Alle hoofdstukken van het van Bichemie: Metabolisme zijn in dit document samengevat in de vorm van vragen.
De hoofdstukken zijn; suikermetabolisme, lipidenmetabolisme en stikstofmetabolisme.
De vragen zijn ook uitgewerkt, de vragen zijn zeer gelijkaardig aan wat er op het examen gevraagd werd in...
Metabolisme
1. Wat is de cruciale rol van de lever in het suikermetabolisme?
a. Alle suikers uit de voeding worden als monoachariden door de poortader naar
de lever vervoert. De levercellen nemen de monosachariden op.
b. Hexosen worden omgezet tot glucose.
c. Glucose wordt omgezet in glycogeen en opgestapeld in de levercellen.
2. Wat gebeurt er tijdens de glycolyse? Waar? Wat is het eindproduct?
a. Glucose wordt afgebroken tot 2 pyruvaten. Kathabole weg.
b. Gebeurt in het cytoplasma van alle cellen
c. Produceert 2ATP
3. Wat zijn de twee fases van de glycolyse? En wat gebeurt hier?
a. Glucose wordt gefosforyleerd en herschikt tot fructose-1,6-difosfaat (anabole
weg). Fructose-1,6-difosfaat wordt omgezet in 2 triosefosfaatmoleculen.
b. Triosefosfaatmoleculen herschikt en geoxideert tot pyruvaat (kathobole weg).
4. Wat zijn processen die nauw verbonden zijn aan de glycolyse?
a. De opname van glucose in cellen is verbonden aan de fosforylatie van glucose.
b. Anërobe energie leverin-> lactaatdehydrogenase zet pyruvaat om in lactaat.
c. Pyruvaatdehydrogenase zet pyruvaat om in Acetyl-CoA, dat gebruikt kan
worden in de citroenzuurcyclus.
5. Hoe wordt glucose opgenomen in de cellen?
a. De monosachriden worden door de darmepitheelcellen opgenomen. De
opgenomen suikers kunnen pasief diffunderen in de bloedbaan. Alle aders van
de darm komen samen tot de lever poortader. De lever kan bepalen of suiker
opgeslagen moet worden of moet vrij gegeven worden aan de bloedbaan.
b. Glucose kan niet in een cel diffunderen omdat deze te groot is. Dus het maakt
gebruik van carries. Dit zorgt voor een gefaciliteerde passieve diffusie.
6. Wat is gefaciliteerde diffusie?
a. Voor de glucose transport zijn er carriereiwitten nodig.
b. Er moet een concentratieverschil zijn, dit bepaald de transport snelheid.
c. De aantal carries beïnvloed ook de transportsnelheid. Insuline kan het aantal
carries doen stijgen.
d. De carries zijn isomeren, de type carries verschilt van weefsel tot weefsel maar
hebben dezelfde functie.
7. Wat is de fucntie van glucosetransporters1,3 en 4?
a. Deze spelen een rol in de opname van suiker in allerlei type cellen.
8. Wat is de fucntie van glucosetransporter 2?
a. Kan glucose zowel opnemen als afstaan, bevind zich in de lever.
9. Wat is het invloed van insuline op glucosetransporter 4?
a. De aantal GLUT4 stijgt waardoor er meer suiker opgenomen kan worden.
10. Wat is de totaal reactie van de glycolyse?
a. Glucose +2Pi+2NAD+ADP à 2pyruvaat+2NADH+2H+2H2O+2ATP
11. Wat zijn hexokinase en glucokinase?
a. Twee isoenzymen die glucoce+ATP omzetten in glucose-6-fosfata+ADP.
Zitten is verschillende cellen en worden anders gereguleerd. Deze reacties zijn
fysologisch irreversible.
b. Hexokinase kan verschillende type hexoses fosfolyleren.
c. Glucokinase zit in de lever, eten heeft invloed op de activiteit. Hoe meer
glocuse in poortaarder hoe meer opname.
, 12. Hoe wordt de glycolyse gereguleerd?
a. Door enzymen zoals hexokinase/glucokinase, fosfofructokinase-1 en
pyruvaatkinase.
b. Op lange termijn kan een aanpassing van het dieet een invloed hebben op de
insuline en de glucagon.
13. Hoe wordt hexokinase gereguleerd?
a. Glucose-6-fosfaat zal de hexokinase allosterisch inhibiteren.
14. Hoe wordt glucokinase gereguleerd?
a. Lever zet alle suikers om in vetten en glycogeen. Dus glucose-6-fosfaat geen
inhibitor.
b. Glucokinase in de kern is gebonden aan een glucokinase regulator eiwit
waardoor de glucokinase inactief is.
c. De fructose-6-fosfaat doet de glucokinase activiteit afnemen.
15. Hoe wordt de fosfofructokinase-1 gereguleerd?
a. Allosterische activator:
i. AMP-> de concentratie stijgt bij een actieve cel.
ii. Fructose-2,6-difosfaat een allosterische activator
b. Allosterische inhibitor:
i. ATP-> hoge concentratie in een rustende cel.
ii. Citraat inhoibeerd
16. Welke cyclusen worden geïnhibiteerd door cirtaat?
a. De glycolyse
b. De Krebscyclus
c. De vetzuur oxidatie
17. Welke cyclus wordt gestimuleerd door citraat?
a. De vetzuur synthese
18. Hoe reguleerde de energiebehoefde ATP/AMP de glycolyse?
a. Lage ATP/AMP concentratie allosterische activatie.
b. Hoge ATP/AMP allosterische inhibitie
19. Hoe wordt de pyruvaatkinase gereguleerd?
a. Allosterisch door fructose-1,6-difosfatase
20. Wat zijn intermediare pathways?
a. Pathways waaruit intermediaren geproduceerd worden. De neoglucogense,
glycogeenpathways en pentosefoasfaatpathway.
21. Hoe kunnen fructose en galactose afgebroken worden?
a. Fructose kan omgezet worden tot intermediaren van de glycolyse en dan
verder naar glucoe of geoxideert pyruvaat.
b. Galactose kan ook via omzetting in de glycolyse komen.
22. Hoe kan men de glycolyse verbinden met de VZ metabolisma?
a. Glycerol-3-fosfaat dehydrogenase zet dihydroxy-acetonfosfaat om in glycerol-
3-fosfaat, dit wordt dat gebruikt voor de synthese van triglyceriden.
23. Wat doet pydruvaatdehydogenase?
a. Pyruvaat tot Actyl-CoA
24. Wat doet pyruvaatcarboxylase?
a. Pyruvaat tot oxaalacetaat
25. Wat doet de lactaatdehydrogenase?
a. Pyruvaat tot lactaat, anaërobe verloop glycolyse
26. Wat doet alanine aminotransferase?
a. Zet pyruvaat en gutamaat om in alanine en ketozuren
27. Hoe wordt NAD+ anaeroob geregeneerd?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Alios. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.