H1: De toegankelijkheid van hulp- en dienstverlening
De toegang tot noodzakelijke hulp- en dienstverlening wordt belemmerd door verschillende
drempels.
• organisatorische drempels
• relationele drempels
• individuele drempels
Drempels op het niveau van de vraagzijde
= drempels op het niveau van de cliënt en zijn (probleem)situatie.
→ wijzen niet op de schuld van de cliënt
Opvattingen, houdingen en overtuigingen weerhouden mensen om hulp te zoeken
• taboes en vooroordelen
• ik los het zelf op
• gevoelens van schaamte, wantrouwen of minderwaardigheid
• beperkte kennis of foute informatie
• zich moeilijk kunnen verplaatsen
De hulpverleningsrelatie is belangrijk.
Een effectieve / doeltreffende hulpverleningsrelatie wordt gekenmerkt door:
toewijding, vertrouwen, betrokkenheid, empathie, aanvaarding, oprechtheid
De samenwerking kan onder druk staan door de verschillende achtergrond & het verschil in
sociale positie. Dit kan leiden tot:
gebrek aan inlevingsvermogen, te hoge verwachtingen, misverstanden en vooroordelen
→ gevoelens van schaamte, onmacht, stigmatisering en wantrouwen kunnen versterkt worden
Het onderscheid tussen een ‘goede’ en ‘slechte’ client of organisatie is een sociale constructie
(een opgeplakt label).
Drempels op het niveau van de aanbodzijde
= drempels op het niveau van de organisatie
→ organisatie voldoet niet aan de 7 b’s
, De 7 b’s
1. Bekendheid
• Weten burgers bij welke organisatie ze met een bepaalde hulpvraag terecht kunnen?
• informatieve drempels: informatie niet bij de juiste doelgroep krijgen,
• versnippering van de zorg- en welzijnssector: zeer complex
2. Bereikbaarheid
• Mate waarin het aanbod fysiek, ruimtelijk en in tijd toegankelijk is
• Winkelmodel: hulpverleners zoeken de doelgroep niet op, maar verwachten dat de
hulpvrager zich zelf komt aanmelden: drempelverhogend (hoe formuleer ik mijn vraag?)
3. Beschikbaarheid
• Mate waarin burgers eenvoudig en binnen afzienbare tijd een beroep kunnen op een
aanbod → onder druk door wachtlijsten, wachttijden en administratieve drempels
4. Begrijpbaarheid
• Mate waarin het aanbod en de mogelijkheden duidelijk zijn voor (potentiële) gebruikers.
5. Betrouwbaarheid
• Mate waarin gebruikers de dienstverlener en het aanbod als betrouwbaar percipiëren.
• Wordt er naar mij geluisterd? Wordt er tijd voor mij gemaakt?
6. Betaalbaarheid
• Mate waarin de kostprijs een drempel vormt voor (potentiële) gebruikers.
• Vanuit organisatorisch oogpunt → bijkomende financiële drempel: welke middelen zijn
voorhanden om een toegankelijk en kwalitatief aanbod uit te bouwen?
• Cherry picking → complexe aanmeldingsprocedures als strategie om werk / caseload
hanteerbaar te houden
7. Bruikbaarheid
• Mate waarin het aanbod voldoet aan de behoeften van (potentiële) gebruikers.
8. De Binnenste B (niet in het handboek, zelf bedacht door Mr. Broos)
• Gaat over de manier waarop innerlijke factoren invloed hebben op de hulpverlening
(zowel bij de cliënt als bij de hulpverlener).
• O.a. schaamtegevoelens, angstgevoelens, anti- of sympathieën, ongemotiveerd…
, Gezondheid
Een belangrijk levensdomein is gezondheid en gezondheidszorg.
Factoren die je gezondheid kunnen beïnvloeden:
1. Armoede
• ‘arm maakt ziek, ziek maakt arm’ → complexe relatie armoede en gezondheid
• vaak gedwongen om gezondheidszorgen uit te stellen
2. Opleidingsniveau
• Gaat niet over kloof → gaat over sociale gradiënt
• Hangt samen met de positie op de maatschappelijke ladder (hoe hoger, hoe beter)
3. Ons gezondheidszorgsysteem
• Financieel vrij toegankelijk
• MAAR mensen weten niet altijd waar ze recht op hebben
• Non-take-up: mensen ontvangen niet waar ze recht op hebben
De kernwaarden van sociaal werk
Sociaal werk is mensenwerk. De kernwaarden zijn persoonsgebonden competenties, ze behoren
tot de basishouding van een Maatschappelijk Assistent.
1. Reflectief: denkt kritisch na over zichzelf en zijn omgeving.
2. Open: heeft respect voor anderen en is ruimdenkend.
3. Integer: is echt, oprecht en handelt transparant.
4. Mensgericht: ziet mensen als gelijkwaardig en stopt ze niet in een ‘hokje’.
5. Zelfsturend: wil zelf leren, wil initiatief nemen, wil flexibel zijn.
De impact van de gebruikte methodieken zijn beperkter dan de zogenaamde common factors
(= generieke factoren) :
• kwaliteit van de hulpverleningsrelatie
• motivatie
• duidelijke afspraken
• opleiding
• draaglijke caseload (aantal dossiers / werklast)
• …
, H2: Afstand en nabijheid in een hulpverleningsrelatie
Situering van het thema binnen Integraal Sociaal Werk
De 7 b’s:
Bereikbaarheid, Bruikbaarheid, Begrijpbaarheid, Betaalbaarheid, Beschikbaarheid, Bekendheid,
Betrouwbaarheid, Binnenste B
→ hulpverlener heeft meer invloed op succes van de behandeling dan de richting,
methode of technieken die gebruikt worden → goede werkrelatie = positief resultaat
De 5 krachtlijnen van de Sociaal werkconferentie (2018) als DNA van het actuele sociaal werk:
1. Politiserend werken
2. Nabijheid
3. Proceslogica van sociaal werk
4. Generalistisch sociaal werk
5. Verbindend werken
De hulpverlener op twee benen
Een goede balans tussen afstand en nabijheid is noodzakelijk in een hulpverleningsrelatie.
Doe-been = doen, problemen oplossen, via interventie
→ afstand nodig: geeft overzicht, structuur, controle…
Betekenis-been = zijn, creëren en delen van betekenis, via betrokkenheid en communicatie
→ nabijheid nodig: zorgt dat cliënt zich begrepen voelt, creëert ruimte, direct handelen…
Een mogelijke drempel vanuit de hulpverlener
Hulpverleners zoeken de juiste balans tussen afstand en nabijheid.
overbetrokken afstand nemen
• reddersneiging en dadendrang: • gereserveerdheid, onverschilligheid
verantwoordelijkheid overnemen • afstand houden of terugtrekken
• identificeren • verhaal ontkennen
• verstrikt raken in verhaal • ervaringen en gevoelens minimaliseren
• zelf slachtoffer voelen en ziek worden • verhaal vermijden
Rollen: beschermer, redder, engel, Rollen: bestraffer, vervolger, rechter
medeslachtoffer
Risico hulpverlener: vb. burn-out, Risico cliënt: ondervindt nadelen
secundaire traumatisering…