INTERNATIONAAL RECHT I 22 sept
Bronnen van het internationaalrecht zie samenvatting eerste jaar, het is te kennen voor het
examen.
Structuur
- Hoofdstuk 1: Wat is het internationaal recht, verschil tussen internationaal
privaatrecht en internationaal publiekrecht? We gaan het over internationaal
publiekrecht hebben
- Hoofdstuk 2: Het gaat over de rechtssubjecten van het internationaal recht. Wat
staten zijn, kenmerken van een staat, …
- Hoofdstuk 3: Staten en alles ernaast
- Hoofdstuk 4: Afbakenen van staatsgezag komt ook aanbod, grenzen van het
staatsgezag
- Hoofdstuk 5: Internationale organisatie
- Hoofdstuk 6: Wordt niet gedoseerd
- Hoofdstuk 7: Verdragenrecht en toepassing ervan
- Hoofdstuk 8: Bescherming van het individu en de positie van het individu binnen het
internationaal recht.
- Hoofdstuk 9: Vrede veiligheid!
- Hoofdstuk 10: Staatsaansprakelijkheid!
- Hoofdstuk 11: Geschillenbeslechting
- Hoofdstuk 12: Doorwerking van het internationaal recht in de nationale rechtsorde.
(ISBN-nummer: 222017000595)
Dat zijn paar hoofdstukken die dieper aan bod gaan komen dit jaar
Internationaal recht evolueert minder snel dan nationaal recht. Daarom zijn er niet grote
veranderingen.
1
, 1 okt
De auteur bekijkt, de vrede van Westfalen, met een kritische blik en stelt dit voor als een
grote mythe. “Dit is het begin van het internationaal recht” neem dit met een korreltje zout.
STUDENTEN
Fransisco de Vitoria: Spaanse jurist uit de 16de eeuw. Hij heeft 2 belangrijke boeken
geschreven en het centrale thema is kolonialisme een Spaans kolonialisme op indiaans
grondgebied dat gelegitimeerd wordt door zijn idee van internationaal recht. Hij gaat het
klassieke probleem van internationaal recht aan de kant schuiven en gaat concreet kijken
naar de 2 partijen om zo tot een rechtssysteem te komen waarbij de relaties tussen de 2
ontplooit kunnen worden ondanks hun verschillen. Hij schuift het middeleeuws
gedachtegoed, waarbij de christelijke godsdienst de autoriteit had om de godsdienst te
verspreiden, weg. De menselijke relaties gaan niet meer steunen op de goddelijke wet en
gaat het verschuiven naar de menselijke en de natuurwet onder het idee van het
natuurrecht. Hij gaat bekijken of de indianen, voor dat de Spanjaarden aanwezig waren, al
eigendom kunnen bezitten zonder dat ze geloven. Vanuit de menselijke wet kan dat wel en
de Spanjaarden kunnen dat niet afnemen. Hij gaat jurisprudentie creëren bestaande uit 3
elementen.
1) Een duidelijk verschil tussen Spanjaarden en Indianen.
2) Vitoria gaat dit verschil dichten door een systeem van ius gentium. Waarbij de
indianen, volgens vitoria, redelijke mensen zijn en kunnen deel uitmaken van een
internationaal recht, MAAR
3) Hoewel ze de reden bezitten zijn ze nog steeds barbaars en onbeschaafd, dus zij
hebben niet de Europese waarde aangenomen en daardoor zijn ze vatbaar voor
sancties. Omdat ze niet voldoen aan de internationale standaarden.
In essentie gaat zijn eerste deel daarover, een seculier systeem uitbouwen los van de
legitimering van het religieuze. Zijn 2de deel gaat over de oorlog. In essentie zegt hij dat de
Indianen nog geen volledig menselijk potentieel hebben bereikt. Dus ze kunnen niet
soeverein zijn omdat alleen een christelijke macht een juiste oorlog kan voeren, en bij deze
redenering zijn ze niet soeverein. Zo legitimeert hij de overheersing van de Spanjaarden.
Traditionele denkwijze: Spanje is aan het veroveren van Latijns-Amerika en kan dat zomaar?
Vitoria zegt: er wordt verwezen naar de middeleeuwen en waar de rest van de wereld geen
subject was van internationaal recht en waarbij de rest ingepalmd kon worden door die
Europese natie.
Vitoria zegt we moeten een afstand doen van godsdiensten die zo’n grote rol spelen. Het
internationaal recht is van toepassing op iedereen en niet enkel ons (Europa). Hij toont aan
dat ze redeneren en politieke systemen hebben en menselijke trekken hebben. Hij gaat het
internationaal recht zo toepassen dat Spanjaarden het recht hebben om hen te
onderwerpen. Het feit dat ze niet gelovig zijn en heidenen zijn heeft Spanje het recht. De
subjecten komen in contact en Spanjaarden komen in contact met de Indianen. En Indianen
reageren met geweld. Vitoria zegt dat Indianen niet willen en ze het internationaal recht
schenden, daarom mogen wij gebruikt maken van geweld en het te bekeren tot de
katholieke godsdienst. Dit ondersteund koloniaal project van Spanje.
2
,STUDENT
Het gaat over een thesis, waarbij redeneringen worden gemaakt door 17 de tot 19de -eeuwse
auteurs om de Europese soevereiniteit goed te praten. Zoals men zegt: Wij als Europese
entiteit zijn soeverein en omdat we dat hebben kunnen we deelnemen aan het
internationaal recht en zien ze het als hun taak om de niet-Europese entiteiten te “helpen”
door kolonisatie. Waar het om draait is dat het internationaal recht Europees is en enkel de
Europese entiteiten zijn soeverein.
Internationaal recht heeft wel zeker de bedoeling om bepaalde belangen van bepaalde
staten te behartigen. Vroeger waren dat Europese staten en nu ook anderen.
Internationale rechtsorde:
We weten dat die rechtsorde een speciale rechtsorde is en het gaat over soevereine
entiteiten die naast elkaar co-existeren. Juridisch zijn ze gelijk en beschikken over dezelfde
rechten.
De internationale rechtsorde verschilt van de nationale rechtsorde omdat de internationale
eerder een gedecentraliseerde rechtsorde is en eerder horizontaal functioneert. In de
nationale rechtsorde zitten we eerder met iets verticaal en gecentraliseerd. We hebben een
zekere hiërarchie, hiërarchie der normen. Wat we veel minder hebben in het internationaal
recht. Het is gecentraliseerd, een overheid. In het internationaal recht is er geen orgaan die
gaat zetten wat het recht is. De rechtsonderhorigen gaan bepalen wat recht is en het
toepassen.
Het internationaal recht is een consensueel recht, je bent maar verbonden door regels van
het internationaal als je eraan wenst te onderwerpen. De staten zelf zijn wetgever en
beslissen zelf of ze zich onderwerpen aan het recht. Bv: als je niet partij bent van een
verdrag ben je niet gebonden aan het verdrag.
Er is wel een uitzondering: ius cogens. Regels van het recht die uitzonderlijk zijn omdat zij
bindend zijn voor de staten ook al geven de staten daar geen instemming voor geven. Ze
bevinden zich ook hoger aan de ladder.
Een ander gevolg van gedecentraliseerde, horizontale werking is dat er een afwezigheid is
van een centrale rechter. Als wij, nationale rechtsorde, problemen hebben kunnen we naar
de rechter. In het internationaal recht is het anders. Ook al zijn er hoven, rechtbanken , etc.
zijn deze niet bevoegd. Men moet hen bevoegd maken. De eerste vraag is altijd: Is het
internationaal gerechtshof bevoegd? De beide partijen moeten het willen. Er is GEEN
verplichte rechtsmacht zoals in het nationaal recht.
Afwezigheid van een centrale instantie voor rechtshandhaving: die staten zijn hun eigen
wetgevers en rechtsonderhorigen en die moeten beslissen dat het internationaal recht
geïmplementeerd wordt. Er is geen internationale handhaver zoals in het nationaal recht.
Het zijn de staten die via methoden, of eigen belang de andere staten verplichten om het
internationaal recht te respecteren.
- RETORCIE: Bv: diplomaat terugroepen door spanningsmoment tussen 2 staten. Bv:
België en Congo, België vond dat het regime het internationaal recht schond en
België besloot om de militaire samenwerking stop te zetten. Je toont ermee aan dat
je het oneens bent met de situatie en ik probeer u onder druk te zetten om, via een
legale daad, het internationaal recht te respecteren.
- REPRESAILLE: A schendt het internationaal recht en B reageert door ook het
internationaal recht te schenden. Dit is TOEGELATEN.
3
, Ondanks het feit dat het internationaal recht zo verschillend is van het nationaal recht
moeten ze samenwerken omdat men zonder het nationaal recht niet veel kan doen. Het
internationaal recht moet omgezet worden naar het nationaal recht. Bv: CO2 normen
strenger maken, deze moeten worden geïmplementeerd in het nationaal recht. Het
internationaal recht niet effectief kan functioneren zonder de steun van het nationaal recht.
Het verhaal van doorwerking.
Hoofdstuk: Subjecten van internationaal recht
De staten als subjecten van het internationaal recht. Subjecten kunne we omschrijven als de
belangrijkste actoren van het internationaal recht en die een volwaardige rol spelen in de
internationale rechtsorde omdat zij deelnemen in het internationaal rechtsverkeer. Om deel
te kunnen nemen moeten ze rechten en plichten hebben en er iets mee kunnen doen. Als je
plichten hebt tegenover andere subjecten moet het mogelijk zijn om een subject
aansprakelijk te stellen. Ze hebben internationale rechtspersoonlijkheid in het internationaal
recht. In het internationaal recht is er een diversiteit aan actoren, subjecten,
rechtspersonen. Je hebt er niet 1. Oorspronkelijk waren er enkel staten. Erna komen er
andere subjecten, bv actoren zoals internationale organisaties. Enerzijds Staten anderzijds
‘niet statelijke collectieve actoren’.
- De heilige stoel: Paus als hoofd van kath kerk. Kath kerk speelde een belangrijke rol in
het begin van het internationaal recht. Omdat ze deze rol speelden heeft de heilige
stoel rechtspersoonlijkheid gekregen: kan lid zijn van int organisaties, kan verdragen
sluiten,…
- Internationale steden en gebieden die een status hebben gekregen met bepaalde
rechten en plichten: bv: Jerusalem, bepaalde gebieden van Kosovo.
- Opstandelingen, voornamelijk in het int humanitair recht: het recht van gewapende
conflicten. 2 rebellerende bewegingen of 1 staat tegenover andere. Het kan dat als er
een zekere erkenning is dat de andere rechten en plichten krijgt. Een zeer beperkte
rechten plichten. Zelfde met de facto regimes.
- Volkeren: met een beperkte rechtspersoonlijkheid. Recht op zelfbeschikking,…
- Bevrijdingsbewegingen: vertegenwoordigers van het volk. Dit is een nieuwe.
3de grote categorie: Internationale organisaties: waar staten samenkomen om dingen te
verwezenlijken. Intergouvernementele en supranationale organisatie. Zeer uitzonderlijke
gevallen zijn er bepaalde niet-door-staten opgerichte organisatie. Bv: internationaal comité
voor het rode kruis. Heeft beperkte rechtspersoonlijkheid. Normaal geen
rechtspersoonlijkheid.
4de categorie zijn individuen die in beperkte maten rechten en plichten hebben en wanneer
we ze niet nakomen we kunnen aansprakelijk gesteld worden voor gerechtshoven.
Andere categorieën: grote bedrijven die bepaalde bevoegdheden krijgen van de staat om
verdragen te sluiten. Bv: Oost-Indische company. Bijna zoals een staat.
Verhaal van subjecten van het internationaal recht gaat niet enkel over staten.
4