Samenvatting basis sociaal werk
Inleiding
Generalistisch karakter: brede kijk, kijken naar alle levensdomeinen van de mens
Sociaal werk:
- Kent een lange geschiedenis
- Is niet waardenvrij
- We nemen een positie in als sociaal werker
- We aanvaarden een aantal dingen niet als sociaal werker
- Vaag, heterogeen, specifiek
- Non-profit en social profit (werken voor en met mensen)
1 stam of basis van het sociaal werk: het werken met mensen in voor hen moeilijke situaties en het
werken vanuit uitdagingen in de samenleving, vertrekkend vanuit problemen of kansen.
Vele wortels of takken van het sociaal werk: maatschappelijk werk, sociaal cultureel werk,
maatschappelijke advisering, personeelswerk (HRM, minder radicale sociale dimensie).
=> sociaal werk is in evolutie en wisselwerking
Sociaal werk is niet van gisteren: Sociaal werk scholen bestaan al sinds begin vorige eeuw en liggen
verspreid over de hele wereld.
Sociaal werk is een beroep met een uitgesproken visie en missie: op de samenleving, op kansen
voor mensen, vanuit mensenrechtenperspectief.
Sociaal werk is geen eiland: een sociaal werker werkt nooit alleen. We moeten ons als sociaal
werker afstemmen en verhouden tot anderen. Sociaal werk is verbonden met andere
beroepsgroepen en ingebed in de samenleving. Het is veerkrachtig, flexibel en vernieuwend.
LESSONS LEARNED
- Sociaal werk is divers en uiteenlopend in de praktijk
- Sociaal werk is breed en tegelijkertijd specifiek
- De sociaal werk boom toont een gemeenschappelijke stam en verschillende takken
- Sociaal werk is contextgebonden en niet waardevrij
- Sociaal werk heeft een boeiend verleden en een uitdagende toekomst
Les 1: Sterk sociaal werk
Wat is sociaal werk?
17 oktober: internationale dag van het verzet tegen armoede en sociale uitsluiting
Armoede verenigingen: er bestaan verschillende armoede verenigingen die actie voeren rond het
thema armoede.
Steen: in Leuven op de oude markt ligt een steen. Dit heeft als betekenis om te blijven in gedachten
houden dat armoede en sociale uitsluiting de wereld nog niet uit is.
Sociaal werk
,De sociaalwerkboom: Het is een boom met vele takken en een stam. De takken staan voor de
verschillende afstudeerrichtingen. De stam is wat we gemeenschappelijk hebben. Er is dus sprake
van eenheid (stam) en verscheidenheid (takken).
Evoluties in het sociaal werk: geen foutloos parcours
1. Van particulier naar caritatief initiatief: particulieren zijn individuen. Een particulier initiatief
is dus een initiatief voor een individu. Caritatief wil zeggen dat je iets doet voor je
medemens omdat je medelijden hebt (bv voedsel/kleren verzamelen). Dit helpt niet op
lange termijn. Je doet iets omdat je wilt dat je medemens het ook goed heeft.
2. Na WOII meer overheidsbemoeienis: De overheid gaat het sociaal werk ordenen en sturen.
Deze geeft kaders voor het sociaal werk. De welvaartsstaat heeft een grote rol gespeeld in
o.a. het geven van werkloosheidsuitkeringen enz.
3. Discussies over afbakeningen: wat is sociaal werk wel en wat is het niet? Er zijn veel
beroepen die hetzelfde doen als de sociaal werker.
4. Periodes waarin verschillen minder benadrukt worden
5. 2000 opkomst burgerinitiatieven: burgers gaan zich verenigen (bv. Klimaatbeweging, BLM)
6. Pogingen oprichting beroepsvereniging: beroepsvereniging voor maatschappelijke
assistenten (BeMa). Deze is opgehouden met bestaan.
=> Historische context en veranderende maatschappij
Verscheidenheid
- Naam: Er zijn weinig mensen die zich voorstellen als sociaal werker, veel verschillen in de
praktijk
- Er is een verschil in doelgroepen/belanghebbenden waarmee je aan de slag gaat (mensen
met beperking, jongeren, ouderen, werklozen, mensen in armoede, mensen met psychische
problematiek, werknemers, buurten, ouders met opvoedingsproblemen …).
- Veel verschillende sectoren of organisaties waarin je terecht kan komen (Vakbond,
buurtwerking, jeugdwerk, jeugdhulp, CLB, CGG, culturele centra, volwassenonderwijs,
opbouwwerk, OCMW, justitie, CAW …)
Canon sociaal werk: boeiend vetrekpunt om meer informatie te vinden over sociaal werk.
Spanningsvelden
Binnenin sociaal werk zijn er heel wat spanningsvelden.
Er bestaan verschillende vormen van sociaal werk.
Sociaal werk beweegt tussen verschillende continuüms.
Deze worden vaak meebepaald door de overheid/samenleving.
Individueel Vs collectief: sociaal werk is soms heel individueel gericht (sociaal maatschappelijk
werker), maar soms ook heel collectief (sociaal cultureel werker). Een straathoekwerker kan
collectief of individueel te werk gaan.
Autonoom Vs financieel afhankelijk: autonoom wil zeggen gemakkelijk je mening uiten, kritiek
geven op beleid of beslissingen die er genomen worden. Je krijgt weinig dus moet weinig
verantwoording afleggen. Financieel afhankelijk wil zeggen dat je afhankelijk bent van de hand die
jou de subsidies geeft. Het is moeilijker om kritisch te zijn wanneer je financieel afhankelijk bent.
(Voorbeeld: een sociaal restaurant draait op sociale economie, mensen krijgen een kans om ervaring
op te doen op de werkvloer. Er wordt van hen verwacht dat ze op tijd zijn, taken uitvoeren, niet
zomaar weggaan. Individuele gesprekken worden gevoerd om in het gewone arbeiderscircuit terecht
te komen. Begeleiders krijgen loon betaald door subsidies). Je moet altijd afwegen met in het
,achterhoofd het belang van de cliënt. Je moet een afweging maken van hoe kritisch je kan zijn. Je
bent best niet te veel financieel afhankelijk van 1 partner.
Betaald Vs vrijwillig: Er zijn veel vrijwilligers in het sociaal werk. Deze zijn nodig om het sociaal werk
in stand te houden. Voor vrijwilligers is er geen pensioen. Ze hebben geen kans op tewerkstelling.
Emancipatie Vs controle: Emancipatie wil zeggen dat je met de persoon gaat werken. Je gaat kijken
hoe iets veroorzaakt wordt en zoekt er een oplossing voor. Je gaat met mensen zelf in een traject
stappen. Controle houdt in dat je echt gaat controleren en dingen gaat bepalen voor mensen.
Justitie-assistenten zijn sociaal werkers die mensen controleren die vervroegd vrijkomen, mensen
met een enkelband, elektronisch toezicht. Ze kijken of alle regels nageleefd worden.
Vertrekpunt: kan heel verschillend zijn
- Vertrekken vanuit een probleem: hier gebeurd iets en er is iets niet goed voor een persoon
dus ik ga het verhelpen.
- Vertrekken vanuit mogelijkheden/kansen: kijken naar wat iemand wel kan en niet naar wat
een persoon niet kan, kijken hoe je dit kan versterken.
- Vertrekken vanuit levensdomeinen: Bv. Geestelijke gezondheidszorg => kijken naar alle
levensdomeinen. Ook kijken naar sociaal netwerk, huisvesting, opleiding, fysieke
gezondheid… Generalistisch kijken naar een persoon.
Eigen professie: Waarin verschil ik van een collega, wat is onze kern, wat is onze eigenheid?
- Positie vrijwilligers, ervaringswerkers
- Een open en verbindende professionalisering als antwoord
Open beroepsvereniging/professionalisering: gebaseerd op wat je doet in het werkveld
Gesloten beroepsvereniging/professionalisering: gebaseerd op diploma
Wat ons bindt!
Gemeenschappelijke kern/stam en wortels.
Vertrekken vanuit verschillende problematieken.
Drie aspecten binden ons:
- Sociale inclusie: we laten niemand aan de kant staan, iedereen doet mee, niemand wordt
uitgesloten, openstaan voor dialoog en verschil
- Sociale cohesie: iedereen is met elkaar verbonden, je hebt altijd anderen nodig.
- Sociale gelijkheid: iedereen is anders, maar gelijkwaardig. Iedereen heeft recht om op zijn
manier deel te nemen aan de samenleving.
=> sociaal werk is niet waardenvrij (ethische principes: we hebben een aantal waarden)
=> MENSENRECHTEN
In de frontlinie van de samenleving:
- We zijn altijd de voelsprieten van een veranderende samenleving. Een sociaal werker laat
voelen waar het beleid fout loopt. De rol van een sociaal werker is voeling hebben met
mensen en terrein.
- Sociaal werkers zijn frontliniewerkers. Een sociaal werker staat altijd aan de eerste lijn en
heeft constant contact met de wereld rondom zich. Hij/zij gaat achterhalen wat de noden
zijn van mensen en gaat kijken waar het beleid tekortschiet.
, - Flexibel inspelend op nieuwe noden/discretionaire ruimte: We worden bepaald door
kaders, wetgeving, decreten, besluiten. Je gaat zelf als sociaal werker nadenken over je
acties. Je gaat kijken of je acties gunstig zijn voor de groep die voor je zit, je voert acties uit in
het belang van de personen die voor je zitten. Discretionaire ruimte is de ruimte die je
buiten het doosje inneemt.
- In nauwe verbondenheid met andere menswetenschappelijke disciplines. Je hebt
voortdurend andere disciplines, collega’s nodig. Een sociaal werker kan het niet alleen.
Voorbeelden van andere disciplines: pedagogie, criminologie, verpleegkunde …
Definities sociaal werk
Op zoek naar een definitie
Een sociaal werker is zelf kritisch, maar krijgt ook kritiek:
- Kritiek van rechts: naïef, goedgelovig, te veel vertrouwen in bepaald mensen
- Kritiek van links: niet sociaal genoeg, niet nabij genoeg
- Kritiek van doelgroep: te streng, luisteren niet, geven mij niks (vaak negatief)
- Kritiek van andere beroepsgroepen: wat doet het sociaal werk nu eigenlijk?
Probleem: als sociaal werker heb je weinig kans om te zeggen wat je echt doet. Het zijn lange
processen die plaatsvinden. Deze processen zijn op maat en tempo van de mens. Dit geeft aan de
buitenwereld vaak onduidelijkheid over wat sociaal werkers nu eigenlijk doen. Ook geeft dit het idee
dat sociaal werkers gewoon meegaan in het verhaal van mensen.
Een sociaal werker lijkt voortdurend in de war en op zoek:
- Nieuwe theorieën, terugkeer naar oude theorieën: we zijn altijd op zoek naar nieuwe
modellen, theorieën, mogelijkheden in ons werk.
- Verschillende paradigma’s (empowerment, rechtenbenadering, outreachend werken …):
momenteel veel sprake van outreachmedewerkers. Deze gaan naar de mensen toe, zijn
aanwezig waar mensen zich bevinden. Ze gaan vindplaatsgericht werken. Ze komen uit hun
hokje/uit hun eigen dienst. Empowerment wil zeggen dat er wordt afgestapt van het deficiet
model. Er wordt gekeken naar krachten en niet naar tekorten of gebreken.
- Voortdurend bewegen en denken over dilemma’s
Een internationale federatie van Sociaal werkers (IFSW)
IFSW: ze leggen uitdagingen uit en verbinden sociaal werkers over de hele wereld met elkaar. Ze
ontwikkelen een ethische code voor sociaal werkers. IFSW is nog weinig bekend in België.
Maart: internationale dag van het sociaal werk.
Definitie sociaal werk 1959
Sociaal werk: een systematische manier om mensen en groepen op weg te helpen naar een betere
aanpassing aan de samenleving. De sociaal werker gaat samenwerken met cliënten om innerlijke
krachten te ontwikkelen en gaat indien nodig andere voorzieningen mobiliseren om veranderingen
in de omgeving teweeg te brengen. Zo probeert sociaal werk bij te dragen aan meer harmonie in de
samenleving. Net als in andere beroepen is sociaal werk gebaseerd op specialistische kennis,
bepaalde principes en vaardigheden.
=> Deze definitie is ontwikkeld door werkgroepen van 9 Europese landen