Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting week 1 Forensische Orthopedagogiek van de nieuwe literatuur (3 boeken)!! €3,99   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting week 1 Forensische Orthopedagogiek van de nieuwe literatuur (3 boeken)!!

 372 vues  20 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige samenvatting van de literatuur voor week 1: * Boek Uithuisgeplaatste jeugdigen: H1 * Boek Gevoel is explosief materiaal: H2 * Handboek Forensische Orthopedagogiek, Deel I: H1 t/m 7, 9 t/m 12. LET OP: Ik heb ook een samenvatting voor alle 4 weken voor slechts 8.99 euro. Sinds dit bl...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 23  pages

  • Non
  • H1 t/m 7 & h9 t/m 12
  • 17 novembre 2021
  • 23
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Week 1:
- Gevoel is explosief materiaal  H2
- Uithuisgeplaatste kinderen  H1
- Forensische Orthopedagogiek  H1 t/m 7 + H9 t/m 12

Uithuisgeplaatste Jongeren H1
Uithuisplaatsing: wat is het, voor wie & wanneer?
Uithuisplaatsing = iemand wordt voor kortere of langere tijd in een ander milieu geplaatst dan waar
de opvoeding normaal plaatsvindt (in het eigen gezin). Dit verblijf kan verschillende vormen hebben:
- Plaatsing in gezinsverband  Pleeggezin, zorgboerderij, logeerhuis etc.
- Plaatsing in leefgroepsverband  instelling voor residentiele of intramurale zorg

Opname voor daghulp valt niet onder een uithuisplaatsing, iemand slaapt dan namelijk thuis. Een
opname van een jongere voor kamertraining valt wel onder een uithuisplaatsing, omdat iemand dan
‘’op kamers’’ woont, maar er ook gemeenschappelijke groepsruimtes zijn.

Voor wie?
Meer jongeren krijgen jeugdhulp met verblijf dan jeugdhulp zonder verblijf. Hoewel het beleid
gericht zou moeten zijn op ambulante hulp, is er zelfs na de invoering van de Jeugdwet weinig
verschoven van residentiele hulp naar ambulante hulp  terwijl ambulante hulp wel goedkoper is!

Het aantal uithuisplaatsingen is de laatste jaren toegenomen. 1/3de van de uithuisgeplaatste heeft de
basisschoolleeftijd. In Nederland liggen we net iets boven het gemiddelde van uithuisplaatsingen
vergeleken met andere West-Europese landen.

Wanneer?
Kinderen mogen niet gescheiden worden van de ouders, mits dit in het belang is van het kind (IVRK,
artikel 9). Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding (IVRK, artikel 18), hebben het recht en de
plicht het kind zelf op te voeden én het kind heeft het recht door hen opgevoed te worden (IVRK,
artikel 7). Mits er geen sprake is van geestelijk of lichamelijk geweld.

Een uithuisplaatsing kan op vrijwillige of op gedwongen basis:
- Vrijwillig  uitsluitend met instemming van/in overleg met de ouders. De gemeente moet
dan besluiten tot een uithuisplaatsing met verleningsbeschikking.
- Gedwongen  machtiging door de kinderrechter + indicatiebesluit van de gemeente. Ook bij
een OTS moet de kinderrechter de machtiging afgeven, ook als ouders akkoord gaan.

OTS = wordt afgegeven als het kind in de ontwikkeling/gezondheid wordt bedreigd, ouders
onvoldoende/geen hulp accepteren, maar wel verwacht wordt dat ouders binnen afzienbare tijd de
verantwoordelijkheid voor de opvoeding weer kunnen dragen.
- !! De OTS kan aangevuld worden met een machtiging uithuisplaatsing. Een UHP wordt altijd
binnen een OTS afgegeven (is geen opzichzelfstaande kinderbeschermingsmaatregel).
- Voor 1 jaar (kan verlengd worden)

Gesloten jeugdhulp = wordt gedaan als er sprake is van ernstige opvoedproblemen + voorkomen dat
een jongeren zich aan de zorg onttrekt. Er is hiervoor een specifieke rechtelijke machtiging gesloten
jeugdzorg nodig!

Richtlijn Uithuisplaatsing
Professionals moeten zichzelf deze 5 vragen stellen:
1. Zijn de opvoedcapaciteiten van ouders en de ontwikkelingsbehoeftes van het kind in balans?

1

, 2. Is het uit balans zijn van deze opvoedcapaciteiten en ontwikkelingsbehoeftes gerelateerd aan
belangrijke gezins- en omgevingsfactoren?
3. Zijn de opvoedcapaciteiten en ontwikkelingsbehoeftes met steun van het sociale netwerk in
balans te brengen?
4. Zijn de opvoedcapaciteiten en ontwikkelingsbehoeftes met hulpverlening binnen een (half)
jaar in balans te brengen?
5. Is UHP nog te voorkomen met een gerichte interventie?

Als er op een van deze vragen met ‘’nee’’ geantwoord wordt zal worden toegewerkt naar een UHP.
De auteurs van deze richtlijn suggereren om het Framework fort he Assessment of Children in Need
and their Families toe te passen voor het orderenen van relevantie informatie:
- Kind: gezondheid, cognitieve/emotionele ontwikkeling, gedrag, vaardigheden
- Ouders: verzorging, veiligheid, warmte, regels/grenzen, stabiliteit
- Gezins- en omgevingsfactoren: huisvesting, inkomen, buurt, verleden, sportclub etc.

Belangrijkste redenen voor uithuisplaatsing
Problemen bij de jeugdige Problemen in de opvoeding
Ernstige emotionele en gedragsproblemen Ernstige en langdurige kindermishandeling of
hoog risico hierop
Gevaarlijk/bedreigend gedrag richting Tekort aan opvoedingsvaardigheden
gezinsleden
Verminderd contact met de realiteit (psychose, Grote onveiligheid in de ouder-kind relatie
AM, suïcide) (onveilige/gedesoriënteerde hechting)
Kan ook na een ‘critical incident’ Kan ook bij slechte psychische conditie van de
ouder, te lage draagkracht of hevige conflicten

Het is vaak een combinatie van kind- en ouderfactoren die leiden tot een onherstelbare disbalans.

Keuze plaatsingsmilieu
Voorkeur voor kleinschalige, gezinsgerichte opvang, zo veel mogelijk binnen het eigen netwerk.
1. Eigen netwerk
2. Pleeggezin
3. Pleeggezin + elders behandelen (bij gedrags-en ontwikkelingsproblemen)
4. Gezinshuis of residentiele instelling (bij te ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen)

Kwaliteit besluitvorming UHP
Uit onderzoek blijkt dat:
- Zelfde probleembeschrijving leidt tot andere keuzes over noodzaak van wel/niet UHP
- Zorgtoewijzing vindt niet plaats zoals van tevoren gepland (bv. door plaatsgebrek/wachtlijst)
- Meervoudige problematiek jeugdigen leidt tot afwijzing door residentiele instellingen
- Gebrek aan onderbouwing van de UHP (niet o.b.v. behoeften jongeren of gebrek aan info)

De houding van de beslissing nemers t.o.v. UHP blijkt een grote rol te spelen (bv. kritisch over effect
UHP). Verder bleek in vervolgonderzoek naar de argumenten van Nederlandse beslissing nemers dat
er grote variëteit was. Gemiddeld vaak maar 3 argumenten die enkel hun eigen beslissing goedsprak.
Geen weerleggingen van mogelijke tegenargumenten.

Factoren die beïnvloeden hoe iemand beslist over UHP:
- Attitude tegenover UHP
- Langer werkzaam = minder snel UHP
- Context (drukke caseload, perceptie over hulpbronnen thuis om plaatsing te vermijden)

2

,De laatste jaren wil men dat jongeren meer inspraak krijgen in de beslissing van UHP. In de praktijk
blijkt echter dat het doel ‘betekenisvolle participatie’ nog niet goed bereikt wordt, doordat het bv.
een gedwongen plaatsing is. In Nederland, maar ook in andere West-Europese landen, is de
participatiegraad hierin laag.

Na de Uithuisplaatsing
Hoewel het beleid ‘kleinschalige, gezinsgerichte opvang’ is, is het aantal kinderen in pleegzorg
redelijk gelijk gebleven.

Verder hebben de kinderen recht op onderwijs. Zij kunnen vaker dan thuiswonende kinderen niet
deelnemen aan regulier onderwijs, door de ernstige emotionele- en gedragsproblemen. Het
onderwijs van de kinderen moet niet alleen aansluiten op de kennis en vaardigheden, maar moet ook
iets doen met de vorming van de persoon (zelfdeterminantie theorie: autonomie en verbondenheid
staan centraal). Kinderen met UHP kunnen problemen hebben op school. Ongeveer 1/3 de heeft
aanvullend problemen met sociale vaardigheden en aandacht.

- Kinderen in gezinshuizen/pleegzorg  meestal naar regulier onderwijs
- Kinderen in een open & gesloten residentiele jeugdzorginstelling  meestal speciaal
onderwijs (in een school verbonden aan de instelling)

Niet voor alle jongeren is het haalbaar om een volledig onderwijsprogramma te volgen, omdat ze
door hun ernstige beperkingen maar beperkt belastbaar zijn. Deze jongeren zijn gebaat bij passende
zorg-onderwijsarrangementen. Het is in specifieke situaties mogelijk af te wijken van het verplichte
aantal minimum schooluren.

Forensische Orthopedagogiek H1
Wat is forensische orthopedagogiek?
Forensische Orthopedagogiek = bestudeert de ontwikkeling en het in stand blijven van complexe
problematiek van kinderen, jongeren en jongvolwassenen. Denk hierbij aan delinquentie, ernstige
internaliserende, externaliserende of sociale problemen + daarmee samenhangende
opvoedingsproblemen, zoals kindermishandeling. De problemen zijn zo ernstig dat justitieel ingrijpen
(strafrechtelijk of civiel) dreigt of is ingezet.

Strafrechtelijk ingrijpen  strafbaar feit, waardoor zorg wordt ingezet om recidive te voorkomen.
Civielrechtelijk ingrijpen  zorgen over de veiligheid/ontwikkeling van het kind, waardoor er zorg
wordt ingezet om het kind te beschermen.

Forensische orthopedagogiek onderzoekt de effectiviteit van (justitiële) preventieve en curatieve
interventies onder praktijk representatieve condities.
- Dit gebeurd op basis van kennis over statische (onveranderbare) en dynamische
(veranderbare) factoren die invloed hebben op het ontstaan en in stand houden van
gedrags- en opvoedingsproblemen.
- Verder is er kennis over hoe deze factoren beïnvloed kunnen worden op het niveau van het
kind, gezin en het systeem.

 Forensische orthopedagogiek is hierdoor een interventiewetenschap met een multidisciplinair
karakter (maakt gebruik van kennis uit verschillende disciplines, bv. pedagogiek en criminologie).
 Forensische orthopedagogiek bestudeert op welke manier ernstige ontwikkelingsrisico’s
voorkomen, beperkt of weggenomen kunnen worden.


3

,  Verder bestudeert de forensische orthopedagogiek hoe beschermende factoren (veerkracht,
vaardigheden) versterkt kunnen worden.
Opvoeding
Opvoeden vindt in verschillende omgevingen plaats:
- Eerste opvoedingsmilieu: gezin/thuisomgeving
- Tweede opvoedingsmilieu: school
- Derde opvoedingsmilieu: domein van leeftijdsgenoten en vrije tijd
- Vierde opvoedingsmilieu: (semi-)residentiele zorg (bevat aspecten van bovenstaande
milieus)
 Kinderdagverblijven tot gesloten jeugdzorg

Ecologisch ontwikkelingsmodel (Bronfenbrenner)
Beginpunt van de forensische orthopedagogiek, waarbij de ontwikkeling van het kind wordt gezien
als een samenspel van aanleg (biologische factoren) en omgeving.

Ecologisch = meerdere (causale) invloeden worden bestudeerd. Deze invloeden zijn:
- Individuele kenmerken kind (temperament)
- Individuele kenmerken ouder (persoonlijkheid)
- Interactie tussen kind en ouder
- Directe sociale omgeving (school, vrije tijd, vrienden)
- Sociaal-culturele context

Ontwikkeling = Niet enkel het kind en diens gedrag, maar ook de sociale context en de risico- en
beschermende factoren die veranderen met het ouder worden.

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
In het IVRK is de leidraad voor de forensische orthopedagogiek, met 4 artikelen in hij bijzonder:
- Artikel 3  Belang van het kind
- Artikel 9  Recht op gezinsleven (opgroeien bij ouders)
- Artikel 12  Recht op participatie (kind moet gehoord worden, mening mogen geven)
- Artikel 16  Geen geoorloofde interventie (er mag geen onrechtmatige inmenging zijn je
privé leven, gezinsleven of woning).

Forensische orthopedagogiek is hiermee niet alleen evidence-based, maar ook georiënteerd op het
verhelderen van waarden. Het is kritisch t.a.v. vormen van ingrijpen die een inbreuk maken op de
rechten en autonomie van het kind. Een UHP is bijvoorbeeld een laatste redmiddel.
 Het kind moet betrokken worden bij beslissingen en in het hulpproces, zodat aan de basale
behoeften van zelfdeterminatie (=contact, competentie en autonomie) kan worden voldaan.

Onderzoek
Elke vorm van (justitieel) ingrijpen kan risico’s meebrengen  daarom moeten interventies worden
onderzocht op effectiviteit volgens de meest strenge criteria van wetenschappelijk onderzoek. Hierbij
geldt het primum non nocere-principe (= in eerste plaats geen schade toebrengen).

Sommige interventies kunnen onder dwang of drang worden opgelegd aan mensen. De effectiviteit
van deze interventie kan deze dwang of drang rechtvaardigen.

De onderzoeksdoeleinden van forensische orthopedagogiek zijn:
- Bestuderen van verschillende manifestaties van problemen waarin justitieel ingrijpen dreigt
of wordt ingezet.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur madelieflambregts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€3,99  20x  vendu
  • (0)
  Ajouter