1.1.1 Marktwaar en prijsvorming
De vermogensmarkt is de markt waarop vermogenstitels worden verhandeld in
ruil voor geld. Marktpartijen met een liquiditeitstekort bieden vermogenstitels
aan en vragen liquiditeiten; marktpartijen met een liquiditeitsoverschot vragen
vermogenstitels en bieden liquiditeiten aan.
De vermogenstitels kunnen bestaan uit boekvorderingen en waardepapieren.
Men spreekt van een boekvordering als de lening niet verhandelbaar is.
Een andere manier om een vordering vast te leggen is het waardepapier
(bijvoorbeeld een obligatie). Het grote voordeel van waardepapieren is dat ze, in
tegenstelling tot boekvorderingen, verhandelbaar zijn op de secundaire
vermogensmarkt.
1.1.2 Functies van de vermogensmarkten
De belangrijkste functie van de vermogensmarkten is het bij elkaar brengen en
op elkaar afstemmen va liquiditeitstekorten en –overschotten. Op deze markten
spelen financiële instellingen een grote rol. Deze instellingen beschikken over
grote sommen geld van derden die zij uitlenen of beleggen.
De vermogensmarkten zijn van essentieel belang voor het functioneren van
andere markten in de economie, zoals de goederen- en dienstenmarkten. Voor
economische groei zijn namelijk investeringen nodig die kunnen worden
gefinancierd uit besparingen of uit geldschepping.
1.1.3 Indeling van de vermogensmarkten
Op de geldmarkt worden vermogenstitels verhandeld met een resterende looptijd
van twee jaar of korter. Op dit deel van de vermogensmarkt worden tijdelijke
liquiditeitsoverschotten en –tekorten in een economie op elkaar afgestemd.
Op de kapitaalmarkt worden vermogenstitels verhandeld met een resterende
looptijd van meer dan twee jaar. De kapitaalmarkt heeft als functie het
afstemmen van langdurige/permanente liquiditeitstekorten en –overschotten in
een economie.
Een tweede criterium om de vermogensmarkten in te delen is de vraag of er
nieuw uitgegeven, of bestaande vermogenstitels worden verhandeld. Op de
primaire markt worden nieuw uitgegeven vermogenstitels verhandeld. Op de
secundaire markt worden bestaande vermogenstitels, voornamelijk
waardepapieren, verhandeld.
De secundaire markt speelt een belangrijke rol in het financiële systeem. Een
goed functionerende secundaire markt stelt marktpartijen met een tijdelijk
liquiditeitsoverschot in staat langlopende vermogenstitels te kopen. De
langlopende vermogenstitels kunnen op de secundaire markt immers op korte
termijn worden omgezet in liquide middelen.
,1.2 GELDMARKT
1.2.1 Deelmarkten
De geldmarkt is de markt voor vermogenstitels met een resterende looptijd van
twee jaar of korter. Binnen de geldmarkt onderscheiden we een aantal
deelmarkten.
Deelmarkt Marktpartijen Marktwaar Prijs
Nationaal ECB Leningen aan de Officiële tarieven
Geldmarkt in Banken bank
enge zin
Geldmarkt in ‘Banken Daggeldleningen Euribor
ruime zin Overheid Kasgeldleningen
‘Groothandel Institutionele Interbancaire
beleggers deposito’s
Grote bedrijven
‘Detailhandel’ Banken Rekening-courant Credit- en
Bedrijven krediet debetrente van
Gezinnen Persoonlijke banken
lening
Internationaal Banken Deposito’s en Eurodollarrente
Eurovalutamarkt Institutionele leningen luidend Europondenrente
beleggers in een andere enzovoort
Overheid valuta dan die
Grote bedrijven van het land waar
ze verhandeld
worden
Op de geldmarkt in enge zin worden boekvorderingen tussen de banken en de
ECB verhandeld.
De geldmarkt in ruime zin beslaat alle marktpartijen die een tijdelijke
liquiditeitsoverschot of –tekort hebben.
1.2.2 ‘Groothandel’ op de geldmarkt
Banken hebben op de geldmarkt in ruime zin een groothandelsfunctie. Zij
inventariseren de liquiditeitstekorten en –overschotten van hun cliënten. Uit de
saldering van deze twee bedragen volgt een netto-tekort of een netto-overschot.
In het geval van een netto-overschot kan de bank de overtollige liquiditeiten
uitzetten bij een andere bank.
De groothandel op de geldmarkt is dus voornamelijk interbancaire handel.
Verhandelde waar
De verhandelde waar op de groothandelsmarkt bestaat uit de boekvorderingen
en waardepapieren. De boekvorderingen die op dit deel van de geldmarkt worden
verhandeld, kunnen als volgt worden omschreven:
- Daggeldleningen. Dit zijn kortlopende, dagelijks opvraagbare leningen, die
tot doel hebben zeer kortstondige liquiditeitsproblemen op te lossen.
- Kasgeldleningen. Dit zijn kortlopende leningen met een vaste rente en een
vaste looptijd die varieert van minimaal 14 dagen tot maximaal één jaar.
- Onderhandse leningen. Dit zijn leningen met een vaste looptijd van ten
minste één jaar en een vaste rente.
- Interbancaire deposito’s. Dit zijn deposito’s die banken bij elkaar
aanhouden.
,Naast boekvorderingen worden ook waardepapieren op de groothandelsmarkt
verhandeld:
- Certificates of deposit. Dit zijn door banken uitgegeven verhandelbare
deposito’s met een vaste looptijd.
- Commercial paper. Dit bestaat uit verhandelbare kortlopende
schuldbewijzen van grote, goed bekendstaande ondernemingen.
- Schatkistpapier en Dutch Treasury Certificates. Dit zijn door de Staat der
Nederlanden uitgegeven kortlopende schulden.
- Obligaties. Dit worden tot de geldmarkt gerekend, voorzover de resterende
looptijd minder dan twee jaar bedraagt.
Rentebepalende factoren
De rente op de geldmarkt in ruime zin is Euribor. Euribor is het rentetarief dat
baken elkaar in rekening brengen voor kortlopende leningen. Er bestaan,
afhankelijk van de looptijd van de vermogenstitels, diverse geldmarktrentes.
Meestal wordt de driemaandsrente als indicator voor het verloop van de
geldmarktrente gebruikt.
Grote bedrijven die op de geldmarkt geld uitzetten of geld lenen, ontvangen
respectievelijk betalen een rente die is afgeleid van Euribor. Bedrijven die geld
lenen, betalen, afhankelijk van hun kredietwaardigheid, een renteopslag bovenop
Euribor.
De hoogte van de geldmarktrente wordt bepaald door de vraag naar en het
aanbod van liquide middelen voor een korte termijn. Om de hoogte van de
geldmarktrente te verklaren of te voorspellen, moeten we vaststellen welke
factoren de vraag naar en het aanbod van geld voor een korte termijn bepalen.
We kunnen de rentebepalende factoren indelen in drie groepen.
1. Het monetair beleid
2. Internationale kapitaalstromen
3. De fundamentele economische ontwikkeling
De geldmarktrente wordt hoofdzakelijk bepaald door het monetair beleid. De
banken in het eurogebied zijn permanent aangewezen op de kredietfaciliteiten
van de ECB. Hiervoor betalen de banken de basisherfinancieringsrente.
De hoogte van de basisherfinancieringsrente in het eurogebied hangt vooral af
van de inflatieverwachting die de ECB heeft.
Internationale kapitaalstromen kunnen op korte termijn een sterke invloed op de
rente hebben. Als liquide middelen de EMU instromen, neemt het aanbod op de
Europese geldmarkt toe waardoor Euribor daalt. Omgekeerd stijg Euribor als
kortlopend kapitaal de EMU uitstroomt.
Kapitaalstomen tussen landen ontstaan vooral door internationale
renteontwikkelingen en wisselkoersverwachtingen. Als bijvoorbeeld de
geldmarkrente in de VS stijgt, zullen beleggers besluiten om hun beleggingen
naar de VS te verplaatsen. Het gevolg is dat het aanbod van liquide middelen op
de Europese geldmarkt afneemt, waardoor de rente stijgt.
De richting van internationale geldstromen wordt ook beïnvloed door politiek en
economisch nieuws. Uitspraken van monetaire autoriteiten over de economische
ontwikkeling hebben invloed op de financiële markten.
Economische fundamentals hebben op een indirecte manier invloed op de
geldmarktrente. Het monetair beleid staat volledig in het teken van één
economische fundamental, de inflatie. De inflatie wordt op haar beurt weer
, bepaald door economische variabelen als de geldhoeveelheid, de conjunctuur en
de loonkosten per eenheid product.
1.2.3 Detailhandel op de geldmarkt
De rentetarieven op de detailhandelsmarkt zijn de debet- en creditrentes van
banken. De debetrente geeft aan hoeveel bedrijven en particulieren moeten
betalen wanneer zij rood staan bij de bank. De creditrente geeft aan welke rente
bedrijven en gezinnen ontvangen op tegoeden bij banken. De bancaire
debettarieven worden bepaald door een drietal factoren, te weten:
1. De officiële tarieven en de interbancaire geldmarktrente;
2. De rentemarge;
3. Een kredietrisico-opslag.
De rentetarieven die banken in rekening brengen aan hun klanten hangen in de
eerste plaats af van de rente op de interbancaire geldmarkt. Deze rente wordt
vooral bepaald door de officiële tarieven van de ECB.
Het verschil tussen de debet- en creditrente is de rentemarge die banken
ontvangen. De rentemarge hangt vooral af van de concurrentieverhoudingen in
de markt. Als de concurrentie toeneemt, zullen banken hun rentemarge moeten
verlagen.
Op basis van Euribor en de rentemarge bepalen commerciële banken de
zogenoemde basisrente. Dit is het tarief waarop zij hun debetrente baseren.
Bovenop de basisrente brengt de bank een kredietrisico-opslag in rekening die
per klant kan verschillen.
1.2.4 Internationale geldmarkt: de eurovalutamarkt
Kenmerken van de eurovalutamarkt
De eurovalutamarkt is een markt voor deposito’s met een korte looptijd in een
andere valuta dan die van het land waar de deposito’s worden aangehouden. De
eurovalutamarkt is altijd vooral een dollarmarkt geweest. Dit is te verklaren uit
het grote belang van de dollar in het internationale handels- en kapitaalverkeer.
De eurovalutamarkt is slechts toegankelijk voor grote marktpartijen met een
hoge kredietwaardigheid. De markt is het werkterrein van banken, institutionele
beleggers, internationale instellingen, overheden en zeer grote bedrijven.
1.3 KAPITAALMARKT
Een onderneming die geld nodig heeft voor een lange periode doet een beroep
op de kapitaalmarkt. Op de kapitaalmarkt worden vermogenstitels met een
resterende looptijd van meer dan twee jaar verhandeld.
1.3.1 Deelmarkten en verhandelde waar
Openbare en onderhandse kapitaalmarkt
Elke marpartij kan snel en kostenloos op de hoogte zijn van de prijzen en de
verhandelde hoeveelheden. Om dit te bereiken, is de handel op de openbare
markt sterk gereglementeerd en gestandaardiseerd. De Autoriteit Financiële
Markten (AFM) ziet er in Nederland op toe dat de handel op de effectenmarkt
ordelijk en eerlijk verloopt.
Op de openbare of effectenmarkt wordt voornamelijk gehandeld in aandelen en
obligaties. Een aandeel is een bewijs van deelneming in een vennootschap op
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annelemmenss. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.