Gezondheidseconomie
Les 1: INLEIDING
1. Algemeen
Hoorcolleges en werkcolleges zijn de kern van de leerstof. Al de extra achtergrondinformatie op Canvas
kan je gebruiken maar is geen leerstof. Het handboek is niet verplicht! De inhoud van de cursus bestaat
uit drie delen, namelijk micro-economie, gezondheidseconomische evaluatie en critical appraisal
gezondheidseconomische studies.
Werkcolleges
- WPO Ia en Ib = micro-economie toegepast op de gezondheidszorg
o Hoe bereken ik marginale kosten? Hoe maak ik een vraag-/aanbodcurve en wat zijn de
mogelijke redenen dat deze verschuiven?
o Hoe bereken ik een prijselasticiteit en wat betekent dit nu?
o Hoe bepaald ik een verzekeringspremie?
- WPO IIa en IIb = gezondheidseconomische evaluatie
o Hoe begin ik er aan?
o Welke data heb ik nodig?
o Hoe structureer/modelleer ik de data?
o Hoe maak ik de berekeningen en kan ik deze correct interpreteren?
o Hoe presenteer ik de data?
- WPO III = critical appraisal gezondheidseconomische studies
o Wat houdt een degelijke gezondheidseconomische evaluatie nu in?
o Hoe wordt dergelijke informatie gepresenteerd?
o Hoe kan ik een oordeel vormen over de kwaliteit van een gezondheidseconomische
evaluatie?
o Evalueren van 2 wetenschappelijke artikels aan de hand van vooraf besproken
checklist tijdens college (groepswerk).
o Online ondersteuning via discussieforum met docent/praktijkassistent.
o Verworven inzichten zijn examenmaterie
➔ De eerste twee werkcolleges worden voorafgegaan door een online formatieve toets.
2. Examen
Het examen is schriftelijk (3u) en zal globaal over de drie delen van de cursus gaan (micro-economie
theorie + oefeningen, gezondheidseconomische evaluatie theorie + oefeningen, kritische evaluatie van
een gezondheidseconomische studie (case studie). Voorbeelden van examenvragen worden
besproken tijdens WPO III. Het is niet echt vanbuiten blokken, maar de aangeleerde tools kunnen
toepassen. Er wordt een kopie van de paper voorzien voor op het examen dus dit moet je niet zelf
meenemen.
1
, 3. Inleiding
3.1. Doelstellingen
In dit vak worden de basisprincipes van de gezondheidseconomie en de gezondheidseconomische
methodes aangereikt, met de nadruk op doelmatigheid van gezondheidszorgsystemen en de
economische evaluatie van medische technologieën.
3.2. Wat is gezondheidseconomie?
Gezondheidseconomie is een toepassing van economische theorieën op problemen gerelateerd aan
zorg. Er zijn meer aspecten dan enkel en kosten. Later zien we dat we in gezondheidseconomie zowel
aandacht hebben voor kosten als effecten die te maken hebben met gezondheid, zodat we kunnen
nagaan of we bepaalde interventies/beleidsbeslissingen nemen die een effect hebben op de
gezondheid. Hoe gaan we dit meten gezondheid? Welke aspecten moeten we in rekening brengen?
Hoe gaat een individu een vraag stellen naar gezondheidszorg? Dit is niet 1 op 1 maar er zitten heel
wat tussenstappen in. Hoe wordt het aanbod van zorg geregeld? Hoe gaat een gezondheidsinstelling
zorg aanbieden aan de potentiële klant? Die komen samen op een markt. Het zorgsysteem wordt
voortdurend gemonitord om te kijken of de efficiëntie kan verhoogd worden en er wordt telkens aan
evaluatie gedaan. (Zie luik I)
3.3. Algemene begrippen
3.3.1. Bronnen en goederen
Bronnen zijn niet direct nuttig aan zich maar in combinatie met andere bronnen kunnen ze ingezet
worden om bepaalde dingen te produceren. Het einde van zo een productieproces noemen we een
goed. Voorbeelden: personeelsbronnen, kapitaalbronnen infrastructuur, materiaal, investeringen in
ontwikkelen van nieuwe methodes,… Dit zijn allemaal bronnen die gecombineerd een goed creëren.
Dit goed is ofwel een dienstverlening, een interventie en dit is het resultaat van een productie waarbij
bronnen werden ingezet. Dit goed dat geproduceerd werd zijn ofwel:
- Consumptiegoederen = Ontwikkeling van een nieuw vaccin dat we uiteindelijk kunnen
consumeren. Hier is technologie voor nodig.
2
, - Intermediaire goederen = Goederen die niet het
eindproduct zijn. Ze fungeren als tussenproduct voor
de productie van nieuwe producten die uiteindelijk
genuttigd worden. Vb. radiatiemethode voor
ontwikkeling van geneesmiddel tegen kanker.
Dus we hebben de consument en de verschillende bronnen.
Die bronnen kunnen geproduceerd worden en komen in de
vorm van een toestel of medicatie die dan uiteindelijk
geconsumeerd worden. Als je goederen consumeert gaat
gezondheid en welbevinden verhogen.
3.3.2. Wat is een markt?
Een markt is de plaats waar een consument en een producent samenkomen. Je hebt huizenmarkten,
automarkten, maar ook de gezondheidszorg is een markt. Als persoon wens je een bepaald goed te
nuttigen (= consument). De producent van dit product kan bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk,
individuele zorgverlener, apotheek,… zijn. In ruil voor een financiële vergoeding wordt er dan een
dienst gepresteerd. De markt is echter wel gekenmerkt door schaarste. De beschikbare bronnen die
zorgen dat goederen tot stand komen zijn niet oneindig. Aan de andere kant is er vaak wel heel wat
vraag naar en zijn de wensen van de consument enorm groot. Het is onmogelijk te voldoen aan alle
wensen van de consument/patiënt. Hiervoor ga je dus keuzes moeten maken. Welke diensten,
technologieën, medicatie,… ga je bijvoorbeeld voorzien. De vraag van schaarste is eigenlijk altijd
aanwezig en maakt het ook noodzakelijk om keuzes te maken.
3.3.3. Wat is economie?
Economie of de economische wetenschap is een sociale wetenschap die keuzes inzake productie en
consumptie onder voorwaarden van schaarste bestudeert, inclusief de gevolgen van deze keuzes voor
de maatschappij. M.a.w. gaat men de productie en consumptie bestuderen onder de voorwaarde van
schaarste. De economie zijn dus alle economische activiteiten die plaatsvinden binnen een bepaalde
regio. De gezondheidseconomie is het toepassen van de economische theorieën op fenomenen en
problemen die gerelateerd zijn aan de gezondheid.
Bijvoorbeeld de uitgaven voor de gezondheidszorg in België ten opzichte van de totale meerwaarde
die we creëren is 10 %. Dit is het resultaat van beleidskeuzes en evoluties in België die ervoor zorgen
dat er voor het totale pakket van gezondheidszorg keuzes gemaakt zijn op een bepaald moment om
hier 10,3% van onze totaal gecreëerde meerwaarde aan te alloceren. Vergeleken met andere landen
zit België hierin vrij hoog. Investeren in gezondheidszorg zorgt wel voor minder budget voor andere
domeinen zoals defensie, verkeersveiligheid,…
Hetzelfde geldt voor Vlaanderen. In de 6e staatshervorming is een groot budget overgeheveld naar het
Vlaams niveau. Voor Vlaanderen wordt 30% van dit budget hierbij gespendeerd aan het departement
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Hiervan gaat dan nog een deel van het budget naar het Vlaams
Agentschap Zorg en Gezondheid en hiervan gaat dan weer een deel naar eerstelijnsgezondheidszorg,
3
, preventie, ouderenzorg,… Het is dus telkens de vraag hoe je de middelen gaat inzetten (waarin je het
gaat investeren) om een bepaald doel te bereiken.
3.3.3.1. Schaarste in middelen – 4 basisvragen
1. Hoe gaan we onze middelen inzetten voor gezondheidszorg en niet gezondheidszorg
gerelateerde domeinen met als doel maximale gezondheid van onze bevolking proberen
bereiken.
2. Verdeling goederen en diensten binnen gezondheidszorg (kapitaal, infrastructuur, arbeid) =
Efficiënt verdelen. Hoe kunnen we beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk inzetten tussen
gezondheidszorg en niet gezondheidszorg gerelateerde domeinen om de gezondheid van onze
bevolking te optimaliseren? Onze ministers zitten hier samen rond de tafel met grote pot en
de vraag is hoe deze pot onder de ministers wordt verdeeld. Als dit gelukt is moet je als
minister denken hoe je dit bedrag gaat inzetten. Ga je investeren in hypermoderne
operatiekwartieren, eerstelijnsgezondheidszorg,… Hoe ga je dit budget zo optimaal mogelijk
verdelen binnen de verschillende domeinen van de gezondheidszorg om zo optimaal mogelijk
te kunnen produceren.
3. Als we een bepaald budget hebben gealloceerd hoe kunnen we dan de goederen
(dienstverlening binnen een bepaald domein) zo efficiënt mogelijk gaan produceren? Welke
middelen zijn er nodig om die goederen en diensten te produceren? = Efficiënt produceren
Vb. door wie ga je de vaccinaties laten uitvoeren? Het zou ons als land veel meer kosten de
vaccinaties enkel te laten uitvoeren door huisartsen. Ga je die dus ook laten uitvoeren door
verpleegkundigen of andere professionals?
4. Voor wie zijn de goederen en diensten bestemd? = Equity vraagstuk. Gaan we ervoor zorgen
dat iedereen met dezelfde nood dezelfde toegang krijgt tot de zorg. Ga je middelen inzetten
in functie van de nood aan bepaalde zorg? = Toegankelijkheid (equity)
➔ Dus eerst efficiënt verdelen, dan efficiënt produceren en dan aandacht besteden aan de
toegankelijkheid. Het is niet altijd nodig om aan iedereen evenveel te geven.
3.3.4. Keuze en opportuniteitskost
Een keuze wordt ingegeven door het dilemma van schaarste. De opportuniteitskost wil zeggen dat als
je kiest voor 1 goed dit een effect heeft op het beschikbaar stellen van een ander goed. M.a.w. is de
opportuniteitskost eigenlijk de waarde of het voordeel dat we uit het alternatief hadden kunnen halen,
maar dat we niet gerealiseerd hebben, omdat al het materiaal is ingezet voor een ander goed.
4