Monsters: monsters duid je aan als bv. (BODEM01), (KOGEL09), (BLOED51).
Rigor Mortis/ lijkstijfheid: Het verstijven van het lichaam na het overlijden. Dit wordt veroorzaakt doordat de spieren dan
onvoldoende ATP produceren → er wordt immers geen zuurstofrijk bloed meer rondgepompt. Dit heeft tot gevolg dat de
concentratie ATP, de energiebron van cellen, afneemt. Onder anaërobe omstandigheden vindt ATP-productie nog een
tijd plaats door de melkzuurgisting. Maar ook deze stopt doordat de toegenomen hoeveelheid melkzuur een verlaging
van de pH veroorzaakt. Als de PH te laag wordt laten enzymen die onder andere betrokken zijn bij de vorming van ATP,
het afweten. Bij een gebrek aan ATP kan het spierweefsel niet meer langs elkaar schuiven. → zo ontstaat dus lijkstijfheid.
Dit is ongeveer in 6 uur gebeurd, afhankelijk van de temperatuur houdt dit ongeveer 3.5 dag aan. Daarna verdwijnt deze
door ontbinding van de spieren.
Livor Mortis: Na het overlijden trekt het bloed uit de huid weg, waardoor deze bleek en slap wordt. huid weg, waardoor
deze bleek en slap wordt. Doordat het bloed niet meer wordt rondgepompt, zakken de rode bloedcellen naar de laagst
gelegen lichaamsdelen en plakken daar aan elkaar. Op de plekken waar het bloed zich verzamelt, ontstaan paarse
lijkvlekken, livor mortis genoemd.
Bij een overledene die op zijn rug ligt, zullen de paarse plekken op zijn rug zichtbaar worden. Wanneer dit niet het geval
is, is het lichaam van de overledene waarschijnlijk verplaatst of gedraaid. Op plekken waar het lichaam mee in contact is
(bv. de grond) kunnen geen vlekken ontstaan omdat hier de haarvaten worden dichtgedrukt en het bloed zich daardoor
op die plek niet kan verzamelen.
De verkleuring begint één tot twee uur na het overlijden en is acht tot tien uur later compleet. Het wit wegtrekken van de
huid nadat erop gedrukt is, geeft aan dat de dood meer dan twee uur maar waarschijnlijk niet meer dan tien uur
geleden is ingetreden.
Autolyse: De vertering van het weefsel door lichaamseigen enzymen. Deze enzymen bevinden zich in de lysosomen. Na
de dood komen deze enzymen vrij en breken vervolgens de cellen af. Bij weefsels die veel enzymen (zoals de lever) of
water (zoals de hersenen) bevatten, gaat de afbraak het snelst. De autolyse is na een aantal dagen zichtbaar als met
vloeistof gevulde blaren en het losser zitten van de huid.
De darmflora bacteriën gaan na de dood ongeremd groeien. Dit resulteert in gas opbouw, waardoor de darmen scheuren
en de bacteriën zich verder door het lichaam kunnen verspreiden. Gassen die in de darmen gevormd worden zijn onder
andere; waterstofsulfide, koolstofdioxide, methaan, ammonia, zwaveldioxide en waterstof. Door de zuurstofloze omgeving
worden er tijdens de afbraak erg stinkende producten gevormd, zoals boterzuur en propaanzuur. Andere stoffen die
bijdragen aan de geur van bederf zijn de afbraakproducten van eiwitten, zoals putrescine NH2(CH2)4NH2 (uit ornithine
en arginine) en cadaverine NH2(CH2)5NH2 (uit lysine).
Lysine, ornithine en arginine zijn aminozuren die onder andere voorkomen in de afbraak fabriekjes van een cel, de
lysosomen. Een van de producten die bij de afbraak van eiwitten in amines vrijkomt is het ethylmercaptaan. Deze stof
trekt groene bromvliegen (geslacht Lucilia) aan, die eitjes op het lijk leggen. De aanwezigheid van bromvliegen geeft
informatie over de staat van ontbinding en is daarmee een indicatie voor het tijdstip van overlijden. De larven van
Lucilia wijzen erop, dat een lijk maximaal 18 uur oud is.
Verzeping:
In een vochtige en zuurstofarme omgeving treedt verzeping van het lichaam op, waarbij het onderhuidse vet in een
zeepachtige substantie wordt omgezet. Vet bestaat uit een glycerolmolecuul waaraan drie lange vetzuurketens zitten. Bij
verzeping wordt de verbinding tussen de vetzuurketens en het glycerol verbroken en reageren de vetzuurketens met
natriumionen uit het intracellulaire vocht, waardoor het zout “zeep” ontstaat. Het duurt vijf tot zes maanden voordat het
lichaam is verzeept.
Na gemiddeld een half jaar is van het lichaam alleen nog het skelet over. Het skelet zal alleen verder afbreken als het
wordt blootgesteld aan zuren. Hierbij reageert het kalk (CaCO3) in het skelet met de zuren tot CO2 en H2O.
1. Vingerafdruk Onderzoek:
Een vingerafdruk wordt veroorzaakt door zogenaamde papillairlijnen. Het zijn lijnvormige verhogingen van de huid. . In
de papillairlijnen bevinden zich heel veel poriën (kleine openingen), waardoor continu transpiratievocht (zweet) naar
buiten komt. Dit transpiratievocht verspreidt zich over de papillairlijnen en bestaat uit een mengsel van allerlei stoffen,
waaronder vetten, zouten en vooral water. Het water verdampt, maar de vetten, zouten en andere stoffen blijven op (en
ook tussen) de papillairlijnen achter. Wanneer je vingers nu in contact komen met een voorwerp, bijvoorbeeld als je het
vastpakt, worden het transpiratievocht en vooral de niet verdampte stoffen, zoals vetten en zouten, daarop overgebracht.
, Om vingerafdrukken te herkennen moet je goed kijken naar de opbouw van de vingerafdruk: De meeste vingerafdrukken
hebben een kern en een delta. De kern is het middelpunt van een patroon, de delta is een driehoekig figuur dat zich
meestal naast de kern bevindt.
De verschillen in kern en delta kan je gebruiken om vingerafdrukken in te delen in een hoofdpatroon.
Naast het onderscheid in hoofd patronen kun je onderscheid maken door te kijken naar details in het lijnenpatroon.
Kenmerkende details heten typica, omdat deze typisch zijn voor het huidlijnenpatroon van de betreffende persoon.
De papillairlijnen van een vingerafdruk vormen dus figuren, waarvan de details uniek zijn. In een forensisch onderzoek
kijk je bij het vergelijken van vingerafdrukken in de eerste plaats naar de hoofdgroepen. Vervolgens zoek je
overeenkomende typica op overeenkomende onderlinge posities, de zogenaamde dactyloscopische punten (dactyloscopie
komt uit het Grieks en betekent: kijken naar vingers.) Op basis van deze dactyloscopische punten vindt identificatie
plaats. In Nederland eist de rechter dat er minimaal 12 punten van overeenkomst zijn.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mmdubbelman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.