Sociaal methodisch werken
Inleiding social casework in de 21e eeuw
cursus p. 8 - 19
Kenmerken van methodisch handelen:
• Doelgericht: gericht op het behalen van doelstellingen
• Procesmatig: gericht op verschillende processen → hoe pak ik het aan?
• Systematisch: werken vanuit een geordend stappenplan
Sociaal werk was vroeger een boom met drie takken:
• Social casework: oudste methode, individuele hulpverlening
• Maatschappelijk groepswerk of groepsmaatschappelijk werk: maatschappelijk functioneren
verbeteren (d.m.v. Doelgerichte groepservaringen en problemen in groep laten verwerken →
lotgenotenprincipe & helpersprincipe)
• Samenlevingsopbouw of opbouwwerk: maatschappelijke problemen aanpakken dmv participatie
met doelgroep → sociale cohesie
Nu: vele vertakkingen → diverse methodieken met specifieke doelgroepen
Elke methode heeft vier lagen:
• Doelstelling: consensus
doel social casework: mensen sterker maken/empoweren, zorgen dat mensen terug
greep/controle krijgen op het eigen leven, welzijn bevorderen/verbeteren
• Visie: uitgangspunt, gedachtengoed
visie social casework: idem doel
• Relatie: hoe benadert de hulpverlener de cliënt, hoe gaan ze met elkaar om?
• Technieken/interventies: elke methode heeft zijn specifieke gesprekstechnieken
Dé methodiek of methode voor het sociaal werk bestaat niet:
Afhankelijk van persoon en situatie (wat voor de één werkt, werkt voor de ander miss niet)
Wat de hulpverlener doet moet in ontwikkeling zijn met de client: je ontwikkeld een bepaalde
handelingsmanier voor een bepaalde persoon in een bepaalde situatie (maatwerk)
,Doel van het sociaal werk:
• Mensen tot hun recht laten komen (sociaal-politieke functie)
Hoe kunnen we het beste uit iedere mens halen?
Minder ongelijkheid en meer rechtvaardigheid
→ mensenrechten als streefdoel
• burgers aan hun recht laten komen (waarborgfunctie)
Realiseren van toegang tot rechten
→ mensenrechten als toetsingsinstrument
De 5 krachtlijnen: zie algemeen blad
Kernwaarden van een sociaal werker: zie algemeen blad
H1: Welke woorden gebruiken sociaal werkers?
groen boek p. 22 - 48
Zie begrippenlijst
H2: Welke waarden inspireren en sturen social casework?
groen boek p. 50 - 59
IFSW = international federation of social workers
IASSW = international association of schools of social work
→ globale definitie van sociaal werk beroep (2014)
Sociaal werk is een praktijk gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering
en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert? Principes van
sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit
staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen,
menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en
structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen. De
bovenstaande definitie kan naar gelang de nationale en/of regionale situatie versterkt worden.
2
, H3: Hoe verloopt het proces (niet) in social casework?
groen boek p. 63 - 83
Deel 1: Inleidende begrippen
Wat is sociaal werk, maatschappelijk werk, social casework, een methode? groen boek p. 63 – 66
A) Wat is sociaal werk?
= bredere term dan maatschappelijk werk (dit is één afstudeerrichting binnen het sociaal werk)
• Werken met individuen en gezinnen → verbindend werken
• Groepswerk → verbindend werken
• Signaleren (social reform) → politiserend werken
• Sociaal wetenschappelijk onderzoek → proceslogica
Koepelbegrip: individuele hulpverlening, sociaal cultureel werk, sociaal beleid, sociaal pedagogisch en
orthopedagogische hulpverlening, maatschappelijk advisering en hulpverlening, cultureel werk…
B) Wat is maatschappelijk werk?
= professionele manier van hulpverlenen
→ mensen tot hun recht & burgers aan hun recht te doen komen ( = centrale uitganspunt )
Wat maakt maatschappelijk werk uniek t.o.v. Andere professionele hulpverleners?
• Laagdrempeligheid, toegankelijkheid (1e en 2e lijnzorg) → nabijheid
• Emancipatorische visie (empowerment: leren gebruik maken van eigen mogelijkheden) →
verbindend werken & proceslogica
• Spanningsveld tussen cliënt en samenleving → verbindend werken
• Signaalfunctie: informatie leveren, vertalingsfunctie → politiserend
• Generalistische en integrale benadering → generalistisch werken
Kenmerken van maatschappelijk werk:
• Moeilijk te begrenzen (loopt door elkaar, raakvlakken, overlappingen)
• Vele sectoren en diverse werkvormen (met diverse methodieken) per organisatie
• Diverse kerntaken als maatschappelijk werker
• Korte of langdurige processen
• Vrijwillige en gedwongen hulpverlening (opgelegd, drang-dwang)
• Is steeds in ontwikkeling (vb. Casemanagement, zorgcoördinator, procesbegeleider… )
Troef / sterktes van maatschappelijk werk:
• Innoverend werken, relatiecompetentie → verbindend werken , procesmanagement
(processen aansturen en begeleiden), dienstverlenende competentie
3