Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
UvA Inleiding tot het Recht hoorcollege aantekeningen €6,39   Ajouter au panier

Notes de cours

UvA Inleiding tot het Recht hoorcollege aantekeningen

 7 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

UvA Inleiding tot het Recht hoorcollege aantekeningen, met vooral de zaak van de gootverkenners, rechtstheorieen en vrijheid/gelijkheid. (tentamencijfer: 8,7)

Aperçu 4 sur 62  pages

  • 24 novembre 2021
  • 62
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Nanda oudejans
  • Toutes les classes
avatar-seller
Inleiding tot het recht minicolleges week 1

Inhoudsopgave

Minicollege 2................................................................................................................................................. 1


Minicollege 3................................................................................................................................................. 9


Minicollege 5: De grotverkenners................................................................................................................. 14


Minicollege 8: Wraakzuchtige informanten & Radbruch...............................................................................24


Minicollege 9: Het morele en juridische dilemma van Nederlandse kinderen in IS-gebied: hoe oordeelt de
rechter?....................................................................................................................................................... 27


Grondslagen van het recht – Hoofdlijnen H1 pp. 24 – 30...............................................................................29


Minicollege 10: De rechtspositivistische repliek van Hart I............................................................................31


Minicollege 11: De rechtspositivistische repliek van Hart II...........................................................................33


Minicollege 12: De rechtsbronnenleer.......................................................................................................... 36


Minicollege 14: Rechtsrealisme.................................................................................................................... 42


Minicollege 15: De weerspannige ruin.......................................................................................................... 46


Minicollege 17: De sprong van Scholten....................................................................................................... 52


Minicollege 18: De uitgangspunten van een eerlijk proces............................................................................54


Minicollege 19: Vrijheid en gelijkheid........................................................................................................... 56


Minicollege 20: De politieagent met hoofddoek...........................................................................................61


Minicollege 2
Inleiding van de fundamentele vraag: wat is recht? En waarom is dit een fundamentele vraag?
 Uitgelegd door middel van het transouder-arrest
Inleiding van de fundamentele vraag: hoe vindt de rechter recht?
 Uitgelegd door middel van de toeslagenaffaire

Inleiding van de fundamentele vraag: wat is recht?
Drie aanvliegroutes om de vraag ‘wat is recht?’ te beantwoorden:
1. Kernbegrippen van het Nederlandse Positieve recht: Een eerste manier om te beantwoorden
wat recht is, is door te zeggen dat het recht het geheel is van de door de wetgever gestelde
rechtsregels. We hebben het dan over het in Nederland geldende Positieve recht. Het

1

, Nederlands Positieve recht is niet een verzameling van losse rechtsregels, maar het kent een
bepaalde ordening en heeft een bepaalde systematiek. Rechtsregels kunnen dus op een
bepaalde manier worden ingedeeld: tot het publiekrecht of het privaatrecht; het is formeel of
materieel en het is aanvullend of dwingend. Je gaat verschillende onderscheidingen en
kernbegrippen leren waarmee rechtsregels in het Nederlandse Positieve recht ingedeeld
kunnen worden. Positief recht wil zeggen dat het recht is neergelegd door het bevoegd gezag.
2. Casuïstiek: Een tweede manier om te beantwoorden wat recht is, is door te kijken naar
concrete gevallen en hoe een rechter de algemene regels op concrete gevallen toepast. Dan
hebben we het over casuïstiek. Het perspectief van de rechter is dan dominant. In de tekst van
Vranken wordt een kritische noot geplaatst bij het dominante perspectief van de rechter en bij
de casuïstiek van waaruit nieuwe studenten het recht leren kennen. Vranken (literatuur week
1) zegt dat door de casusgerichtheid van de studie vergeten we om kritisch te reflecteren op
het recht. Juristen zijn vooral bezig met wat recht en rechtvaardigheid is in het concrete
particuliere geval. Maar ze vergeten vaak te kijken naar argumenten die boven dat geval
uitstijgen en die ons iets leren over de normatieve uitgangspunten en grondslagen van het
recht.
3. Theorie en reflectie: Een derde manier om te beantwoorden wat recht is, is door te kijken naar
theorie en reflectie. Wanneer we bezig zijn met het recht en recht spreken, zijn we ook altijd
bezig om de grenzen te trekken tussen recht en politiek, tussen recht en moraal, tussen recht en
samenleving en tussen recht en ethiek. Omdat het recht altijd plaatsvindt in die politieke,
morele, maatschappelijke en ethische context, is de vraag ‘wat is recht’ altijd ook een
fundamentele vraag. Dat wil zeggen dat de rechter zich vaak ook bezighoudt met tal van
dilemma’s die in het recht verscholen liggen. Om een antwoordt te geven op die
dilemma’s/om daarover na te kunnen denken, is het niet voldoende om zich louter te baseren
op het recht, maar hebben we ook normatieve theorieën over het recht (en wat recht is) nodig.


De casus-gerichtheid van de rechtenstudie (kritiek van Vranken)
“Beschouwingen over achtergronden en tendensen, over de samenhang met maatschappelijke
ontwikkelingen, over morele waarden en keuzen, over ideeën- en theorievorming of over inter- en
multidisciplinaire benaderingen in het burgerlijk recht treft men er niet in aan.”
J.B.M.Vranken (emeritus hoogleraar privaat recht)
 Hij heeft het hier dus over de rechtenstudie.

Het transouder-arrest: ‘wat is recht?’ aanvliegroute 1 (kernbegrippen van het Nederlandse recht)
In het transouder-arrest gaat het om de vraag naar juridisch vaderschap. Wanneer wordt een man
volgens het recht erkend als de vader van een kind. Het juridisch vaderschap staat in dit arrest centraal.
Dat betekent dat het transouder-arrest en de regels die daarin worden toegepast, behoren tot het
privaatrecht.
 Kernbegrippen: Transouder-arrest  juridisch vaderschap  privaatrecht

Ordening van de rechtsregels: privaatrecht
Een eerste kennismaking met het Nederlandse recht is het klassieke
Publiekrecht
onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht. Een belangrijk Positief
uitgangspunt/kenmerk van het privaatrecht (ook wel burgerlijkrecht recht
Privaatrecht
of civielrecht) is dat het:
 Relaties tussen burgers onderling regelt: Stel je wil met de trein naar de UvA en koopt dus een
kaartje. Er ontstaat dan een juridische relatie tussen het vervoersbedrijf die verplicht is om jou

2

, naar Amsterdam te brengen en jij die verplicht is om een treinkaartje te betalen. Zo is er dus
sprake van een juridische relatie tussen burgers onderling.
 Relaties tussen mensen mogelijk maakt: een werknemer van de UvA heeft een juridische
relatie met de UvA als werkgever
 Partijen gelijkwaardig zijn: geen gezag relatie tussen UvA als werkgever en werknemer. Er is
ook geen gezag relatie/hiërarchie binnen een huwelijk/huwelijksovereenkomst
 Partijen zelfstandig hun relatie mogen regelen binnen de grenzen van het recht: het
privaatrecht heeft eigenlijk als doel om de vrijheid van burgers mogelijk te maken en hun
zoveel als mogelijk naar eigen inzicht te laten handelen. Burgers mogen binnen het
privaatrecht dan ook zelfstandig hun relatie regelen binnen de grenzen van het recht.
 Veelal aanvullend recht: dat burgers hun relatie zelfstandig mogen regelen binnen de grenzen
van het recht heeft een belangrijke consequentie voor de aard van de rechtsregels die je vindt
in het privaatrecht. Deze rechtsregels zijn veelal aanvullend van aard; aanvullende
rechtsregels. Rechtsregels zijn aanvullend van aard op het moment dat het de relatie regelt
tussen mensen die ze zelf hebben verzuimd om juridisch te regelen. Voorbeeld: stel iemand
overlijdt en heeft niets vastgelegd over wat er moet gebeuren (geen testament etc.). Het
erfrecht bepaalt dan wat er moet gebeuren met het vermogen van de overleden persoon. Dat
rechtsregels binnen het privaatrecht veelal het karakter hebben van aanvullend recht, betekent
dat partijen van het recht mogen afwijken. Vaak herken je dat door de frase ‘tenzij anders
overeengekomen’.
 Partijen het recht gebruiken om hun eigen belang te behartigen: als partijen naar de rechter
gaan, doen zij dat om hun eigen belang te behartigen. Ieder is daar voor het eigen belang. Als
de buurman een nieuwe schutting plaatst die op mijn erf staat, ben je daar voor je eigen belang
en niet voor het algemene belang van de staat. Partijen gebruiken in het privaatrecht het recht
om hun eigen belang te behartigen.
 Kernwaarde privaatrecht: vrijheid
“Tenzij anders overeengekomen” voorbeeld
Art. 1:94 lid 1 WB regelt de relatie tussen echtgenoten. In het artikel staat “Van het ogenlijkblik der
voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van
goederen”. Dit betekent dat, wanneer de twee personen bij de voltrekking van het huwelijk geen
afspraken hebben gemaakt, zij automatisch in gemeenschap van goederen zijn getrouwd.
 Regel: als je geen afspraken maakt worden bezittingen en schulden automatisch
gemeenschappelijk bezit. Maar omdat hier sprake is van aanvullend recht, mogen de partijen
hier ook vanaf wijken. Ze kunnen bijvoorbeeld van tevoren afspreken om in huwelijkse
voorwaarden te trouwen in plaats van in gemeenschap van goederen.

Vermogensrechtelijk vs. niet-vermogensrechtelijk
Er is een klassiek onderscheid dat inmiddels niet zo fundamenteel meer is: het onderscheid tussen
burgerlijkrecht en handelsrecht. Vroeger had het burgerlijkrecht betrekking op de relatie tussen
burgers onderling en het handelsrecht had betrekking op kooplieden. Dit onderscheid is nu niet meer
fundamenteel en het is steeds meer vervaagd, omdat het handelsrecht steeds meer is geïntegreerd in
het burgerlijkrecht. Wat nog wel een fundamenteel onderscheid is in het privaatrecht, is het
onderscheid tussen vermogensrechtelijk privaatrecht en niet-vermogensrechtelijk privaatrecht. Het
vermogensrechtelijk deel van het privaatrecht gaat over dat deel van privaatrecht waarin rechten en
plichten van de burger waardeerbaar zijn op vermogen. Het niet-vermogensrechtelijk deel van het
privaatrecht gaat over het deel van
privaatrecht waarin de rechten en Publiekrecht Vermogens-
Positief
recht rechtelijk
Privaatrecht
Niet-
3 vermogens-
rechtelijk

, plichten niet waardeerbaar zijn op het vermogen. Een voorbeeld hiervan is het personen- en
familierecht.

In het transouder-arrest gaat het om het vaststellen van het juridisch vaderschap; tussen de juridische
relatie tussen vader en kind. Als het gaat om het recht tussen burgers onderling hebben we het over
privaatrecht. Artikel 1:199 BW “Vader van een kind is de man die op het tijdstip van de geboorte van
het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, …, of die het kind heeft erkend.”
 Dit is een regel die je kunt indelen in het privaatrecht en het materieel recht.
 We weten nu alleen nog vrij weinig over vraag wanneer het recht een man als vader erkent.
Dan wenden we ons tot de casuïstiek…

Het transouder-arrest: ‘wat is recht?’ aanvliegroute 2 (casuïstiek)
Artikel 1:199 BW “Vader van een kind is de man die op het tijdstip van de geboorte van het kind met
de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, …, of
die het kind heeft erkend.”
 Let hierbij op het woordje ‘man’ in het artikel!

Wat is er gebeurd: er is een transvrouw (vrouw 1) die een operatie is ondergaan van man naar vrouw.
Voor deze operatie heeft ze haar sperma laten invriezen. Na verloop van tijd besluit ze met een andere
vrouw (vrouw 2, de drager van het kind) een kind te nemen. Hiervoor wordt het ingevroren sperma
van vrouw 1 gebruikt. Vrouw 1 gaat naar de rechter om erkend te worden als vader van het kind. Zij
wil erkenning van de biologische band tussen haar en het kind. Die band is er wel degelijk, aangezien
het kind is verwekt met haar zaak. Adoptie is voor haar geen optie, omdat dan de biologische band niet
erkend wordt. Ze wil ook niet als voogd erkent worden.
Rechtsvraag transouder-arrest: Kan een transvrouw, die met behulp van ingevroren sperma na haar
geslacht veranderende operatie een kind heeft verwekt bij een andere vrouw, als vader van het kind
worden aangemerkt?

Relevante wettelijke bepaling transouder-arrest
Art. 1:207 BW (oud): “het vaderschap van een man kan… op de grond dat deze de verwekker is van
het kind of op de grond dat de man als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de
verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, door de rechtbank worden vastgesteld.”

 Hier speelt een complicatie op, aangezien de vrouw geen man (meer) is.

Hoe oordeelt de rechter (o.b.v. art. 1:199 BW)
Volgens de letter van de wet kan een transvrouw geen vader zijn. Alleen een man kan als vader
worden erkend (grammaticale interpretatie)
 Ten tijde van deze zaak gold de sterilisatie-eis: artikel 1:28 BW (oud) ‘juridische
geslachtsverandering vereist dat de persoon niet meer in staat zou zijn om kinderen te
verwekken’
 Bedoeling van de wetgever was te voorkomen dat kinderen een ouder hebben met een
juridisch geslacht dat tegengesteld is aan biologisch geslacht. Hiervan zou sprake zijn als een
vader biologisch gezien een vrouw is.
 Maar: de rechter zegt dat de wetgever kennelijk niet heeft stilgestaan bij de mogelijkheid [van
invriezen zaad & IVF] waarvan appellanten gebruik hebben gemaakt.  Het recht loopt dus


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur carmenschut. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,39
  • (0)
  Ajouter