Samenvatting recht 2019
Hoofdstuk 1: inleiding:
1.1 Wat is recht?
- 2 grote delen in het recht:
o Jus soli (=grond)
o Jus Sanguines (=bloed)
o Sommige rechten heb je omdat je hier bent, andere volgens je bloed
o Bv. Nationaliteit krijg je in België volgens Sanguines dus Belg omdat ouders
Belg zijn. Ma stel kind wordt geboren in vliegtuig boven Brazilië, daar is de
regel wie geboren wordt op grondgebied Brazilië is Braziliaan dus Jus Soli.
- Omschrijving objectief recht:
o Het geheel van rechtsregels die op een bepaald moment! En plaats! Bestaan.
o Het recht zoals het kan worden vastgesteld, zoals het kan worden
bestudeerd. Er is geen interpretatie.
o Alles van recht op 1 plaats, op 1 moment = objectief recht
o Examen: parameters objectief recht = plaats en moment/tijd
- Een regel:
o In de eerste plaats een gebods- (ge moet iets doen) of verbodsbepaling (ge
zijt verboden iets te doen).
o Met een regel wordt eerst een bepaalde menselijke activiteit afgeperkt (bv.
Doden) en vervolgens wordt die activiteit goedgekeurd (gij zult…) of
afgekeurd (gij zult niet…). Geboden en verboden zijn erg ‘dwingend’,
afwijkingen worden niet toegestaan.
o Een regel is absoluut afdwingbaar, geen afwijking mogelijk. Het is bv. Niet
omdat je mooier bent dat je geen overtreding doet.
o Naast de dwingende bepalingen zijn er ook regels die niet zo dwingend zijn.
Het zijn regels waarvan mensen wel zullen mogen afwijken. Als u ervan mag
afwijken dan is de regel zelf slechts ‘aanvullend’. Zo een regels gaat dan als
volgt: ‘Gij zult (niet)… tenzij… gij het uitdrukkelijk anders gewild hebt’
- Een rechtsregel:
o Wanneer is iets een gedragsregel of rechtsregel? Een gewone regel wordt een
rechtsregel wanneer die regel door een politieke autoriteit (overheid) werd
opgelegd. Dit is het geval wanneer de regel door die autoriteit werd
uitgevaardigd of er minstens door werd bekrachtigd.
o Bevoegde politieke autoriteit = overheid (gaat ver, koning, burgemeester,…)
o Er zijn in ons land meerdere overheden: federale overheid tot en met
gemeentelijke overheden
o Koning moet altijd handtekening plaatsen voor een wet, een wet wordt. In
een republiek wordt een wet, een wet wnr parlement het goed keurd.
o à het is dus de politieke autoriteit die het voor het zeggen heeft. We spreken
over het ‘primaat van de politiek’ en de politieke wereld spelt de ‘wet’.
LVR
, - De bevoegde politieke autoriteit
o Hangt af van staatvorm. Zo noemen we ons in het westen ‘democratisch’, dat
wil zeggen dat de maatschappelijke beslissingen (politieke) door het volk
worden genomen.
o Ligt de macht helemaal bij volk? Niet helemaal, we kunnen bv. Niet beslissen
dat er nieuwe verkiezingen komen. Macht bij volk hangt af van land tot land.
In Zwitserland ligt de macht het meeste bij het volk.
o Het ‘volk’ beslist wanneer een meerderheid zich kan verzoenen met een
bepaald standpunt.
§ In een rechtstreekse democratie gebeurt dit in een referendum; een
idee waar een meerderheid van de burgers zich positief heeft over
uitgesproken wordt dan door de ministers verder uitgewerkt in
concrete wetteksten.
§ In een vertegenwoordigende democratie (zoals bij ons) gebeurt dit
door een stemming onder onze volksvertegenwoordigers die
bijeenkomen in een parlement. Volksvertegenwoordigers worden met
een verkiezing door het volk gekozen.
• Wordt een wetsvoorstel aangenomen in het parlement, met
een gewone meerderheid van stemmen, dan hebben we een
wet, zeg maar een verzameling van rechtsregels.
• De regering kan aan de wet niets veranderen én moet de wet
verder uitvoeren.
• Wetgevende: stelt regels op, uitvoerende: controleert de
regels, rechterlijke: oordeelt of iemand straf is.
1.2 Waarom is er recht?
(Anders zijn er conflicten, samenleven vraagt regels, recht geeft zekerheid)
De meeste zaken die de mens begeert zijn schaars. Geen enkele rijkdom is onbeperkt
aanwezig (olie, water,..), er heerst schaarste alom.
Door de schaarste ontstaan er ontelbare conflictmogelijkheden. Een permanente oorlog van
conflicten is niet mogelijk, het zou ook zorgen voor permanente onzekerheid. (De afloop van
een strijd is onzeker)
à om deze situatie te vermijden zal elke samenleving rechtsregels ontwikkelen.
à samen leven vraagt regels, anders zijn er conflicten en onzekerheid.
Door de rechtsregels verliest men een stuk van zijn vrijheid maar hij krijgt dan wel
(rechts)zekerheid in de plaats.
“Helás, liberty must be limited in order tob e enjoyed.” = Je hebt vrijheid maar je moet dit
ook kunnen limiteren zodat je meer van je vrijheid kan genieten
LVR
,1.3 Waar is recht?
1.3.1 inleiding
- Recht is overal ook al lijkt dit soms niet zo, recht is meer dan enkel strafrecht. Het
moet antwoord geven op allerlei problemen tussen mensen en groepen van mensen.
Bv. Problemen tussen buren, werknemer en werkgever, …
- Het recht neemt ook toe want hoe complexer de samenleving wordt, hoe meer recht
er ontstaat. Bv. Internet was er vroeger niet hiervoor zijn er nieuwe rechtsregels
ontstaan.
- Het recht wijzigt constant, de opvattingen van het volk wijzigen en dus wordt de
wetgeving aangepast. Recht is een dynamisch gegeven.
1.3.2 De bronnen van het recht
Vroeger was de belangrijkste bron van het recht de gewoonte. Iets was goed en
‘rechtvaardig’ wanneer onze voorouders het ook altijd zo vonden. In een snel evoluerende
samenleving is de gewoonte als bron van recht gemarginaliseerd. (Onbelangrijk geworden,
belang is heel klein bv. Kind krijgt naam van de papa -> gewoonte)
1.3.2.1 wetgeving
De wetgeving is nu de belangrijkste bron van recht. Hiermee bedoelen we alle wetten in de
meest ruime zin van het woord.
- Een wet is dan een verzameling van rechtsregels met betrekking tot een bepaald
onderwerp die rechtstreeks door een overheid werd uitgevaardigd.
- De Belgische wetgeving wordt systematisch gepubliceerd op de website van het
Belgisch Staatsblad.
Een wet bestaat uit een reeks artikelen:
- De eerste artikelen geven meestal de bedoeling weer van de wetgever en bevatten
de definities van de gebruikte begrippen, vervolgens komen dan de eigenlijke regels
aan bod.
- Wetboeken:
o Burgerlijk wetboek
o Gerechtelijk wetboek
o Strafwetboek
o Het samen brengen van wetten noemt men een ‘codificatie’
- Codexen: Wetboeken en losse wetgeving worden door privéuitgeverijen gebundeld
in eigen codificaties waarin men alle wetgeving over een bepaald thema
onderbrengt.
Een wet wordt op een eigen wijze aangeduid. Hierna vindt u als voorbeeld de Wet op de
patiëntenrechten:
Wet 22 augustus 2002, Wet betreffende de rechten van de patiënt (Wet op de
patiëntenrechten), B.S. 26 september 2002, blz. 43719.
- Datum van goedkeuring in het Federaal parlement (22 augustus 2002)
- Officiële benaming (de rechten van de patiënt)
- Verkorte benaming (patiëntenrechten)
- Datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad en paginanummer (26 september..)
LVR
, 1.3.2.2 Rechtspraak
Rechtspraak: Rechters passen de wetgeving toe op concrete geschillen.
- Hun uitspraken (vonnissen en arresten) vormen een belangrijke bron van recht.
Noteerwijze rechtspraak:
Cass., 15 april 1980, R.W., 1980-81,2725.
- Arrest van het Hof van Cassatie (cass)
- Datum van de uitspraak (15 april 1980)
- Publicatie in het rechtskundig weekblad (R.W.)
- Jaargang en paginanummer (per jaar doorlopende nummering) (1980-81)
1.3.2.3 rechtsleer
Rechtsleer of doctrine: de uitleg over het recht voor juristen.
- Zo kan een jurist een commentaar schijven bij een bepaalde wet of rechtstak of kan
hij een uitgebreide noot schrijven bij een vonnis of een arrest. Of een overzicht
brengen van de rechtspraak over een bepaalde wet.
Noteerwijze rechtsgeleerde bijdrage:
Van Gerven & Covemaeker, Verbintenissenrecht, 2006, Acco Leuven
- De juristen (rechtsgeleerden): Van Gerven & Covemaeker
- Titel (handboek): Verbintenissenrecht
- Publicatiejaar: 2006
- Acco Leuven: privéuitgeverij
Rechtspraak en rechtsleer zijn te beschouwen als secundaire bronnen. De belangrijkste bron
blijft de wetgeving. .
- Wanneer de wetgever(parlement) niet akkoord zou gaan met een bepaalde tendens
(van interpretatie) in de rechtspraak, dan kan hij die tendens ombuigen door een
nieuwe en duidelijkere wet te formuleren.
- De rechtsleer van zijn kant biedt vaak een overzicht, of soms een kritische analyse
van de bestaande wetgeving en rechtspraak, ook hiermee kan de wetgever rekening
houden bij het bijsturen van zijn wetgeving.
Primair: wetgeving: verzameling van rechtsregels uitgevaardigd door de overheid
Secundair:
- Rechtspraak: uitspraken rechters: vonnissen en arresten
- Rechtsleer: uitleg over het recht door juristen
1.4 hoe kan het recht worden ingedeeld?
Recht kan je indelen op verschillende manieren:
1.4.1 Volgens de inhoud
Privaat- en het publiekrecht:
- Privaatrecht: alle regels die de relaties regelen tussen personen
o Tussen mensen & bedrijven -> personen
- Publiekrecht: de regels die betrekking hebben op de organisatie van de overheid én
op de relatie tussen de overheid en de personen.
LVR