Hoofdstuk 1: Welzijn in de
Verzorgingsstaat
Welvaartstaat= :
Betekenis:
De samenlevingsvorm van sommige rijke geïndustrialiseerde
landen waarbij een aantal grondrechten/mensenrechten van
de burger effectief gewaarborgd worden.
Deze grondrechten zijn bedoeld om zijn materiële welvaart en zijn
kansen tot ontplooiing te bevorderen.
Dit alles gebeurt binnen de parlementaire democratie en met
behoud van de vrije markt-economische productiewijze.
Kenmerken van de welvaartstaat:
Hoog welvaartspeil
Overheidsoptreden
Grondrechten (preventief)
Vrije markt en overleg
Democratie
De welvaarsstaat is niet-staats en is verzuild:
Niet-staats:
sociale organisaties zijn sterk betrokken :
o bij besluitvorming
Bv Sociaal overleg (wg-wn)
o en bij uitvoering van het sociaal beleid
Bv Uitbetaling van uitkeringen door
ziekenfonds/vakbond/...
o Overheid controleert
Verzuild middenveld
Middenveld = sociale organisaties
Verzuiling = tal van maatschappelijke initiatieven vanuit 3
ideologieën (20ste eeuw): katholieken/liberalen/socialisten
21ste eeuw: verzuiling afgebrokkeld-> ontzuiling
maar koepels nog sterk.
Nieuwe sociale bewegingen
Korte historische schets:
Historiek in 5 fasen (alleen hier de jaartallen kennen):
Fase1. 1800 - 1880: “de sociale kwestie”
Iets grotere levensstandaard door industrialisatie
Weinig overheidstussenkomst, wel vrijheid (tgv Fr Revol.)
Hongersnood, kinderarbeid, geen sociale bescherming
--> Dankzij solidariteit ontstaan coöperatieves: de ‘voorlopers’
van ziekenfondsen en vakbonden
, Fase 2. 1880 – 1919: eerste sociale wetten ter bescherming van de
arbeiders
Leerplicht, zondagsrust, verbod op kinderarbeid
Meervoudig stemrecht 1893
Oprichting vakbonden en landsbonden ziekenfondsen
Fase 3. Tussen W.O.I en W.O.II: sociaal overleg
Economische crisis, werkloosheid, opkomst totalitaire regimes
in Europa
Groeiend besef van belang overheidsingrijpen in economie
Groeiend belang sociaal overleg
Fase 4. Na W.O.II tot 1973: concrete uitbouw en bloei van de
welvaartsstaat
uitbouw sociale zekerheid (KB, ZIV, WL, pensioenen)
Kinderbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering,
werkloosheid en pensioenen)
uitbouw overleg werkgevers-werknemers
uitbouw zorgvoorzieningen
Vrouwenstemrecht = 1948 & optrekken leerplicht 14-16-18
Fase 5. eind 20ste eeuw: naar actieve welvaartsstaat
1973 oliecrisis en jaren ‘80 economische crisis regeringen
moeten besparen
Positief: Welvaartsstaat biedt bescherming, is succesverhaal.
Maar,
Betaalbaarheid sociale zekerheid onder druk door:
o Demografische veranderingen (vergrijzing &
ontgroening)
o Andere manier van leven (eenoudergezinnen, …)
En andere vragen bij de welvaartsstaat:
o Globalisering (flexibelere jobs, productiebedrijven naar
‘lageloonlanden’…)
o Milieuproblemen : grenzen aan groei
De actieve welvaartsstaat:
Activering: moeilijkheden:
Bepaalde groepen vinden moeilijk werk
Kwaliteit van het werk?
Combinatie gezin en arbeid? Onbetaalde zorgarbeid?
Vrijwilligerswerk?
Antwoord: activeringsidee:
Meer mensen activeren -> uitkering geven
“Meer mensen aan het werk “
basis van het beleid (sinds 2005)
De nieuwe sociale kwestie en de risicosamenleving:
Belang van kennis
Kennis- of informatiemaatschappij
Levenslang leren
, Nieuwe sociale kwestie:
kloof hooggeschoolden<>laaggeschoolden (hoger)
Zoektocht naar nieuwe remedies voor sociale bescherming…
Voorspellen van risico’s:
« Risicosamenleving »: minder kansen voor mensen met
beperkingen of lage scholing
Welzijn en welzijnsbeleid, welzijnszorg en welzijnszorgbeleid:
Betekenis:
WELZIJN =
toestand van welbevinden
Zich kunnen ontplooien met respect voor de ontplooiing van
de anderen
WELBEVINDEN = fysisch en psychisch gezond, relationeel,
materieel, immaterieel, (breed!) = kwaliteit van leven
Welzijn > dan welvaart!
WELZIJNSBELEID:
Via beleid welzijn bevorderen
Verantwoordelijkheid van diverse beleidsniveaus en instanties
= SOCIAAL BELEID (nog breder)
WELZIJNSZORG
Antwoord van omgeving op noodsituaties
Noden veranderen doorheen tijd
Snelle evolutie van zorgsectoren
WELZIJNSZORGBELEID:
Specifiek beleidsterrein
Verantwoordelijkheid minister van Welzijn
Soorten sociale overheidsuitgaven: sectoren en categorieën:
Indeling in sectoren of categorieën:
Sectoraal beleid:
Mbt verschillende sectoren/domeinen van het maatschappelijk
leven
(vb. gezondheidszorg, onderwijs, …)
Categoriaal beleid:
richt zich naar bepaalde doelgroepen
(vb. personen met een handicap, mensen met migratie-
achtergrond, jongeren…)
Steeds meer integrale aanpak, over muurtjes heen
Beleidsniveau en bevoegheidsverdeling:
Welvaartsstaat = ambitieus voor elk beleidsniveau:
Europese en internationale akkoorden en bevoegdheden.
Vb Internationaal Verdrag voor rechten van personen met een
handicap -> inclusie
Vlaamse bevoegdheden(gemeenschap/gewest):
, vb. welzijn, onderwijs, wonen, arbeidsbemiddeling, ..
Toegenomen door 6de staatshervorming
Federale bevoegdheden:
vb. pensioen (sociale zekerheid), leefloon, …
Bevoegdheid gemeente: vb. OCMW, lokaal sociaal beleid
(Bevoegdheid provincie: ingeperkt op sociaal vlak)
Takken aan de welzijnsboom:
Welzijnszorg
Gezondheidszorg
Onderwijs en leren
Jeugdwerk
Veiligheid
Uitdagingen van het welzijnsbeleid:
Snelle ontwikkeling sector
Langetermijnbeleid
Versnippering
Vraag neemt steeds toe
Grote noden welzijns-en gezondheidssector maar beperkte middelen
-> Hoe gaat beleid om met uitdagingen?
Preventie, echelonnering en zorgmilieus:
Revalidatiecentra, aangepaste
levensstijl
Borstkankerscreening
Veiligheid, bescherming hygiëne
zoals tandenpoetsen, luizen
Echelonnering : welke zorg voor wie toegankelijk?
4de lijn – zeer ver doorgedreven specialisatie
3e lijn – hooggespecialiseerde zorg
2e lijn – specialistische zorg na verwijzing
1e lijn – 1ste contact met professionele zorgsysteem
0e lijn – zelfzorg, mantelzorg
Zorgmilieus : welke zorg?
ambulant/extramuraal ---semi - residentieel---
residentieel/intramuraal
Responsabilisering (= wijzen op verantwoordelijkheid):