ALGEMENE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: INLEIDING: KENNISMAKING MET DE PSYCHOLOGIE
Verklaren: waarom doet iemand iets? Je gaat oorzaken zoeken (oorzaak-gevolg).
Begrijpen: je toont begrip voor het gedrag v/d ander. Is moeilijker dan verklaren. Je probeert
in de gedachtegang v/d andere te komen.
Functieleer = studie v/d menselijke functies (denken, waarnemen, geheugen, motivatie…)
Algemene psychologie = bestuderen van algemene processen en niet v/h afwijkende.
1.1 DEFINITIE PSYCHOLOGIE
Psychologie (letterlijk) = de leer van de geest geen bruikbare def.
= de wetenschappelijke (1) studie van het gedrag en de mentale activiteiten (2) v/e individu.
(psych. Kijkt naar individu <-> sociologie (groepen) en antropologie (cultuur)).
(1) Een menswetenschap: niet exact, want gedrag v/d mens is nooit 100% voorspelbaar.
Psychologie is nooit perfect voorspelbaar, er kunnen dus fouten in je verklaring zitten.<->
fysica.
(2) Mentale activiteiten is ook gedrag (bv. Fantaseren). Zou je dus eigenlijk tussen haakjes
mogen zetten.
1.2 NK
1.3 GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
1.3.1 Verre voorgeschiedenis
Voorwetenschappelijke psychologie: even oud als de mensheid
Oudheid: opkomst filosofie
- Plato: allegorie v/d grot we zien maar een deel van de werkelijkheid.
- Socrates
- Aristoteles
Middeleeuwen: filosofie viel stil, want God was er en ging de Kerk ook centraal staan.
“Omdat God het zo wil”; “Alle antwoorden vind je in de Bijbel”. = weinig filosofie weinig
psychologische thema’s.
1.3.2 Meer directe voorgeschiedenis
Mens kwam zelf meer centraal te staan i.p.v. het middeleeuws theocentrisme + ontwikkeling
van moderne wetenschappen.
Ontwikkelingen i/d filosofie (2 stromingen):
- Rationalisme (rede/denken): Descartes
Methodische twijfel = alles in vraag stelen; via een strikt logisch denkproces tot een
nieuw en universeel geldig kennissysteem komen (rede is enige manier om tot kennis te
komen).
, 1e zekerheid = cogito ergo sum = ik denk, dus ik ben (ik besta).
2e zekerheid = ik ben een mens (weet dit niet zeker, maar hij noemt zichzelf een mens).
Res cogitans = geestelijk deel v/d mens (denken)
Res extensa = fysiek deel v/d mens; materie zeker dat je een mens bent, want je hebt
ook geestelijk deel (dier heeft dat niet).
- Empirisme (door ervaring op te doen): Locke
Er zijn geen aangeboren ideeën = tabula rasa, pas later worden de ideeën ingevuld. Er is
geen ruimte voor erfelijkheid, genen alles wat je bent is bepaald door ervaring,
opvoeding en leerproces.
Observeer en noteer, maar vanaf je te veel nadenkt is het niet meer objectief, maar
subjectief en dus niet zeker.
Het enige waar je zeker over kan zijn, is wat je kan zien/waarnemen.
Francis Bacon en John Stuart Mill = empiristen
Impulsen vanuit natuurwetenschappen:
- Vanuit nieuwe ontdekkingen komen er nieuwe vragen
- Psychofysica kwam met wetten, o.a. wet van Weber (H3).
1.3.3 Psychologie als wetenschap van bewustzijn
1879: geboorte van de psychologie als zelfstandige wetenschap.
Wilhelm Wundt (vader van wet. Psychologie): 1e laboratorium voor
wetenschappelijke/experimentele psychologie.
Structuralisme: Titchener (leerling van Wundt): structuur v/h bewustzijn analyseren =
scheikunde van de geest = moleculen/bouwstenen van ons bewustzijn onderzoeken. Hij
gebruikte hierbij introspectie (in jezelf kijken) en experimenten.
Functionalisme: functie/werking van het bewustzijn (mental activities= innerlijke leer- en
denkprocessen die mensen inschakelen om oplossingen te vinden voor problemen). Via
experimenten en introspectie. Ze deden ook vaak dierenproeven: dier = simpele versie van
complexe mens.
OPM: structuralisme en functionalisme zijn geëvolueerd naar andere stromingen. + 1
belangrijke overeenkomst: bestuderen het bewustzijn en nee niet alle psychologische
stromingen willen het bewustzijn bestuderen.
1.3.4 Behaviorisme
= uiterlijk waarneembaar gedag is enige waar je zeker van bent (lijkt op empirisme).
= GEEN bewustzijnspsychologie, want bewustzijn kan je niet waarnemen.
= Enkel stimulus (prikkel) en reactie = S – R niets ver intern proces!
,(cfr. Empirist: ‘denken vertroebelt de waarheid’).
Stichter = Watson
1.3.5 Nieuwe klemtonen in Europa
Gestaltpsychologie (o.a. Köhler):
Wat we waarnemen wordt onmiddellijk ervaren als een Gestalt, een Gestalt verwijst naar
een geheel dat niet te herleiden is tot een eenvoudige optelling van de delen.
😊 ☹ zelfde elementen, nl. : ) ( o . .
Het geheel heeft een nieuwe dementie, extra kwaliteit gekregen bv. Blij/triestig. Geheel =
meer dan som van de delen bv. Soep krijgt heel andere betekenis dan ingrediënten apart
(andere geur, kleur, smaak…). Het is meer dan gewoon samenvoegen van ingrediënten.
Horloge wordt vaak te koop gesteld op het uur 10u10: dat vormt een lachend gezichtje en
wordt dus meer verkocht dan een horloge die bv op 19u20 staat.
Dieptepsychologie (Freud):
= ontstaan uit psychoanalyse van Freud.
Meesten beginnen vanuit theorie en gaan a.d.h.v. die theorie patiënten helpen (= therapie).
Freud deed dit omgekeerd. Hij begon uit therapie (urenlange praatsessies) en baseerde
hierop z’n theorie = psychoanalyse.
Basisidee: mens bestaat uit 3 lagen = topografisch model
1. Bewust: wat nu in je hoofd afspeelt. Heel duidelijk aanwezig, maar volgens Freud niet
interessant.
2. Onderbewust: je kennis, opgeslagen in je hoofd, ook niet interessant.
3. ! Onbewuste: zeer interessant: dingen die al je gedrag bepalen (angsten, fantasieën,
emoties, bij wie je zit…). Hoe hard je ook nadenkt, je kan het onbewuste niet bereiken,
Psychotherapeut voor nodig. Je verdringt dingen naar het onbewuste omdat ze
traumatisch zijn, te pijnlijk OF het zijn verlangens (taboe, driften), omdat ze schamend
zijn uitlaatkleppen.
o Een droom draag een verborgen wens met zich mee. Niks is toevallig in dromen
volgens Freud.
o Wanneer de geest vermoeid is, kan je je verspreken.
o Een therapeut moet uit het gezichtsveld zitten v/d cliënt zodat deze vrij kan
spreken = vrije associatie.
o Bewustzijnsvernauwing, het gehypnotiseerde denken dat er niks meer bestaat
behalve de stem van de hypnotiseur. Dat wat de hypnotiseur suggereert is het
enige van belang.
IJsberg van Freud
, 1.3.6 Amerika en de herontdekking van het innerlijke
Neobehaviorisme (Clark Hull, Edward Tolman)
Geen S – R schema (was niet uitvoerbaar) wel S-O-R schema (O = organisme (= blackbox =
je weet niet goed wat er zich daarin afspeelt, het verborgen)). Hoe iemand reageert is in
wisselende mate mee afhankelijk van factoren binnenin het organisme.
Humanistische psychologie (Maslow, Rogers)
Mens staat centraal.
Reactie tegen 2 hoofdstromingen van toen:
- Behaviorisme: hierbij is alles wat je doet het gevolg van je omgeving dus je beslist zelf
niet. Ook is de mens hier niet meer dan een laboratoriumrat.
- Dieptepsychologie: hierbij is de mens onder controle van zijn onbewuste. Hier vinden ze
de mens voornamelijk abnormaal en vinden ze het neurotisch gedrag.
OVERZICHT:
Bewustzijnspsychologie Gestaltpsychologie
(Wundt) (Köhler)
Structuralisme Functionalisme Neobehaviorisme
(Titchener) (Watson) (Woodworth)
Dieptepsychologie Humanistische psychologie
(Freud) (Maslow, Rogers)
1.3.7 Hedendaagse stromingen in de psychologie
Cognitieve psychologie: mens = infoverwerker met in- en output. Blackbox van de
behavioristen wordt geopend om er een white box van te maken. Men probeert er achter te
komen wat er precies omgaat in het handelende subject.
Positieve psychologie:
o Veel meer empirisch wetenschappelijk dan humanistische psychologie.
o Impuls van Martin Seligman.
o Minder focus op wat fout loopt wel op
Wat cliënt wel nog kan of waar hij goed in is
Wat cliënt kan helpen om het leven zo kwalitatief mogelijk te maken
o Bevorderen van positieve gevoelens en gedachten o.a. met behulp van mindfulness
en cognitieve psychologie. Mindfulness bestaat uit 2 zaken: bewustmaking en
aanvaarding.
1.4 NK