Mensen en grenzen - Sociologie, kunst, psychologie en pedagogiek
Établissement
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Dit document heb ik gebruikt om te leren voor mijn toets PPB van de module Mensen en Grenzen. Deze module wordt gegeven in het 2e jaar van de opleiding Social Work aan de HAN in Nijmegen. De powerpoints van de lessen is hierin te vinden. In de ''vakjes'' zie je de aantekeningen die ik in de les heb...
Mensen en grenzen - Sociologie, kunst, psychologie en pedagogiek
Mensen en grenzen - Sociologie, kunst, psychologie en pedagogiek
Tous les documents sur ce sujet (1)
1
vérifier
Par: maartjevdbeld • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
hibaaqmahadadawe
Avis reçus
Aperçu du contenu
Les 1 sociologie en kunst: de wereld als spiegel voor de
spelende mens
Leerdoelen 1e college
De student heeft kennis van spel(en) en cultuur in de maatschappij
De student kan de drie hoofdkenmerken van het spel volgens Johan Huizinga beschrijven
De student kan de betekenis van spel voor het sociaal werk benoemen
Uitleg kennislijn Sociologie Kunst
Twee wetenschappelijke perspectieven
Sociologie richt zich op de concrete leefwereld waar de student en zijn
cliënten/patiënten/bewoners/deelnemers deel van uitmaken. Dat perspectief is essentieel voor een goed
begrip van de problemen in het drang-en-dwang-segment.
Kunst richt zich op nog iets groters: het leven zelf, met al haar diffuse schoonheid en grimmigheid. Kunst
ervaren door het te maken of het te ondergaan biedt vaak houvast op moeilijke momenten waar woorden te
kort schieten – bij verlies, kwetsbaarheid, wreedheid, de dood. Het biedt troost en ook, op een intuïtieve
manier, begrip.
Gaat sociologie te werk op een wetenschappelijk-analytische manier, kunst werkt creatief-intuïtief. Je zou
deze onderwijslijn daarom een ontmoeting van hoofd en hart kunnen noemen.
Sociologie: De omgeving waarin jij je bevindt, vanuit dat perspectief kijken we naar verschillende
problematiek. Dus alles in relatie van de omgeving waarin die leeft, werkt, woont, doet etc. dus
heel erg kijken naar de omgeving. Wanneer gaat dit goed en wanneer gaat dit slecht? Dit is wat
wetenschappelijker.
Kunst: het is om te ervaren, maken, in te zetten, middel om contact te maken etc. Het is heel breed,
maar het gaat om een ruimte te creëren/opzoeken/ervaren/ondergaan. In sommige momenten kan
het zelf houvast bieden.
Uitgangspunten Sociologie
Hoe kijk je vanuit sociologie naar een persoon, groepen mensen en de maatschappij?
Waarom is spelen zo belangrijk en welke rollen ‘spelen’ wij in het leven?
Welke rol speelt een hulpverlener?
Welke rol speelt een cliënt?
In de sociologie zien we mensen als ‘relationele wezens’. Dit betekent dat men niet slechts een individu is,
maar altijd in relatie staat tot anderen. Dat kan binnen een netwerk zijn, door het hebben van sociale
contacten, maar deze gedachte richt zich ook op de bredere omgeving/samenleving waarin iemand zich
voortbeweegt.
Mensen zijn sociale wezens. Dat betekent dat we altijd in relatie staan tot de mensen om ons heen.
We hebben anderen nodig en we horen graag bij een groep. We zijn onderdeel van een samenleving.
Maar wat is dat eigenlijk, de samenleving?
Waarom voelen we ons met sommige mensen verbonden, en met andere niet?
Waarom lukt het sommige mensen niet om ‘’mee te doen’’ in de samenleving? Wat is onze eigen rol,
als men en als hulpverlener, daarbij?
Vanuit de sociologie bekijken we deze en vele andere vragen, om inzicht te krijgen in de invloed van
maatschappelijke ontwikkelingen op ons eigen leven en het leven van onze cliënten. We leren kijken
door een sociologische bril, om zo individuele problemen in een groter kader te kunnen plaatsen.
,Uitgangspunten Kunst
Overal waar we kijken, zien we de invloed van ons eigen handelen op hoe we thuis in de wereld willen zijn,
waarin we proberen ons te verzoenen met het leven (vrij naar Hannah Arendt).
We ervaren betrokkenheid bij de wereld wanneer wij invloed kunnen uitoefenen en een eigen invulling aan
onze omgeving willen geven.
Door de ‘spelende mens’ waar te nemen ontwikkel je kennis over hoe je kunst betekenisvol inzet voor
cliënten, patiënten, bewoners en/of deelnemers in het sociaal werk.
1. Spelen is voor mij jezelf kwetsbaar opstellen zonder dat er ruimte is voor schaamte. Bij
spelen is er ruimte voor fantasie en is niks te gek.
2. Het verschil tussen spelen als volwassene en als kind is dat je in mijn ogen als kind niet zo
snel dacht aan de mening van anderen en als volwassenen doe je dit wel. Het zou dan ook
mooi zijn dat wij als volwassenen weer in onze ‘’kinderlijke’’ rol kunnen duiken en gewoon
kunnen spelen zonder te denken aan de mening van anderen.
3. Spelen betekend in mijn stageplek dat je out of the box moet denken. Dus op een creatievere
manier nadenken over vraagstukken en niet steeds gaan voor de makkelijkere manier. Denk
verder en sta open voor meer.
Johan Huizinga
‘’Men kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid, goedheid, geest, God. Men kan de
ernst loochenen. Het spel niet’’.
Spelen kan met hiërarchie, autoriteit, fysieke kracht en aantrekkelijkheid. Vanuit dat spel ontstaan codes,
morele grenzen, soms ook normen. Vanuit dat spel ‘ontstaat cultuur’.
‘Cultuur begint niet als spel en niet uit spel, maar in spel’.
Spelvorming en cultuur zijn niet constant, maar veranderlijk en adaptief.
Je spelvorming en cultuur is niet constant, maar veranderd continu. In een nieuwe situatie kan het dus ook
zijn dat je spel moet aanpassen. Het is constant in beweging. Spel is dus een onderdeel van mens zijn.
De drie hoofdkenmerken van spel
https://www.youtube.com/embed/kuk9i0ckROg
1. Het moet vrij zijn
2. Een uittrede uit het gewone leven (tijdelijke sfeer)
3. Afgesloten en begrensd (ruimte- en tijdsgrenzen)
“Cultuur begint niet als spel en niet uit spel, maar in spel. Onze cultuur is spelen”.
Meer diversiteit in mijn week. Er wordt raar gekeken naar mensen met een andere achtergrond (dus niet
Nederlands).
,Les 1 psychologie: pedagogische benadering
Inleiding
Wat is opvoeden en wat is belangrijk bij het opvoeden van kinderen? Er komen vier opvoeddimensies aan
bod (ondersteuning bieden, instructie geven, grenzen stellen en controle uitoefenen). Daarnaast komen
verschillende opvoedstijlen van ouder(s)/verzorger(s) en risico- en beschermende factoren aan bod.
Het begrip opvoeding
Definitie:
- Omgang tussen ouder en kind
- Relatie aangaan
- Liefde, geborgenheid, veiligheid, grenzen, ondersteuning…
- Zelfontplooiing
- Zelfstandigheid
- Zelfredzaamheid
Opvoedingsdoelen in Nederland
J.W. Steutel (1992)
• Opvoeden is gericht op psychische disposities (deugden/positieve karaktertrekken)
• Opvoeder moet zodanig handelen dat het kind deze daadwerkelijk kan verwerven
• De opvoedeling moet zich deze disposities eigen maken
M.J. Langeveld (1974)
• Opvoeder ondersteunt/begeleidt kind naar deze volwassenheid.
• Doel van de opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
Langeveld: Zelfverantwoordelijke zelfbepaling: als opvoeder zorg je ervoor dat het kind als
volwassene zelfverantwoordelijk wordt van zijn of haar gedrag. Je bepaalt zelf wat je doet. Dus
zelfstandig zijn en daarvan verantwoordelijkheid over dragen.
Steutel: Disposities zijn eigenschappen. Dus als opvoeder zorg je ervoor dat die tot ontwikkeling
komen. Hij legt ook een verantwoordelijkheid bij het kind neer: je kan als ouder opvoeden wat je
wil, maar de opvoeding heeft ook een taak: zichzelf ontwikkelen met hetgeen wat hij van de
opvoeder heeft meegekregen.
Er is sprake van opvoeding als:
1. Er sprake is van wederzijds respect tussen ouder en kind.
2. Kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich geaccepteerd
door en krijgt ondersteuning van de ouder/verzorger dat iemand vertrouwen in jou heeft en echt
het beste voor je over heeft.
3. Kind wordt door ouder/verzorger uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en experimenteren;
waardoor kind vertrouwen krijgt in zijn omgeving
Wat is opvoeden?
Opvoeden wordt gekenmerkt door impliciete (functionele opvoeding) of expliciete (intentionele
opvoeding) sturing
Opvoeden is de balans tussen ondersteunen en sturen
Implicatie = tussen de regels door (het goede voorbeeld nemen). Wil je niet dat je kinderen gaan
roken? Doe het dan zelf ook niet. Bij impliciet praat je er niet echt over, gebruikt dus nauwelijks
woorden.
Expliciete sturing = recht zitten, met U praten. Dus duidelijk aangeven wat voor gedrag jij van je
kind verwacht. Als je de straat oversteekt kijk je of er ander verkeer komt en dan pas steek je over.
, Ondersteuning versus controle
Ondersteuning
Niet sturend ingrijpen en reageren door de ouder waardoor het kind zich bevestigd en geaccepteerd voelt.
• Initiatief bij kind ouder reageert
• Kind vraagt/ lokt uit door zijn gedrag
• Sensitiviteit Responsiviteit
• Affectie/warmte tonen
• Bemoeien/overbezorgd/ verstikken in liefde
Controle
Sturend ingrijpend en reageren door de ouder, met het oog op het bevorderen van autonomie en/of de
verbetering van het gedrag, de houding en de persoon van het kind.
• Initiatief bij ouder->kind reageert
• Ouder stelt eisen aan het gedrag
• Ouders beloont/straft (geeft sancties aan)
• Inductie =uitleg en/of consequenties aangeven.
• Machtsuitoefening liefdesonttrekking
Ondersteuning: het kind voelt zich bevestigd.
Als je ondersteunend reageert dan help jij je kind de boter op te pakken en dan ga je het boten van
de pas schrapen zodat het kind het uiteindelijk zelf kan doen. Dus je ondersteunt het kind. Het kind
pakt het mes op en jij ondersteunt het bij het smeren van de boter. Dus hetzelfde als een kind
richting een glijbaan loopt, maar hij durft er niet zelf vanaf. Je kan er dan naar toe lopen en zeggen
van ga maar zitten en als je het spannend vindt zal ik je hand vasthouden.
Sensitiviteit heeft te maken met gevoeligheid: dus aanvoelen wat de gevoelens van het kind heeft.
Dus het moet je opvallen of je moet het aanvoelen dat het kind niet zelf de glijbaan af durft. Je
moet hierop dus ook reageren (responsiviteit). Dus even naar het kind toe lopen en zeggen van: ga
maar even zitten etc.
Controle is heel anders, want je neemt als ouder het initiatief. Je wilt gwn dat je kind stopt bij de
drukke weg dus je zegt van STOP.
Vier opvoedingsdimensies
Instructies geven: dus ook uitleggen waarom je bepaalde dingen niet mag doen etc.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hibaaqmahadadawe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.