Samenvatting van de colleges en literatuur voor het vak Gespreksanalyse (voor studenten Nederlandse Taal en Cultuur) of Gespreksanalyse I (voor studenten Communicatie- en Informatiewetenschappen) aan de Rijksuniversiteit Groningen. De in de colleges behandelde literatuur betreft het (Engelstalige) ...
Summary Conversation Analysis 1 - Jack Sidnell, ISBN 9781405159012, LCX012X05
Tout pour ce livre (8)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Nederlandse Taal En Cultuur
Gespreksanalyse (LCX011X05)
Tous les documents sur ce sujet (2)
1
vérifier
Par: jwatenbruggencate • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
nielsdejonge1
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 3 - Turn taking
Normaliter is het zo dat gesprekken lokaal (i.e., slechts de huidige en volgende beurt)
georganiseerd worden, door de gesprekspartners zelf (er is geen ‘scheidsrechter’ aanwezig
die de beurten verdeelt). Er is één partij tegelijkertijd aan het woord en het is
gebruikelijk dat overgangen noch een (lange) pauze, noch overlapping vertonen.
De lengte of duur van een beurt staat niet vast. Een beurt kan uit verschillende
beurtopbouweenheden (TCU’s: Turn-Constructional Units) bestaan. Dit zijn de
basiseenheden waaruit alle gesprekken zijn opgebouwd: (mogelijk) volledige,
betekenisvolle uitingen. Er zijn verschillende beurtopbouweenheden:
- op het niveau van de (hele) zin (deze kan eventueel uitgebreid worden)
- op het niveau van de deelzin
- op het niveau van de woordgroep
- op het niveau van het woord
Een plaats relevant voor overdracht (TRP: Transition Relevance Place) is een punt in
een gesprek waar de beurt over kan gaan van de ene naar de andere spreker. Om zich te
oriënteren op een dergelijke plaats gebruiken luisteraars de volgende drie eigenschappen
van een beurtopbouweenheid:
- prosodie (ritme, klemtoon en intonatie)
- syntaxis (zins(op)bouw)
- pragmatiek (zou een uiting qua betekenis logischerwijs snel beëindigd kunnen
worden?)
Bij elke plaats relevant voor overdracht van elke beurt zijn er drie mogelijkheden:
1) Indien de huidige spreker de volgende spreker selecteert, moet laatstgenoemde de
beurt overnemen. Hiervan is sprake bij:
- sequentie initiërende acties (sequence-initiating actions) (wanneer de huidige
spreker iemand anders adresseert)
- een initiatief tot herstel (door een ander geïnitieerd zelfherstel)
- tags (‘hè’, ‘toch’ etc.)
2) Indien de huidige spreker de volgende spreker niet selecteert, mag eender welke
partij zichzelf selecteren om de beurt te nemen. Hiervan is sprake bij:
- Overlapping aan het einde van een beurt (overlap turn-terminal): de anders
begint te praten aan het einde van de beurt van de huidige spreker
- Overlapping aan het begin van een beurt (overlap turn-initial): twee sprekers
selecteren zichzelf en beginnen tegelijkertijd te praten
- herkenningsoverlapping (recognitial overlap): een tweede spreker begint te
praten tijdens de spreektijd van de eerste, omdat hij een sterk vermoeden heeft
wat de ander gaat zeggen
- interrupties
Er bestaan verscheidene herstelmechanismen om het probleem van overlapping op te
lossen:
- simpelweg je mond houden, je even ‘terugtrekken’
, - harder gaan praten, op een hogere toonhoogte gaan praten, sneller/langzamer
gaan praten
- plotselinge afkappingen, de laatst uitgesproken klank uitrekken, een voorafgaand
element herhalen
- een afkeurende blik, oogcontact houden of zoeken
Er is geen herstel nodig bij:
- continuers (een verbaal (‘hm hm’) of non-verbaal (hoofdknik) teken door de
toehoorder waarmee hij aangeeft te luisteren naar de spreker, en dat
laatstgenoemde voort kan gaan met zijn beurt)
- overlapping aan het einde van een beurt (de spreker is al aan het afronden, de
overlapping is hier dus niet echt problematisch)
- voorwaardelijke toegang tot de beurt (soms werken sprekers samen om een beurt
op te bouwen/af te ronden, zie hoofdstuk 8)
- wanneer twee of meer personen iets in koor zeggen
3) Indien de huidige spreker de volgende spreker niet selecteert én geen enkele partij
zichzelf selecteert, kan de huidige spreker zijn beurt voortzetten.
Hoofdstuk 4 - Action and understanding
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds het (letterlijke) spreken
(‘Wil je thee?’) en anderzijds de taalhandeling die tijdens het spreken uitgevoerd wordt
(aanbieden).
Een aangrenzend paar (adjacency pair) bestaat uit twee bij elkaar horende uitingen die
achtereenvolgens door verschillende sprekers worden geuit. Deze uitingen zijn geordend
als eerste en tweede paardeel. Deze paardelen komen uit hetzelfde paartype,
bijvoorbeeld vraag-antwoord en groeten-terug groeten. Degene die het eerste paardeel
produceert legt hierbij de aangesprokene als het ware de plicht op de bijhorende tweede
handeling te verrichten; aangrenzende paren hebben een normatief karakter.
Indien de aangesproken dit logischerwijs verwachte tweede paardeel niet produceert, dan
is deze handeling merkbaar of officieel afwezig. Vaak treft men op zulke plaatsen
impliciete of expliciete verklaringen voor die afwezigheid aan, of wordt er een
‘herstelprocedure’ geïnitieerd door degene die het eerste paardeel geproduceerd had.
Met andere woorden, na de productie van een uiting die herkenbaar is als een eerste
paardeel (zoals een vraag) is de daaropvolgende plaats in het gesprek gereserveerd voor
iets dat zich op een of andere manier direct verhoudt tot het onmiddellijk voorafgaande.
Die conditie wordt aangeduid met de term conditionele relevantie.
Een voorbeeld:
Een vraag wordt niet altijd gevolgd door een antwoord. Echter, de conditionele relevantie
die door het stellen van een vraag gecreëerd wordt zorgt ervoor dat de
gespreksdeelnemers bij de uiting die op de vraag volgt erop letten of deze de vraag wel of
niet beantwoordt.
Aangrenzende paren hebben de volgende kenmerken:
- ze bestaan altijd uit twee uitingen: een eerste en een tweede paardeel.
- elke uiting wordt door een andere spreker geproduceerd
- de twee paardelen hoeven niet letterlijk aangrenzend te zijn, er kunnen zich
tussen deze delen uitingen bevinden die niet bij het aangrenzend paar horen (zie
hoofdstuk 6 ‘Sequenties’ over expansies)
, - het eerste paardeel zorgt voor de relevantie van het tweede paardeel
- het verband tussen de paardelen is ‘discriminerend’, d.w.z. dat bijvoorbeeld een
aanbod geaccepteerd of geweigerd kan worden, een vraag beantwoord of
genegeerd etc.
Van Intersubjectiviteit is sprake bij ‘een context van publiekelijk getoond en continu
geüpdate intersubjectief begrip’: een eerste paardeel creëert een ‘plaats’ voor een
specifiek tweede paardeel (dat conditioneel relevant wordt). Dit tweede paardeel laat
vervolgens zien hoe de spreker ervan het eerste paardeel begrepen heeft. Zo creëren
aangrenzende paren een kader voor begrip dat per beurt geconstrueerd en in stand
gehouden wordt.
Van ironie in gesprekken is sprake als de spreker iets anders (doorgaans het
tegenovergestelde) wil overbrengen dan zijn woorden letterlijk betekenen. Soms vormt dit
een uitdaging voor de intersubjectiviteit, voor het begrijpen van een uiting. Immers,
teneinde de intersubjectiviteit in stand te houden dient de ontvanger niet enkel de
letterlijke betekenis van de woorden van de spreker te begrijpen, maar tevens hetgeen de
spreker met zijn uiting bedoelt.
Om deze taak toch te volbrengen heeft de ontvanger twee mogelijkheden:
1) hij beschouwt de ironische uiting als humoristisch en beantwoordt deze door erom
te lachen
2) hij bouwt in zijn antwoord voort op de ironische uiting (daarbij dus de ironische
uiting als zodanig interpreterend), hij ‘speelt het spelletje mee’; hiermee
bevestigt hij het ironische karakter en houdt hij deze in stand.
Hoofdstuk 5 - Voorkeur
De kernidee van voorkeur (preference) is dat tijdens een gesprek sprekers – vaak
impliciet – principes volgen, wanneer zij ageren of reageren in uiteenlopende
interactionele situaties. Het concept van voorkeur wordt gebruikt om verschillende
soorten principes te beschrijven die verschillende volgordes en typen beperkingen met
zich meebrengen. Voorkeursprincipes spelen een rol bij de selectie en interpretatie van
verwijzende uitdrukkingen, bij de productie en interpretatie van zowel initiërende als
beantwoordende acties, bij herstel, bij het wisselen van beurten en bij de vooruitgang
tijdens een actiesequentie. Bovendien zijn er contexten waarin gespreksdeelnemers zich
oriënteren op meerdere voorkeursprincipes. Soms conflicteren of concurreren deze
principes met elkaar (zie Sidnell blz. 81-86). In dat geval maken de gespreksdeelnemers
gebruik van systematische manieren om deze conflicten te beheersen.
Het rekening houden met voorkeursprincipes in gesprekken bevordert (normaliter) dat het
‘solidariteitsverbond’ tussen gespreksdeelnemers gehandhaafd wordt en conflicten
vermeden worden. Voorkeursprincipes staan los van de psychologische of andere
kenmerken van bepaalde sprekers. Anders gezegd: het gaat niet om de persoonlijke
voorkeur van de ene of de andere spreker, maar wat voor soort reactie het geschiktst is
om het gesprek zo goed mogelijk te laten voortgaan, geen conflict te veroorzaken etc.
Op acties gebaseerde voorkeur (action based preference) (gespreksacties)
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nielsdejonge1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.