,Inhoudsopgave
De student onderscheidt de CanMeds rollen vanuit het beroepsprofiel BN2020..............................3
De student herkent de landelijke ontwikkelingen op het gebied van publieke gezondheid;..............3
De student herkent de NSM-theorie en onderscheidt de bijbehorende begrippen...........................4
De student herkent de preventietheorie en onderscheidt de primaire-, secundaire- en tertiaire
preventie............................................................................................................................................4
De student herkent de stress-copingtheorie binnen het NSM en onderscheidt de verschillende
copingstijlen.......................................................................................................................................5
De student herkent en onderscheidt de verschillende verpleegkundige theorieën, modellen en
classificatiesystemen..........................................................................................................................5
De student herkent het verpleegproces en het verpleegplan en onderscheidt de verschillende
disciplines...........................................................................................................................................7
De student onderscheidt de begrippen zelfredzaamheid, zelfzorg en zelfzorgtekort........................7
De student onderscheidt de verpleegkundige diagnose van een medische diagnose, PES-structuur
en herkent passende interventies......................................................................................................8
De student herkent het verschil tussen resultaat en doel..................................................................8
De student herkent het verschil tussen proces en productevaluatie.................................................8
De student onderscheidt de verschillende fasen in het verpleegkundig proces en herkent klinisch
redeneren...........................................................................................................................................8
De student herkent de begrippen GVO, Intervention kapping, ASE-model en TPB-model.................8
De student onderscheidt de basisprincipes van het coachen en herkent de verschillende rollen als
voorzitter, coach en onderzoeker.....................................................................................................10
De student herkent de wet- en regelgeving in het domeinen gezondheidsrecht in het Nederlands
rechtssysteem..................................................................................................................................11
De student onderscheidt de organisatiestructuren..........................................................................11
De student herkent verpleegkundig leiderschap en eigenschappen van een leider.........................12
De student herkent kwaliteitszorg en kenmerken hiervan op macro-, meso en microniveau en de
PDCA-cyclus......................................................................................................................................12
De student herkent een missie en visie en welke invloed een verpleegkundige theorie kan hebben
op de missie en visie van een zorginstelling.....................................................................................12
De student herkent onderzoek en de verschillende stappen en de PICO.........................................13
De student onderscheidt de verschillende stappen bij EBP en het doel hiervan..............................13
De student herkent ethiek binnen de verpleegkunde en onderscheidt de verschillende stromingen.
..........................................................................................................................................................13
De student herkent zingeving binnen het verpleegkundig competentieprofiel en NSM..................13
De student herkent de cellen, weefsels, organen en orgaan- of functiesystemen van de mens en
kan deze beschrijven........................................................................................................................14
,De student herkent het houdings- en bewegingsapparaat, steun- en spierweefsel, de verschillende
botten en gewrichten van de mens..................................................................................................15
De student herkent het besturingssysteem van de mens en onderscheidt het centraal en perifeer
zenuwstelsel.....................................................................................................................................17
De student herkent de weerstand, afweer en de huid van de mens en de verpleegkundige
interventies.......................................................................................................................................18
De student herkent het ziektebeeld hepatitis B en enkele veel voorkomende beroepsziekten die bij
verpleegkundigen voorkomen..........................................................................................................22
De student herkent de tractus circulatorius en onderscheidt de bloedvaten, bloed en
pompsystemen en het lymfevaatstelsel...........................................................................................22
De student herkent de farmacokinetiek en farmacodynamiek van geneesmiddelen.......................23
De student herkent de tractus respiratorius en werkt de besturing uit...........................................25
De student herkent de bouw en functie van de zintuigen, verschillende hersenkwabben en
cognitieve functies van de mens.......................................................................................................26
De student herkent de bouw en functie van de tractus digestivus...................................................39
De student herkent de bouw en functie van de tractus genitalis.....................................................42
De student herkent de bouw en functie van de tractus urinaris......................................................43
De student herkent assertivitiet en agressief gedrag in combinatie met de Roos van Leary............44
De student herkent feedback en onderscheidt de regels voor feedback.........................................45
De student herkent de Belbin rollen en de functie van groepsrollen en roldifferentiatie................46
De student herkent het belang van zelfsturend leren en van motivatie...........................................47
De student herkent de verschillende leer- en begeleidingsstijlen....................................................47
De student herkent de centrale begrippen van het NSM, stress en coping en kan deze in zijn eigen
leven toepassen................................................................................................................................48
De student herkent Korthagen en de STARR methode en de kernkwaliteiten kernkwadrant..........49
De student herkent een POP en het persoonlijke nut hiervan.........................................................52
, De student onderscheidt de CanMeds rollen vanuit het
beroepsprofiel BN2020
1. De zorgverlener
Als zorgverlener onderzoek je welke vragen en problemen een zorgvrager heeft en wat hij of zij zelf
kan. Vervolgens stel je vast welke verpleegkundige zorg daarbij nodig is. Daarnaast ben je bevoegd
om het verpleegkundig proces in te richten en vorm te geven in samenwerking met andere
zorgprofessionals.
2. De communicator
Als verpleegkundige kijk je welke informatie iemand in zijn/haar ziekteproces nodig heeft. Je houdt in
je communicatie rekening met de culturele achtergrond, taalbeheersing, begripsniveau en
draagkracht van de zorgvrager en diens naasten. ‘Communiceren op maat’ staat hierbij centraal. Je
past technologische zorgondersteuning toe en biedt zorg op afstand (e-health) als aanvulling op het
persoonlijk contact met de zorgvrager.
3. De samenwerkingspartner
Als verpleegkundige werk je samen met de zorgvrager en diens naasten. Ook de samenwerking met
andere disciplines en leidinggevenden is belangrijk. Je bent er steeds op gericht dat alle betrokkenen
over de juiste informatie beschikken zodat de zorg optimaal kan plaatsvinden.
4. De reflectieve EBP-professional
Bij je werk als verpleegkundige is het van belang dat je op zoek gaat naar de best beschikbare
onderbouwing van je handelen, ofwel Evidence-based Practice (EBP). Deze kennis pas je toe in de
praktijk. Daarnaast werk je mee in onderzoek van (verpleegkundig) specialisten en onderzoekers. Zo
werk je permanent aan de ontwikkeling van je eigen deskundigheid en aan die van je collega’s. Je
leert je leven lang.
5. De gezondheidsbevorderaar
In de maatschappij verschuift de aandacht van ‘zorg en ziekte’ naar ‘gedrag en gezondheid’. Je bent
daarom als verpleegkundige meer en meer bezig met het bevorderen van de gezondheid van mensen
waarbij de wens van de zorgvrager voorop staat. Je beïnvloedt de leefstijl en het gezond gedrag van
burgers en zorgvragers.
6. De organisator
Als verpleegkundige kun je werkzaam zijn in uiteenlopende organisaties: grote ziekenhuizen,
kleinschalige teams of als zelfstandig beroepsbeoefenaar. Wat je toekomstige werkveld ook zal zijn,
je hebt een coördinerende rol rond de zorgvragers binnen jouw organisatie. Je bent actief bij het
bevorderen van de patiëntveiligheid en hebt een leidende rol bij veranderingen.
7. De professional en kwaliteitsbevorderaar
Als verpleegkundige lever je zorg die past binnen de geldende wet- en regelgeving. Je onderzoekt
bovendien systematisch of de zorg die je verleent aan alle kwaliteitseisen voldoet. Waar nodig zorg je
ervoor dat de kwaliteit wordt verbeterd. Daarbij vind je het een uitdaging om met mensen te werken
en heb je aandacht voor ieder uniek individu.
De student herkent de landelijke ontwikkelingen op het gebied van
publieke gezondheid;
De kwaliteitsimpuls die bachelor of nursing 2020 aan het hbo-onderwijs verpleegkunde in Nederland
geeft dient een groot maatschappelijk belang: jaarlijks starten zo'n drieduizend verpleegkundigen
hun opleiding in de zorg. Demografische en politiek-maatschappelijke ontwikkelingen, en ook
ontwikkelingen in de zorg, wetenschap en technologie, maken dat de omgeving waarin zij komen te
werken drastisch verandert. Het nieuwe, landelijke opleidingsprofiel komt aan die dynamiek
tegemoet. Het hanteert een nieuwe definitie van gezondheid: niet de aandoening staat centraal,
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mwesterink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.