Mediabasics
1. Het publiek vraagt content
1.1 content als invulling van behoeften
We hebben allemaal behoeften en moeten constant keuzes maken hoe we deze gaan
bevredigen. Voor sommige behoeften schakelen we de media in.
behoeftenpyramide Maslov
Teken driehoek MG vraagt content aan MB
ADV: bedrijven die adverteren,
vragen toegang tot het publiek
want wil dingen verkopen met
instrument -> reclame
MB: biedt content aan publiek
en geeft toegang tot het
publiek.
De mediagebruiker: personen die media gebruiken om hun behoeften te bevredigen.
Deze term dekt de volledige lading, want hij is onafhankelijk van het gebruikte medium
en beperkt zich dus niet meer tot kijker, lezer, surfer, luisteraar,… Een gebruiker zet nu
eens het ene, dan weer het andere medium in om aan zijn behoeften te voldoen. Het
publiek is de verzameling van alle afnemers van media of mediagebruikers.
Welke behoeften?
- Behoefte aan informatie: deze kunnen we stillen door een boek te lezen, door iets op
te zoeken, door krant te lezen,…
o Het consumeren van informatie is slecht een van de mogelijke oplossingen
voor de behoefte aan informatie.
o Onze behoeften aan nieuws is op zich niet veranderd, maar wel
§ de mate waarin we die behoefte ervaren
§ wel het aantal methoden om aan nieuws te geraken
§ het aantal mensen dat nieuws vraagt
- behoefte aan ontspaning: bevredigen door nr de film te gaan, sporttraining, pint
gaan drinken,..
o ontspanning wordt door vele anders gedefinieerd waardoor er verschillende
manieren zijn om deze behoefte te bevredigen
LVR
, - Behoefte aan routine:
o Mediagebruikers hebben behoefte routine, harmonisch verloop van hun
leven. Rituelen nemen daarbij een redelijke belangrijke plaats in.
§ Ook de media kunnen de ritueelfunctie voor een deel invullen.
§ Bv. Als ik ’s middags pauzeer, kijk ik altijd naar het VTM-nieuws van 1
uur. Of in de trein lees ik de metro
Content heeft een herkenbaar of aspirationeel karakter waardoor het publiek mee leeft.
- Het publiek is voor of tegen, heeft sympathie of niet, stemt voor of tegen.
- Content is een gespreksonderwerp, mensen willen erkend worden en opgenomen
worden in een gemeenschap. Mensen willen kunnen meepraten
- Ook bij deze behoefte spelen media een rol met een beetje overdrijving kunnen ze
de sociale cohesie bevorderen. Want hoevaak gaat het in de trein of in kantine wel
niet over een tv programma?
- Vb. van het sociale aspect:
o “ik kijk naar Panorama en kan tijdens een diner meepraten over de nieuwste
evoluties in Noord-Afrika.”
o In de trein “wat vind jij van komen eten?”
Mediagebruikers willen service, ze willen van alles en nog wat weten, waardoor ze hun leven
kunnen plannen en beter onder controle houden.
- Media kunnen dus ook een doorwijsfunctie hebben, ze nemen agenda’s op, vaste
rubrieken enzo…
o Vb. ‘Wanneer komt Bruce Springsteen naar België?’, ‘Hoe warm os het op
mijn vakantiebestemming?’
Behoeften zijn niet statyisch, ze evolueren door de dag heen. Daarom zal de mediagebruiker
verschillende media gebruiken die op dat moment specifiek de behoefte bevredigen.
- We zien dat ‘ontspanning’ de grootste motivatie is van mensen om media te
gebruiken.
- Per dag spendeerd een Belg 3 à 5 uur aan media. De grote kloof tussen 3 en 5 komt
omdat sommige media geen absoluute aandacht vereisen. Bv. Radio luisteren tijdens
het koken. Media zijn voor ons zeer belangrijk, we voelen er ons verbonden mee.
- Internet heeft de grootste aandacht
1.2 Content is redactionele inhoud
Content: hetgene wat we willen hebben om onze behoefte te bevredigen. Content kan
redactioneel zijn. Redactionele inhoud?
Het begin van idee, dat idee gaan we researchen, uitzoeken, uitwerken en body geven zodat
het een goed idee wordt.
Content begint bij een goed idee, bij een onderwerp dat een groep mensen aanspreekt. We
noemen dat de bron.
- Bronnenmateriaal hoeft niet zelf bedacht te zijn
- kan ook worden uitgelokt door een gebeurtenis of een mening
LVR
, - waarvan we vinden dat de mensheid of een selectie daarvan op de hoogte moet
worden gebracht.
- Over dat bronnenmateriaal doen we research om na te gaan of het voldoende body
heeft.
- Over een idee, gebeurtenis, mening schrijven we dan een artikel, draaien we een
reportage, maken we een site,..
o Het artikel, reportage, website noemen we content
§ Er is een bwerking gebeurd op het bronnenmateriaal, er is inhoud
gegeven aan het onderwerp.
- De inhoud is redactioneel, het is bedacht en geproduceerd door – professionele –
redacteurs of journalisten, reporters of programmamakers.
- Deze content wordt aangeboden (packaged) via de media, via kranten, tv,…
- Content vertoond geen een-op-eenrelatie meer met het medium, een artikel is niet
meer uitsluitend bedoeld voor printmedia of tv,.. daaarom herleiden we content
vandaag tot de zintuigen en hebben we:
o Audio (content), video (content) of tekst (content). Soms beschouwen we
foto als aparte categorie.
o Content kan steeds meer multimediaal verspreid worden.
- Vroeger vroeg het publiek enkel achter content en onderging het passief de content.
Maar vandaag de dag verandert deze rol, want content wordt niet meer enkel en
alleen door journalisten of reporters gemaakt maar via de nieuwe onlintechnologie
kan “iedereen” content maken. Bv. Eigen blog, youtube video maken, iets toevoegen
aan wikipedia,.. We noemen deze content user generated content of community
created content.
o Vroeger vond iedereen een journalist een held, nu denkt iedereen dat ze zelf
journalist zijn ma jorunalist zijn is niet enkel filmpjes maken, het is meer dan
dat, er is bepaalde ethiek. Denk aan vb. nice, munchen: Richard is er toevallig
bij aanslagen, heeft gekke beelden waarbij hij zijn score als journalist zou
kunnen verhogen, maar doet dit niet wegens ethiek. Hij besliste om niet live
uit te zenden.
- Wat we via de media zien of horen, is uiteenlopend van aard. Zo zijn er programma’s
die ons vooral willen informeren bv. Het nieuws en porgramma’s die ontspannend
zijn.
1.2.1 informatiecontent:
- informatie is een middel: een groot deel van de media die we consumeren is bedoelt
om ons te informeren. Die content gaat over bv. Politiek, cultuur,.. Het registreren
van informatie over al die domeinen wordt als het ware een middel om een ander
doel te bereiken:
o een actieve burger worden
o meer aan cultuur participeren
o …
LVR
, - De informatiefunctie wordt gerealiseerd door de journalisten, zij maken de
artikels/reportages,.. Ze zijn het venster op de wereld en verschaffen nieuws over de
samenleving, verzamelen opinies en brengen achtergrondinformatie.
- Journalisten maken het nieuws openbaar, daardoor ontstaat discussie waarbij
argumenten in het openbaar worden uitgewisseld.
o Die openbaarheid is een fundamenteel kenmerk van onze democratie
- Informatie bevat 3 lagen
o Informatiecontent is eindeloos, de nieuwsstroom houdt niet op. Overal en
elke seconde gebeurd er ‘iets’ waarvan journalisten zich afvragen of het
bruikbaar is of niet.
o Er zijn feiten/berichten: het nieuwsbericht an sich, journalisten rapporteren
over het nieuws van de dag. Wat is er gebeurd? Plaats, datum, aantal
doden?,..
o Duiding/analyse: ze kaderen de feiten in een groter geheel, doen onderzoek,
maken analyses. Hoe komt het dat bv. Ongeval gebeurd is? We onderzoeken
dat en geven er een analyse over.
o En commentaar/opinie: ze laten ruimte voor commentaar, zowel van zichzelf
als andere burgers en zo wordt opinie van volk gemaakt. Vb. Camion ontploft
omdat er geen aanwijzing stond, overheid zei nie meer te veel paaltjes
plaatsen omdat het veel geld kost. Hier vraag stellen, zitten we in
maatschappij dat het oké vind dat mensen dood zijn doordat overheid beslist
borden niet te plaatsen?
o Niet alle lagen komen in elk berichtgeving in even sterke mate voor. Zo zal de
verslaggeving in een populaire krant minder diepgaand zijn dan die in een
kwaliteitskrant.
o De verschillende lagen worden soms ook in 1 bericht verweven. In een
feitenartikel lees je dan al tussen haakjes in cursief het commentaar. “adagio
facts are scared, comment is free”.
- Informatie is cruciaal in een democratie
o Journalisten bepalen mee of het publiek al dan niet zal wakker liggen van een
nieuwsfeit. Door bv. Veel of weinig aandacht te schenken aan het nieuws,
door soort invalshoek,..
§ Ze hanteren hierbij het principe van woord en wederwoord: de
journalist bericht over een onderwerp en laat betrokken partijen aan
het woord. Soms geven ze ook hun eigen mening. Hierdoor krijgt het
publiek dus verschillende meningen waaruit hij een eigen mening
vormt.
§ De informatie die de pers aanbiedt, vormt zo mee de individuele
opinie van burgers over het nieuws.
§ Alle meningen opgeteld, ontstaat een mening die weerspiegelt hoe de
gemiddelde burger over een onderwerp denkt. We noemen die
mening de publieke opinie.
o De informationele functie is die functie die de meeste impact heeft op de
samenleving.
o Hoe de wetgever zorgt voor een onafhankelijke berichtgeving:
LVR