Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting TA I: weekoverzicht van stof, colleges en werkgroepen €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting TA I: weekoverzicht van stof, colleges en werkgroepen

1 vérifier
 62 vues  8 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Weekoverzicht inclusief stappenschema's en voorbeelden van het vak Tax Accounting I. Overzicht van alle stof, colleges en werkgroepen.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • Oui
  • 13 décembre 2021
  • 58
  • 2020/2021
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: shandiyaoedairam • 2 année de cela

avatar-seller
WEEK 1: INTRODUCTIE, FINANCIËLE GEBEURTENISSEN, BOEKHOUDEN &
VERMOGENSVERGELIJKING
Deze week is een introductie gegeven van het vak, en zijn veel basis situaties uitgelegd en behandeld.

Balans Eigenschappen
Bezittingen – Activa – Schulden – passiva – credit  Bezit = EV – VV
Debet – hoe hebben we het  EV = bezit -/- VV
Wat hebben we? gefinancierd?  Balans is een momentopname
Vaste activa (langer dan Eigen vermogen  Eigen vermogen is de ‘sluitpost’
één productieproces)
Immateriële Kapitaal Mutaties
Materiële Reserves  Er kunnen zich situaties voordoen bij
een onderneming waardoor er
Financiële Onverdeelde winst mutaties plaatsvinden op de balans
 Stappen:
Vlottende activa (één Lang vreemd vermogen o Wat gebeurt er met je
productieproces) liquide middelen (bank en
Voorraden Voorzieningen kas)?
o Kan je er iets voor activeren
Debiteuren Obligatieleningen (bijvoorbeeld nieuwe
Bank voorraad)?
Kas Kort vreemd vermogen o Zo nee?  mutatie van EV

Crediteuren Mutatie van EV door:
Rekening courant  Winst / verlies
Bank  Stortingen en onttrekkingen (komen
ten laste van kapitaal/reserves niet
Totaal Totaal winst)
 Rechtstreeks (herwaardering)
Om de mutatie van de post onverdeelde winst nader te
specificeren wordt een winst- en verliesrekening opgesteld.

Winst- en verliesrekening
Scontro vorm: Kenmerken
Kosten Opbrengsten  Indien er mutaties plaatsvinden in de
Kostprijs van de omzet Omzet (opbrengsten) onderneming die invloed hebben op
Afschrijvingen de winst, worden deze mutaties
Bedrijfskosten gespecificeerd in de wr-rekening
Rentekosten  De sluitpost wordt hier gevormd,
(winst) (verlies) door ofwel winst, ofwel verlies
Totaal totaal o Deze post is in de meeste
gevallen net zo hoog als de
Staffel vorm: post onverdeelde winst in de
Omzet balans
 Geen momentopname, geeft aan wat
Kostprijs van de omzet -/-
er het resultaat was tussen twee
Brutomarge
opeenvolgende balansdata
Afschrijvingen -/-  Let op van een onttrekking of storting
Bedrijfskosten -/- word je niet rijker, deze wordt dus
Rentekosten -/- ook niet in de wr opgenomen
Winst

,Verschil opbrengsten en kosten VS ontvangsten en uitgaven
 Niet door elke ontvangsten en uitgaven word je rijker of armer
 Pas als je ergens armer of rijker door wordt, is er sprake van opbrengsten en kosten
 Op de balans worden alle uitgaven en kosten / opbrengsten en kosten opgenomen, terwijl de
winst en verliesrekening slechts de winst specificeert, dus op de WR-rekening worden alleen
de opbrengsten en kosten weergegeven!
o Onthoud: als activum gelijk blijft  geen opbrengst, als activum stijgt  opbrengst
 Tenzij lening/ev storting waardoor liquiditeit stijgt
 Stijging liquiditeit betekent niet dat winst stijgt

Voorbeelden van situaties die kunnen ontstaan:
Ontvangsten/opbrengsten
 Ontvangsten geen opbrengsten
o Storting EV: je wordt niet armer of rijker (schuld aan jezelf)
o Lening nemen: je wordt niet armer of rijker (er ontstaat een schuld)
o Iemand betaalt een rekening (je krijgt wel geld binnen, maar was al opbrengst toen
je debiteur erbij kreeg)
o Aanpassing op balans, maar niet op WRR
 Opbrengsten geen ontvangsten
o Je verkoopt voorraad (voor hogere prijs dan inkoopprijs) en de koper hoeft pas later
te verkopen: je wordt al rijker (immers je krijgt er een bezitting bij (debiteuren)), ook
voordat daadwerkelijk is betaald
o Aanpassing balans, en opnemen in WRR
 Opbrengsten en ontvangsten
o Je verkoopt voorraad (tegen hogere prijs dan inkoopprijs) tegen contante betaling (je
activum wordt meer dus opbrengst)
o Aanpassing balans, en opnemen in WRR

Uitgaven/kosten
 Uitgaven geen kosten
o Kopen van voorraad met banksaldo: je wordt niet armer of rijker, je geeft geld uit,
maar er komt iets voor terug (pas kosten als je voorraad verkoopt ogv matching)
o Aanpassing op balans, maar niet op WRR
 Kosten geen uitgaven
o Afschrijving (je geeft niet daadwerkelijk iets uit, maar wel waardevermindering)
o Aanpassing balans, en opnemen in WRR
 Geen kosten geen uitgaven
o Voorraad kopen op rekening (je hebt nog niet minder geld, maar wel extra crediteur
die ten laste komt van je winst), daartegenover kan je de voorraad activeren
o Aanpassing op balans, maar niet op WRR
 Kosten en uitgaven
o Je huurt een bedrijfspand en betaalt contant
o Aanpassing balans, en opnemen in WRR

Welk moment dien je de winst te nemen?
 Opbrengsten
o Het gaat om de opbrengst: dus op het moment van het leveren van de prestatie door
de verkoper (vaak leveren), en niet het moment van ontvangst. Deze momenten
mogen en kunnen verschillen
 Kosten
o Indien een ondernemer geld uitgeeft kan dit op twee manieren verwerkt worden:

,  Activeren (matchingsbeginsel)
 Bank omlaag, actief omhoog
  geen winst of verlies, alleen uitgave
 Op het actief dient in de jaren erna te worden afgeschreven, dan pas
worden er kosten gemaakt (je verdeelt als het ware de uitgave over
meerdere jaren aan kosten)
 Niet activeren
 Bank omlaag, winst omlaag
 Direct ten laste van je winst
 Bij het in 1x nemen van de kosten (ipv afschrijven) kan je het allemaal
meteen ten laste van de winst laten komen waardoor je weinig belasting
hoeft te betalen, dit mag niet.

Beginselen
Er zijn veel basisbeginselen betreffende de boekhouding en jaarrekeningen. Een aantal van deze
geven richtlijnen voor de vraag aan welke periode een opbrengst of kosten moet worden
toegerekend. Deze beginselen kunnen soms botsen. Je moet continue een middenweg vinden.

Accrualbeginsel (baten- en lastenstelsel / toerekeningsbeginsel) (2:362 lid 5)
 Voor de winst en het administreren gaan we uit van opbrengsten en kosten
o Deze worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben (wanneer
de prestatie geleverd is) ongeacht of in die periode ook de ontvangsten en uitgaven
zijn binnengekomen
 Volgens het cash beginsel zouden we uitgaan van ontvangsten en uitgaven (vroeger)
o Ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking
hebben
 Ze kunnen dus niet gelijktijdig worden geadministreerd
o Als de prestatie in 2018 wordt geleverd, maar het geld pas betaald wordt in 2019
o Is er in 2018 een opbrengst, maar in 2019 pas een ontvangst
 Gevolg is ook dat een overeenkomst geen gevolg hoeft te hebben voor de boekhouding

Realisatiebeginsel (2:384 lid 2)
 ‘’Winsten worden genomen voor zover zij op de balansdatum zijn verwezenlijkt’’
o Opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarin een goed of dienst wordt
geleverd (prestatie)

Matchingsbeginsel
 Uitgaven die samenhangen met de opbrengsten worden verantwoord als kosten in dezelfde
periode als waarin deze omzet is gerealiseerd (product matching)
o Als uitgaven al eerder zijn gedaan worden ze geactiveerd op de balans
 Voor niet direct met de omzet samenhangende bedrijfskosten geldt dat de uitgaven moeten
worden toegerekend aan de periode waarin men er baat bij heeft (periode matching)

Voorzichtigheidsbeginsel (2:384 lid 2)
 Ondernemer mag zich niet rijker rekenen dan dat hij is
o Rem op realisatiebeginsel en matchingsbeginsel
 Verliezen moeten in aanmerking worden genomen zodra deze kunnen worden
geconstateerd, terwijl winsten mogen worden genomen voor zover voldoende duidelijk is
dat zij bestaan
o Mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar
mogen in acht genomen worden:

,  Blijkt dat een debiteur door problemen niet in staat is te betalen, dan moet
het oninbare bedrag (vermoedelijke bedrag) ten laste van het resultaat
worden gebracht en dus worden afgewaardeerd.
 Juridisch blijft de vordering op de debiteur bestaan
 Als onzekerheid gaat ontstaan of uitgaven wel terugverdiend kunnen
worden, dan moet ook een afwaardering plaatsvinden via het resultaat

Continuïteitsbeginsel (2:384 lid 3)
 Bij het opstellen van de balans wordt voortzetting van de onderneming verondersteld

Afgrenzingsprincipe (2:362 lid 6)
 De toestand op de balansdatum is beslissend

Gelijktijdige stelselmatigheid (2:362 lid 2)
 De gekozen grondslag moet voor gelijksoortige posten consistent worden doorgevoerd

Bestendige gedragslijn (volgtijdige stelselmatigheid) (2:384 lid lid 4)
 In opeenvolgende perioden blijven de grondslagen en hun toepassing alsmede de
presentatie gelijk, tenzij er gegronde redenen zijn om af te wijken

Afschrijvingen, voorzieningen en overlopende posten (uitwerking van de beginselen)
Afschrijvingen
 Als je ervoor kiest, op het moment dat je geld uitgeeft, om te activeren, dan neem je niet in
1x de kosten, maar ga je de kosten over meerdere jaren verspreiden
 Zie week 2

Voorzieningen
 Indien je voorraad verkoopt met garantie, dan weet je dat je bijvoorbeeld in de komende 3
jaar een bepaald bedrag moet betalen aan kosten. In plaats van dat je je voorraad verkoopt,
winst neemt, en wacht tot je geld moet uitgeven om aan je garantieverplichtingen te
voldoen, waardoor je winst weer daalt, vorm je een voorziening
 Je wil deze kosten voor de reparaties immers eigenlijk matchen aan de opbrengst die je hebt
behaald door de verkoop
 Je vormt dus een voorziening (lang vreemd vermogen), waardoor je winst, bij verkoop van de
machines, minder stijgt dan zonder voorziening.
 Bij vorming voorziening bij verkoop:
o Voorraad: - 10
o Bank: + 15
o EV: + 3
o Voorziening + 2
 Bij gebruik:
o Bank: -2
o Voorziening – 2
 Bij geen gebruik nadat je niet meer garantie hoeft te bieden:
o Voorziening – 2
o Winst +2

Overlopende posten
 De situatie waarin iemand meerdere jaren aan huur vooruitbetaald of aan premies achteraf
betaald kan zich voordoen. In plaats van dat je de opbrengsten/kosten dan in 1x neemt, wil

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vladimirglutin. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  8x  vendu
  • (1)
  Ajouter