groot om in te schatten
1.3. Kenmerken / premissen wetenschappelijk onderzoek
1) Dat wat we observeren, kent een bepaalde orde / rationaliteit
2) We gaan ervan uit dat de mens het enige wezen is dat aan wetenschap kan doen
- In dit perspectief worden we als mensen als ‘superieur’ gezien
3) Er is een zekere scheiding tussen subject en object
- Object= dat wat we bestuderen
- Subject= wetenschappers
- Tegenstrijdige premis, want we de wetenschapper als mens is deel vh object
- Ons object is een praktijk waarin mensen actief zijn: we bestuderen mensen en hun gedrag
Deze 3 premissen is het Positivisme!
1.4. Karakter en kenmerken
1) Subjectief - objectief
➤ Een wetenschapper moet zich buiten het gebeuren plaatsen en mag geen deelnemer zijn
➤ Tot de dag van vandaag nog steeds een moeilijk gegeven
2) Controle & toetsing
➤ Wetenschapper heeft te maken met vorm v oprechtheid: professionele oprechtheid en openheid
➤ Wat wetenschapper doet in onderzoek, moet in alle openheid herbekeken en hertoetst worden (de
gegevens zijn dus niet enkel voor wetenschapper zelf)
➤ Er moet antwoord zijn op waar je de gegevens hebt gehaald, etc
➤ Intersubjectiviteit: met dezelfde gegevens moet men tot dezelfde conclusies komen
3) Falsificatieprincipe (Popper)
➤ Constant in vraag stellen van geproduceerde wetenschappelijke kennis
➤ Kunnen bewijzen dat iets iets niet is
➤ Bv: alle zwanen zijn wit en plots kom je een zwarte zwaan tegen. Theorie is dan niet meer juist
,1.5. Wetenschap als objectiviteit
Geen van de wetenschappelijke theorieën zijn theorieën op zichzelf
→ Ze zijn enkel waar tot je het tegendeel kunt bewijzen
Criminologen kunnen hun object niet manipuleren
✿ Daarom moeilijk om experimenten met mensen te doen, want wat denken ze écht?
✿ Veel experimenten id criminologie zijn mislukt omdat mensen geen muizen zijn, mensen spreken tegen,
hebben bepaalde visies…
✿ Wetenschappers zijn dus verplicht om alle waarnemingen op te nemen, ook al zijn ze slecht (object mag dus
niet worden gemanipuleerd)
4 normen die bij produceren van kennis gerespecteerd moeten worden (Merton)
1. Universalisme
- Ongebonden, los van het persoonlijke of kennis
2. Communisme
- Verwijst naar collectieve dimensie v wetenschap
- Wet kennis die geproduceerd wordt, is kennis die deel is vd gemeenschap → moet voor
iedereen toegankelijk zijn
- Geheime kennis is geen wetenschappelijke kennis
3. Desinteresse
- De wetenschap wordt niet geleid door persoonlijk belang
- Eigenbelang heeft te maken met status en erkenning (denk aan uitreiken v individuele prijzen
vr wetenschappelijk onderzoek)
4. Georganiseerde scepsis
- Wetenschappers moeten open, eerlijk en openbaar zijn
- Ze moeten elkaars werk kritisch kunnen beoordelen
1.6. Wetenschap is…
Wetenschap is voortbouwen op bestaande kennis
➢ Wet kennis gaat voort op wat vroeger werd geproduceerd
➢ Er is altijd verbondenheid tss vroeger wetenschappelijke kennis en actuele kennis
➢ Wet kennis is collectief gegeven
○ Bv: onderzoeker kan Nobelprijs krijgen, maar zonder de voorheen wet. kennis, zou hij deze
prijs nooit gekregen hebben
➢ Essentie v wetenschap is het durven in vraag stellen!
Wetenschap is vragende problematiserende houding tav het onderzoeksobject
➢ Als onderzoeker denkkaders en theorieën kennen & begrijpen
➢ Je moet vragen kunnen stellen, analyseren, weten waar een beroemde criminoloog zijn focus legt en
waarom
➢ Dé wetenschappelijke attitude is dus problematiserend zijn
, Wetenschap is verklaren en begrijpen
➢ Er zijn wetenschappers die willen verklaren en er zijn wetenschappers die willen begrijpen
➢ Verklaren: Lombroso wou delinquente gedragingen id mens verklaren
➢ Begrijpen: Je stelt je de vraag hoe iets werkt
○ Bv: Hoe komt het dat ook in België sommige mensen met een andere huidskleur meer
gecontroleerd worden door politie dan anderen?
Wetenschap is observeren
➢ Wetenschappers observeren op systematische / specifieke manier
➢ Popper: Zoeklichttheorie: de wetenschapper maakt een bepaalde selectie
○ 4 vragen die criminologen moeten stellen zijn ook selectievragen
○ Vragen richten blik op 1 aspect, maar niet op alle aspecten tegelijk
○ Alle criminologische denkers hebben selectieve blik
○ Als wetenschapper baken je je licht af, dat is zoals een vuurtoren die ronddraait die op een
bepaald moment op een specifieke plaats licht geeft
○ Nadeel zoeklichttheorie: gaat ook om tunnelperspectief → er is altijd een keuze, selectie en
focus
○ Die focus moet je kunnen achterhalen wanneer we het hebben over bep theorieën
○ Als je de vraag kent, ken je de focus
Wetenschappelijke kennis= Abstracte kennis die op een systematische, objectieve en logische wijze verkregen
en getoetst werd of toetsbaar is, en die een zo precies mogelijk omschreven deel van de werkelijkheid
verklaard of probeert te verklaren.
Theorie is nooit definitief bewezen en dus nooit voor eens en altijd waar
☼ Op zich zijn theorieën geen theorieën, want criminologen mogen niets bewijzen
☼ Het is geen hard bewijs: we leggen uit, hebben gegevens en interpreteren ze
☼ Soms leggen deze gegevens causale verbanden, maar ze bewijzen niets omdat we het experiment vaak niet
kunnen doen (bv: de mens is geen muis)
1.7. Criminologie - een sociale wetenschap?
Eind 18de eeuw, begin 19de eeuw: het woord ‘criminologie’ bestond nog niet → wetenschappers waren toen
pas in het begin van hun institutionalisering
Antropologie en sociologie
- Men vond dat disciplines zoals psychologie en criminologie deel waren van een andere groep
disciplines, nl. antropologie & sociologie
- Deze 2 groepen waren belangrijk
- Criminologie heeft zich tussen die 2 disciplines ontwikkeld
- Helft 19de eeuw: criminologie kent proces van institutionalisering
Cesare Lombroso (1835-1909)
➢ Staat voor het begin vd verwetenschappelijking met zijn antropologie criminelle
➢ = begin van institutionalisering
➢ Vanaf dat moment massale ontwikkeling geweest van criminologische vakken en opleidingen