1) Het ontstaan van België:
Verenigd koninkrijk der Nederlanden Willem 1 (der Nederlanden)
1772-1843
2 politieke stromingen: Liberalen (ondernemers, kapitaalkrachtigen; FR)
Katholieken
Belgische omwenteling 1830: 2 stromingen kwamen in opstand tegen Willem 1.
Waarom?
Liberalen werden geconfronteerd met NL-taal van Willem 1
Katholieken was protestant dus Willem 1 bemoeide zich in het katholieke geloof.
Aanleiding? Brussel toneelstuk (stommen van portichi)
Belgische onafhankelijkheid Nationaal Congres moest keuzes maken. België gaan
‘organiseren’ Belgische grondwet uitgeschreven.
2) België is een grondwettelijke monarchie:
2.1) De grondwet als juridische grondslag van het Belgisch staatsbestel:
Wat doe je bij een grondwet? – hoofdlijnen staatsstructuur.
- Afdwingbaar (moet worden nageleefd, anders
sanctie)
- Strenge procedureregels (2/3 vd meerderheid
nodig voor grondwet te veranderen)
2.2) België is een monarchie:
België is een ‘koninkrijk’.
Republiek = president kan herkozen worden
Monarchie = koning kan niet herkozen worden. Bloedlijn. Kan voor stabiliteit zorgen
Leopold 1 Van Saksen Coburg. ‘Eerste koning’ was een Duitse prins, had
familiebanden met Engeland, dus perfect voor 1ste koning.
Het persoonlijk en grondwettelijke statuut van de koning:
- De erfelijkheid art. 85 Gw.
- De absolute onschendbaarheid en absolute
onverantwoordelijkheid art. 88 Gw.! Alleen voor de
dienstdoende koning (Filip)!!
Strafrecht: Koning kan niet veroordeeld worden
voor misdrijven.
Burgerlijkrechtervlak: niemand kan de Koning
dagvaarden. Bv: loodgieter zou de ‘Intendant’
dagvaarden. Houder v/d civiele lijst (deel vd
belastingen gaan naar civiele lijst)
Politiek vlak: koning moet zich nooit
verantwoorden in de politiek maar de ministers
wel. Telt voor de dienstdoende koning!
- De onbekwaamheid om alleen te handelen:
, Handelen op politiek vlak, hij mag niks alleen
ondernemen; nieuwe wet bevat handtekening van
koning en minsten 1 minister zodat koning niet
aansprakelijk kan gehouden worden =
tegentekening of contraseign. Hij wordt ‘gedekt’.
- Geen persoonlijke macht, maar wel politieke
invloed
Na verkiezingen speelt de koning een cruciale rol.
Informateur?
“Colloque singulier” : politicus die bij koning op bezoek komt heeft discretieplicht. Mag niet
zeggen wat er onder 4 ogen is besproken. Of buitengewoon overleg. = discretieplicht. De
troon mag niet ontbloot worden.
3) België is een rechtsstaat: “parlement”= kamer van volksvertegenwoordigers &
senaat
De trias- politicaleer:
° wetgevende macht: parlement & koning. Maken van wetten, controleren vd
uitvoerende macht
° uitvoerende macht: koning & regering (ministers). Het leiden vh land, uitvoeren vd
wetten.
Wetgevende & uitvoerende werken samen.
° rechterlijke macht: hoven & rechtbanken. Uitspraak doen over geschillen. Duidelijk
wel verschil
Kenmerken rechtsstaat:
- Gezagdragers dienen het democratisch tot stand
gekomen recht te respecteren
- Beslissingen worden gekozen door een
democratisch verkozen meerderheid. ‘Staking van
stemmen’ (juridisch gezien)
- Meerderheid moet in elk geval een aantal rechten
en vrijheden respecteren
- Over geschillen wordt beslist door een
onafhankelijk rechtscollege (infra: de
rechtsbescherming tegen de overheid = de
rechterlijke macht
4) België is een representatieve en parlementaire democratie
Evolutie stemrecht:
- Cijnskiesrecht 1831: alleen mannen konden
stemmen & je moest een cijns betalen. Franstalige
liberalen konden het alleen betalen.
- Algemeen meervoudig stemrecht 1893: alleen
mannen die cijns betaalde had 1 stem. Bepaalde
beroepen of diploma’s 1 of 2 stemmen erbij.
- Algemeen enkelvoudig stemrecht 1919: Alleen
mannen van 21 jaar mochten stemmen.
, - Algemeen vrouwenstemrecht 1948
- Vanaf 18 jaar stemmen 1981
Stemplicht sinds 1893: opkomstplicht, je hebt de verplichting om je op de dag van de
stemmen je naar de plaats te begeven met uw identiteitskaart en u brief.
Bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen heeft men beslist om geen stemplicht
meer te hebben 2024. Voor federale verkiezingen wel.
België is een representatieve democratie = via de verkiezingen laat de bevolking zich
vertegenwoordigen door parlementsleden om wetten te maken.
België is een parlementaire democratie = Politieke partijen kiezen de regering !! wij kiezen
het parlement maar niet de regering.
5) België is een federale staat:
De belangrijkste evoluties sedert 1830:
Burger: taalvrijheid (FR, NL…) >< overheidsinstellingen/ rechtscolleges (frans omdat
liberalere de belastingen konden betalen)
Dat zorgde voor grove wantoestanden t.o.v. de Nederlandstalige
1860 verhaal van koeken en goedhals 2 Vlamingen in Charleroi aan het werken
met de weduwe.
Vier taalgebieden 1964: territorialiteitbeginsel = In elk gebied 1 officiële taal
NEDERLANDS – taalgebied. FRANS – taalgebied…
Tweetalig Brussel gebied wordt omringd door Nederlands taalgebied.
1963: taalgrens niet meer veranderen in ruil voor ‘faciliteiten’ van de Fransen.
Faciliteiten= burger moet in eigen taal verder geholpen worden, Nl of Fr of Ds.
Faciliteiten gelden alleen voor Burgers niet voor de overheid.= gunstmaatregelen.
Territorialiteits beginsel.
Koningskwestie: volksraadpleging of referendum of ze Leopold 3 terug als koning
wouden. 53% wou hem terug. 72% Vlaanderen 48% Brussel 42% Wallonië.
Economisch Federalisme: Andre Renaert vakbondsafgevaardigde.
Eerste man die het verschil tussen het noorden en het zuiden naar boven heeft
gebracht
Opkomst politieke partijen: socialisten… Vlaamse partij en Waalse tegenhanger.
Grondwetherziening 1970
6) België is een verzorgingsstaat
België was van oorsprong een nachtwakersstaat. Uitbouw op verzorgingsstaat. DE
uitbouw van de welvaart (systeem van sociale zekerheid) ziekte-uitkering, invalide...
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yoniversteylen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.