Inleiding tot de klinische seksuologie
Samenvatting
Bijhorende tekst ‘Inleiding tot de
Inleiding klinische seksuologie’
Cursus
Toledo:
− Slides van de lessen
− (Engelstalige) teksten die zijn gebruikt als achtergrond om de slides te maken – hier en daar vind je daar dus
verduidelijking rond de gegeven stof
− Een korte inleidende tekst die ik geschreven heb i.v.m. de lessen over anatomie
− Cursustekst ~ hoop ?
Examen
Mondeling examen:
− 1 vraag over anatomie (schriftelijk met 1 bijvraag)
− 3 vragen verdeeld over de 3 delen van de cursus
− Vragen die peilen naar kennis
− Vragen die peilen naar een verband tussen 2 delen van de cursus of naar een toepassing op een beperkte
casusbeschrijving
− [eventueel bijvragen]
In de les …
Milleniumstudent ~ millleniumdocent ? ‘Seks’ doet veel ‘commotie’ ontstaan. Tenzij er een uitnodiging is om te
spreken, te ‘zoemen’, door bv. vraag, humor, casus, tekening, film, ga ik ervan uit dat het stil is (een uitnodiging om
te zwijgen).
Afspraak:
− Wie niet geïnteresseerd is in de les, blijft gewoon thuis of spreekt af in een café of een ander leercentrum
− Wie wel naar de les komt, komt om de les te volgen en houdt zich aan de afspraken hierboven – wie zich
daar niet aan kan houden, zal vriendelijk worden verzocht het lokaal te verlaten
− Grote groep maakt de uitdaging groter om hiernaar te handelen
Inhoud
Deel 1:
− Definitie van seksualiteit
− Definitie van seksuologie
− Psychosomatische cirkel van seks
− Seksuele anatomie
− Seksuele fysiologie: seksuele responscyclus
1
, − Classificatie en behandeling van seksuele disfuncties
Deel 2:
− Een kritische analyse van de bestaande classificatie- en behandelpraktijk
− Medicalisering van de seksuele hulpverlening (aan mannen)
Deel 3
− Chronische ziekte en seksualiteit: een conceptueel kader
− Chronische ziekte en seksualiteit: praktische benaderingen
− Overgang van DSM-IV ➔ DSM-5
Klinische vignetten
Een aantal klinische vignetten van hoe je dit in de praktijk zou kunnen tegenkomen :
1. ‘Een meisje van 17 consulteert voor ‘vaginisme’’. Vaginisme: meisjes van alle leeftijden (jong en oud) kunnen
geconfronteerd worden met vaginisme. Hierdoor zal seks in zekere mate onmogelijk worden. Vaginisme is
de opspanning van de bekkenbodem spieren, hierdoor spannen ze zo erg samen waardoor penetratie
ontzettend pijnlijk of zelfs onmogelijk is. Het is belangrijk voor vrouwen dat ze hier een naam aan kunnen
geven!
2. ‘Een koppel dat het fertiliteitscentrum consulteert: tijdens de anamnese blijkt dat het koppel nooit seks
heeft’.
3. ‘Vader had een CVA – waardoor er veel spanningen waren tussen hem en zijn kinderen. Na de CVA weigert
zijn vrouw om seks met hem te hebben ondanks dat ze er wel nog zin in heeft’.
4. ‘Een verpleegster komt een kamer binnen in een revalidatiecentrum bij een man met een ruggenmerg-
letsel en merkt dat hij aan het masturberen is’. In een revalidatiecentrum ligt men vaak met 2 of 3 mensen
samen op een kamer, waardoor er vaak nauwelijks mogelijkheid is tot contact. Als je partner dan langskomt
zijn er hoogstwaarschijnlijk verlangens, maar kan je hier vaak niks mee doen.
5. ‘Een vrouw van middelbare leeftijd met diabetes gebruikt ‘schimmelwerende crème’ als glijmiddel’.
Vrouwen met diabetes hebben vaak schimmelinfecties, daarmee dat het wat vaker op hun nachtkastje ligt.
Dat gebruiken als glijmiddel (als middel om seks mogelijk te maken) is eerder een ‘raar’ gegeven. De
seksuoloog daagt haar uit om iets anders te gebruiken, een glijmiddel.
6. ‘Na een TURP-behandeling voor prostaatkanker komt een koppel (72 en 75 jr.) langs om te spreken over het
wegvallen van seksualiteit door erectieverlies’. Een man heeft geen erectie nodig om te kunnen klaarkomen.
Wanneer een slappe penis gestimuleerd wordt, kan die nog altijd een orgasme en ejaculatie krijgen. De
seksuoloog legt uit dat penetratie vrijwel niet meer mogelijk zal zijn, maar leert hen kennis maken met
andere aspecten van seks (oraal, manueel…). In de klinische seksuologie gaat het dus niet enkel om het
herstel van functie (bv. terug opnieuw een erectie krijgen), maar soms gaat het ook over een herkadering
wat mogelijk is op vlak van seksualiteit.
7. ‘Een man met een depressie die behandeld wordt met een antidepressivum (SSRI) klaagt over het feit dat het
zoveel moeite kost om klaar te komen.’
DUS, vele vragen rond seksualiteit zitten in verschillende hoeken en kanten binnen de hulpverlening (van
revalidatiecentra, tot mensen die antidepressiva nemen, tot mensen die ouder zijn…).
2
, DEEL 1
Definitie van seksualiteit Bijhorende tekst ‘Inleiding tot de
klinische seksuologie’
Wat is seksualiteit ?
Vragen die de studenten beantwoorden + opschrijven op het bord:
− Wat is seksualiteit voor jou?
− Waarmee is seksualiteit gerelateerd ?
− Waar denk je aan als je het woord ‘seksualiteit’ hoort ?
− Waar denk je aan als je het woord ‘seks’ hoort ?
In onderstaande kader worden de woorden weergeven die de studenten aangaven als antwoord op bovenstaande
vragen:
Psychologie Gedrag
Biologie Cultuur
We komen samen tot de vaststelling dat wanneer er aan onze studenten wordt gevraagd om woorden te geven die
met seks te maken hebben, we uitkomen op het idee dat seksualiteit een fenomeen is dat samenhangt met
elementen rond:
− Biologie
− Psychologie
− Gedrag
− Cultuur
De prof heeft zelf het aanvoelen dat cultuur wel het belangrijkste veld is van de vier. Dit omdat cultuur en
maatschappij voor een groot deel bepalen wat er met die anderen gebeurt.
Gedachte-experiment: ‘Wie van jullie heeft een feest gekregen voor de eerste menstruatie?’, ‘Heeft er iemand een
speciale attentie gekregen voor haar menstruatie?’ → Je merkt op dat iedereen begon te lachen bij deze vragen.
Stel dat we in Afrika zitten, dan zou iedereen een feest hebben gekregen voor haar eerste menstruatie. Menstruatie
betekent (waarschijnlijk) in deze cultuur dat je vruchtbaar én huwbaar bent. Dat huwbaar zijn zorgt voor een
inkomen en bruidsschat voor de familie. DUS, zowel in Afrika, Europa, Amerika… komt menstruatie vanuit dezelfde
biologische factoren. Toch gaat elke cultuur daar op een andere manier mee om. Cultuur bepaalt dus mee hoe we
naar biologie kijken. Let wel op: cultuur bepaalt de biologie niet.
3
, Cultuur bepaalt ook voor een groot deel onze beleving van seksualiteit. Liefde en intimiteit zijn 2 elementen die door
de studenten genoemd zijn. In onze westerse cultuur, vinden wij het nog steeds belangrijk dat er op langere termijn
een intimiteitsvolle relatie ontstaat met een partner waar we seks mee hebben. We beschouwen deze als een
liefdevolle partner. In onze huidige samenleving staat het samen voorkomen van seks en intimiteit onder druk.
Gedachte- experiment: we Vliegen naar Korea met de vraag ‘Wie is voor jullie heel erg belangrijk in jullie leven’. Op
nr. 1 zal werkgever staan, deze geeft niet enkel werk maar voorziet ook vaak in huisvestiging en voeding. De
werkgever is m.a.w. iemand die u in leven houdt. Op de tweede plaats staan de ouders, gevolgd door de kinderen,
met tot slot de partner. Aangezien de partner pas op de 4de plaats staat, zal het belang van intimiteit in de relationele
context helemaal anders zijn. Seks met je partner zal dan waarschijnlijk op een heel andere manier gestuurd en
geïnspireerd worden vanuit een maatschappelijk beeld van hoe seksualiteit vorm kan krijgen tussen partners en hoe
belangrijk dat het is. Het is belangrijk om kinderen te krijgen, het is belangrijk om kinderen te hebben.
Cultuur heeft ook invloed op gedrag. We herhalen de oefening die de studenten zojuist hebben moeten doen.
Echter, we doen dit nu met allemaal dronken studenten. Wanneer we dan de vraag stellen: ‘Wat is seksualiteit?’,
zullen we bv. horen ‘poepen’. Cultuur bepaalt wat onze remmingen zijn! Als er bier gedronken is, vallen de
remmingen die er nu, op dit moment, zijn weg. Op die manier bepaalt cultuur ook mee ons gedrag. Je zal je hier, in
de aula, op een andere manier gedragen dan bv. op de oude markt. Het past niet om in een context van een
auditorium het woord ‘poepen’ te gebruiken. Cultuur = erg belangrijk, dit kunnen we niet meteen hard maken met
wetenschappelijke kennis of heel veel artikelen, het is een aanvoelen. Cultuur hangt in zekere zin altijd boven ons
hoof als het over seksualiteit gaat. Daar zullen we in ons eigen denken over seksuele problemen en wat we mensen
aanbieden hele erg bewust van moeten zijn. Cultuur moeten we dus steeds meenemen in alles wat we denken en
doen op vlak van seksualiteit.
Seksualiteit = bio-psycho-sociaal fenomeen. In de klinische seksuologie zullen we, wanneer we met mensen praten,
met elk van deze verschillende dimensies rekening moeten houden.
4