Samenvatting over schouderinstabileit. Dit is een handig hulpmiddel ter voorbereiding op je PAS toets: behandelgebieden, rode- en gele vlaggen, anamnese, onderzoek, behandeling enz. De meetinstrumenten zijn in het kort uitgewerkt, wat het doel is en de voorwaarden. Ik heb deze samenvatting gebruikt...
Thim Hogeschool voor Fysiotherapie (THIM)
Fysiotherapie
Pastoets
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
skitteltje
Avis reçus
Aperçu du contenu
SCHOUDERINSTABILITEIT
DTF / verwijzing Niet pluis/rode vlaggen
• Rode huid, koorts of algehele malaise →mogelijk een infectie
• Trauma die leidt tot verminderde rotatie en abnormale vorm → mogelijk een
dislocatie/luxatie
• Zwelling of verdikking → mogelijk een tumor/maligniteit
• Trauma, pijn en zwakte → mogelijk een acute rotator cuff ruptuur
Behandelgebieden Polar type I / TUBS (traumatic unidirectional bankart surgery)
Traumatische anterieure instabiliteit. TUBS staat voor instabiliteit van de schouder ten
gevolge van een schouderdislocatie, waarbij de schouderkop naar voren uit de kom gaat.
Hierbij kunnen verschillende structuren aangedaan zijn, waaronder de biceps
• Instabiliteit door een traumatische oorzaak. Dit resulteert in structurele schade van
het kapsel, ligamenten of kraakbeen.
• Vaak een bankeart leasie (scheur aan onderkant labrum)
Polar type II / AMBRI (atraumatic multi directional bilateral rehabilitation rarely
inferior capsular shift)
Multi directionele-instabiliteit. AMBRI ontwikkelt zich bij laxiteit van de ligamenten. Deze
vorm van instabiliteit gaat zelden gepaard met schade van structuren. Door de laxiteit
van de ligamenten, zijn pt’en beperkt in het gecontroleerd bewegen van de arm. Of er is
sprake van hypermobiliteit. Dit is vaak bij vrouwen die lenig zijn of turnsters.
Hyperlaxiteit dat kan leiden tot een passieve instabiliteit. Vaak is hierbij de
deltoideus betrokken. Normaal gesproken wordt de schouderkop omhoog
getrokken door aanspanning van de deltoideus. Gebeurt dit onvoldoende, dan
hangt de schouderkop te ver omlaag, dit kan klachten geven. Hierbij draait ook
de scapula naar beneden.
Polar type III / AIOS (acquired (anterior) Instability by Overuse of Shoulder)
overbelastinginstabiliteit, AIOS komt met name voor bij bovenhandse sporters of
patiënten die veel bovenhands moeten werken. Door herhaaldelijke bewegingen
ontstaat er minimale schade van structuren van het schouderkapsel. Deze schade kan
gepaard gaan met schade aan andere structuren van het schoudergewricht.
Hangmatprincipe: laxiteit voorste deel kapsel, stijfheid achterste deel kapsel.
Hierdoor grote kans op anterieure luxatie →GIRD (endorotatie beperking)
Hiernaast kan het probleem zitten in de exorotatiekracht. Tijdens het werpen is
er een hoge hoeksnelheid gegenereerd om de bal met hoge snelheid weg te
werpen en dat betekent daarna dat de arm tegengehouden/afgeremd moet
worden. Wanneer er een gebrek aan kracht of timing is van de exorotatoren zal
het kapsel bandapparaat deze functie moeten overnemen. Het kapsel
bandapparaat is niet geschikt voor deze functie en beschadigd. Gevolg
microtraumata en littekenweefsel en verkorting van het kapsel.
,Anamnese Vraag naar:
• Duur, wijze van ontstaan en beloop van de klachten
• Voorafgaand trauma
• Ernst van de pijn en ervaren hinder: verstoring van de nachtrust, liggen op de
aangedane kant, mate van belemmering in het dagelijks functioneren, thuis,
op het werk (bijv. verzuim)
• Zelfzorg en overige behandelingen tot nu toe
• Schouderklachten in het verleden: beloop, behandeling en resultaat
behandeling
• Relatie van de klachten met de arbeidssituatie (invloed van klachten op het
werk of andersom), contact met de bedrijfsarts
• Relatie van de klachten met sportbeoefening of hobby’s
Probeer indruk te krijgen van locatie van de schouderklachten, vraag naar:
• Lokalisatie van de pijn, uitstraling in de arm
• Pijnlijke beperking bij bewegen van de bovenarm in één of meerdere richtingen
• Gevoel van instabiliteit/laxiteit
• Bijkomende nekklachten
Onderzoek Lichamelijk onderzoek
Inspectie
• Laat de plaats van de pijn aanwijzen en inspecteer het pijnlijke gebied
(bijvoorbeeld hematoom, hypertoon).
• Let op vorm- en standsverandering (atrofie van de schouderspieren,
afwijkende stand scapula).
• Vergelijk altijd met de andere zijde.
Bewegingsonderzoek van de schouder (vanuit NHG richtlijn):
Doe de volgende testen en vergelijk daarbij altijd met de andere zijde:
• Actieve abductie: laat de gestrekte en gesupineerde arm (duim naar buiten)
zijwaarts heffen tot naast het hoofd (bewegingsbeperking of pijn in (een deel
van) het abductietraject. Let bij de abductie (achteraanzicht) op (a)symmetrie in de
beweging van de scapula
• Passieve abductie: omvat de arm thv de elleboog en til de gestrekte en
gesupineerde arm op tot naast het hoofd (bewegingsbeperking of pijn in (een
deel van) het abductietraject)
• Passieve exorotatie: omvat de onderarm ter hoogte van de pols, fixeer de
elleboog tegen het lichaam en roteer de 90° gebogen arm naar buiten
(bewegingsbeperking of pijn in het exorotatietraject)
Specifiek:
• GIRD test (bij endorotatie beperking)
• Apprehension relocation test (in-/ uitsluiten ventrale schouder instabiliteit)
• SAT, SRT en SSMP (in-/ uitsluiten scapulare dyskinesie)
• SSMT/SSMP
o Shoulder Symptom Modification Test met modificatie van de Kyfose/ (thorax
, extension)
o Shoulder Symptom Modification Test met modificatie de dorsaal translatie art
humeri
o Shoulder Symptom Modification Test met modificatie van het schouderblad
TUBS:
• Algemeen onderzoek?
AMBRI:
• Testen van de actieve en passieve ROM (mogelijk vergrote ROM i.v.m. laxiteit)
• Let op aanspanningsvermogen van de deltoideus
• Beighton score
AIOS:
• Weerstandstest exorotatoren
• actieve/ passieef endorotatie (lift off test)
• Testen actieve en passieve ROM (laxiteit anterieure kapsel, stijfheid
achterste deel kapsel)
Meetinstrumenten SPADI, DASH, VAS, PSK
Behandeling Fysiotherapie moet onder meer bestaan uit voorlichting, geruststelling en gepast
oefenvoorschrift, gericht op proprioceptie, de rotator cuff en scapula-spieren.
Drie fasen Ann Cools:
• Beginfase: beschermen van de beschadigede structuren, focus op
pijnmanagement, adequate motorische controle (motor control) en
gebalanceerde spierrecruitment van rotator cuff. → ontstekingsfase:
trainen instabiliteit of al voorzichtig KUHV.
• Gevorderde fase: belasting verhogen en richten op de performance,
atleten voorbereiden op het terugkeren in de sport → proliferatiefase.
Sportspecifieke oefeningen.
• Return to play fase: Beslissen of een pt terug kan keren, high performance
exercise → Specifieke training, opbouwend de wedstrijden hervatten.
Aandachtspunten in de opbouw
• Geen vermogens training bij een ROM-beperking van het glenohumerale
gewricht
• Pijn is contra-indicatie
• Stabiliteit in keten is duurzame voorwaarde
• Stabiliteit scapulo-thoracaal is cruciaal voor glenohumerale stabiliteit.
TUBS:
• Trainen rotator cuff?
AMBRI:
Belangrijk voor de behandeling:
• Verbeteren lokale deltoideus controle, voor voldoende superieure positie
van de caput humeri.
• Scapulaire opwaartse rotatie verbeteren (de meeste hebben te veel
neerwaartse rotatie): trainen van bijv. serratus anterior en trapezius pars
descendens.
• Voor de veiligheid starten met een lage load (niet te veel lichaamsgewricht,
, maar genoeg om wat druk in het gewricht te hebben) en gesloten keten
oefeningen.
Door met de hand op een bal te duwen, activeer je de deltoideus.
• Door trainen met een dumbell kan de afstand van acromion en humerus
toenemen en dit is niet handig bij een instabiele schouder. Je kunt dus
beter bovenstaande gesloten keten oefening doen. Of open keten
oefeningen zonder dumbell.
Gesloten keten oefeningen:
Wall slide of bank slides →
AIOS:
• Oprekken achterste deel kapsel/ vergroten ROM (met name endorotatie)
d.m.v. sleeperstretch, crossbodystretch en dorsolaterale translatie.
• Trainen van de exorotatoren in hun vertragingssnelheid: laag beginnen
(met lage arm), dan steeds verder toewerken naar hoog (bovenhands
werpen).
• Trainen rotator cuff
Voorbeeldbehandeling 12 weken (van Lenneart):
Week 1-4: Kracht exorotatoren optrainen, krachtuithoudingsvermogen (accent
op techniek en controle over contractie in late cocking position zonder
weerstand).
Week 4-6: Kracht gekoppeld aan werpen (eerst hypertrofie)
Week 6-8: Kracht explosiviteit gekoppeld aan werpen
Week 8-12 training hervatten (sportspecifieke kracht… werpen, ingooien en
uiteindelijk in week 10 halve oefenwedstrijd en in week 12 een hele wedstrijd).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur skitteltje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.