Een volledige samenvatting van alle voorgeschreven literatuur, rechtspraak, uitgewerkte kennisclips, en de uitwerking met aanvullende aantekeningen van de onderwijsgroep, voor bijeenkomst 5 voor het vak Bewijs in strafzaken.
Master Forensica, Criminologie En Rechtspleging
Bewijs In Strafzaken (CRI4003)
Tous les documents sur ce sujet (29)
Vendeur
S'abonner
shannonstiels
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bijeenkomst 5: Selectie en waardering bewijs door de
strafrechter
Uiteindelijk is het aan de strafrechter om het bewijs dat aan hem voorgelegd wordt, te
beoordelen. Dat is geen gemakkelijke opgave. De bewijsregels – die in de voorgaande
bijeenkomsten aan bod zijn gekomen – normeren weliswaar wat als bewijsmiddel kan
worden gebruikt en welk bewijsminimum nodig is voor een veroordeling maar daarmee
zijn we er nog (lang) niet. Waarheidsvinding is immers meer dan het simpelweg bij elkaar
optellen van een minimale hoeveelheid bewijsmiddelen. Het is de rechter die de sprong
van het bewijs naar de bewezenverklaring moet maken en daarbij met talrijke moeilijke
vragen kan worden geconfronteerd. Hoe bepaal je de betrouwbaarheid van een
verklaring? Hoe herken je dat iemand liegt? Wat wordt door een bepaald bewijsmiddel nu
eigenlijk bewezen? Met name ook de interpretatie van forensisch bewijs kan veel vergen
van de strafrechter. Vragen als wat is DNA en hoe dient DNA-bewijs te worden
geïnterpreteerd, confronteren de rechter met complexe statistische kwesties en
begrippen zoals likelihood ratio en a-posteriorikans: thema’s waaraan in de (klassieke)
opleiding tot jurist doorgaans weinig aandacht wordt besteed. Toch is het aan de
strafrechter om het bewijsmateriaal zo zorgvuldig mogelijk te waarderen en te
selecteren. Een activiteit waarvan hij uiteindelijk rekenschap dient te geven in het vonnis:
de bewijsconstructie dient immers inzicht te geven in de vraag welke factoren de
doorslag hebben gegeven in de bewijsredenering. Aan de bewijsconstructie zal aandacht
worden besteed in de volgende bijeenkomst.
Literatuur
C.P.M. Cleiren en M.J. Dubelaar, De betekenis van het scenariodenken voor het
bewijs op grondslag van de tenlastelegging en de rechterlijke
onderzoeksplicht.
Het denken in termen van scenario’s ten aanzien van het strafbaar feit dat aan een
verdachte is tenlastegelegd, heeft de afgelopen jaren een belangrijke plaats verworven in
de praktijk van het strafproces en in de jurisprudentie. Het benutten van alternatieve
scenario’s in het proces van het verzamelen, selecteren en waarderen van
bewijsmateriaal in opsporing, vervolging en berechting zou in een aantal gevallen
waarschijnlijk de dwaling hebben kunnen voorkomen. Naar aanleiding van die dwalingen
zijn het belang en de functies van het benutten van alternatieve scenario’s ook vanuit de
wetenschapsfilosofische discipline naar voren gebracht.
Hoewel als gevolg van alle beroering door aan het licht gekomen rechterlijke
dwalingen het beeld kan ontstaan dat de rechtspraak volstrekt niet alert was op het
belang van alternatieve scenario’s, is het gebruik daarvan niet vreemd aan de
strafrechtelijke praktijk. In de rechtspraak kwam men deze werkwijze al veel langer
tegen, meestal onder de terminologie van een ‘alternatieve lezing’. Alternatieve lezingen
maakten furore als gevolg van de aan het verwerpen van dergelijke verweren gekoppelde
jurisprudentiële motiveringsverplichtingen, zoals bijvoorbeeld aan de orde waren in de
bekende arresten Meer en Vaart en Heroïne in Dakgoot. Bewijsvraag ex art. 359 Sv.
De actieve strafrechter en de binding aan de tenlastelegging
De rechter is niet lijdelijk, maar zelfstandig verantwoordelijk voor de volledigheid en
deugdelijkheid van het onderzoek dat onder zijn leiding plaats heeft. Deze actieve rol zal
moeten waarborgen dat de strafrechter ten aanzien van het bewijs van de
tenlastelegging de materiële waarheid zo dicht mogelijk kan benaderen. De strafrechter
wordt dan ook vaak aangeduid als de actieve rechter. Hij dient het onderzoek en de
daarop volgende beraadslaging krachtens de artikelen 348 en 350 Wetboek van
Strafvordering (Sv) te verrichten op grondslag van de door de OvJ geformuleerde
tenlastelegging. De historisch gegroeide machtsverhouding en -verdeling tussen het OM
en de rechter komt in het bijzonder tot uitdrukking in de grondslagleer. Die leer vervult
naast deze staatsrechtelijk georiënteerde functie ook een belangrijke rol in de
rechtsbescherming van de verdachte door de omschrijving van de beschuldiging.
Verdachte en raadsman hebben zekerheid over het object van onderzoek en kunnen de
verdediging daarop baseren. Het onderzoek naar de materiële waarheid dient dus plaats
, te vinden op grondslag van de tenlastelegging (binding aan keuzes OM) én naar
aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting (de actieve rechter).
Omlijning scenariodenken
Kern van het scenariodenken is de verhalende benadering, waarbij de leidende gedachte
is dat individuele bewijsstukken pas betekenis krijgen wanneer zij in de context van een
verhaal worden geplaatst. De theorie van verhaal en verankering behelst dat de rechter
moet kijken naar het verhaal in de tenlastelegging en de onderdelen van dat verhaal
toetst aan de bewijsmiddelen, die op hun beurt weer worden verankerd in algemeen
aanvaarde kennis.
De theorie van verhaal en verankering riep evenwel kritiek op omdat de daarin
voorgestane benadering vooral een verificatoir karakter heeft, nu het uitsluitend een
systematisch onderzoek behelst naar de schuldhypothese zoals die door het OM in de
tenlastelegging is uitgedrukt. Om te bewijzen dat verdachte het misdrijf pleegde er een
schuldig scenario moet zijn dat ‘welgevormd is en met bewijsmiddelen verankerd in
feiten en omstandigheden én waarbij de bewijsmiddelen beter passen dan bij enig ander
scenario’. Binnen deze voorgestane werkwijze is het van belang dat de
onderzoeksactiviteiten in het opsporingsonderzoek zijn gericht op het zoeken en
uitrechercheren van alternatieve scenario’s. Op het moment dat men informatie vindt die
een alternatief scenario ondersteunt, wordt daarmee het initiële scenario gefalsificeerd.
Lukt het echter niet om informatie te vinden die een alternatief scenario ondersteunt of
vindt men informatie die het alternatieve scenario weerlegt, dan wint het initiële scenario
aan kracht. Als de OvJ zo’n werkwijze zorgvuldig volgt en uiteindelijk de keuze maakt voor
een tenlastelegging betekent dat nog niet dat de rechter niet alsnog door de verdediging,
dan wel door zijn onderzoek ter terechtzitting kan worden geconfronteerd met voor het
bewijs relevante alternatieve scenario’s.
Naast het hier besproken denken in termen van verhalen of scenario’s wordt een
kritische benadering van het bewijzen in het strafrecht ook aan de orde gesteld in termen
van waarschijnlijkheidsdenken. Deze werkwijze is niet per se verbonden met de context
van het gehele verhaal, maar speelt met name op het niveau van individuele
bewijsmiddelen. Het concept van waarschijnlijkheidsdenken is uitdrukkelijk gerelateerd
aan het toetsen van hypothesen. In de wetenschap duidt het begrip hypothese op een
stelling die nog niet is bewezen en die fungeert als het beginpunt van een verklaring of
een theorie. Ook al wijst het verzamelde materiaal in de richting van een bepaalde
verklaring, zou men moeten trachten die verklaring met experimenten te ontkrachten.
Van belang bij het beoordelen van de bewijskracht van individuele waarnemingen
is dat het gaat om de waarschijnlijkheid van de bevindingen gegeven de hypothesen en
niet om de waarschijnlijkheid van de hypothesen gegeven de bevindingen.
De tenlastelegging wordt veelal aangeduid als een hypothese. Het is een stelling
die op zijn juistheid moet worden getoetst. Of misschien beter: een samenstel van
hypothesen, waarover de rechter een uitspraak moet doen gegeven de
onderzoeksresultaten. Maar, de tenlastelegging kan ook worden gezien als een (altijd
incompleet) scenario, omdat daarin als het ware al een verhaal ligt besloten waarin een
aantal kernelementen tot uitdrukking wordt gebracht, namelijk: wat er is gebeurd
(aanduiding delict), hoe het is gebeurd (komt meestal tot uitdrukking in de feitelijke
omschrijving), wie het delict heeft gepleegd en waar en wanneer het delict heeft
plaatsgevonden. Een complicerende factor is dat binnen de tenlastelegging in de regel op
onderdelen ook diverse alternatieven zijn geformuleerd. Deze alternatieven hebben niet
alleen betrekking op de kwalificatie, maar soms ook op tijdstippen, de plaats en de
gedraging.
De voorafgaande beschrijving over het concept van scenariodenken leerde ons dat
hypothesen/scenario’s altijd tegen elkaar moeten worden afwogen: hoeveel steun is er
voor de ene hypothese ten opzichte van een andere? Zo bezien kan de rechter niet
volstaan met louter verificatie van de tenlastelegging.
De frictie tussen de juridische methode van bewijzen en de verbetervoorstellen vanuit
andere disciplines
Voor de beoordeling van het verwijt dat aan de verdachte wordt gemaakt, kan de rechter
er niet omheen om door de tekst van de tenlastelegging ‘heen te kijken’ naar wat er
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shannonstiels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.