Dit is een uitgebreide samenvatting van hoofdstukken 7 t.e.m. 12 van cellulaire en moleculaire biologie op basis van mijn eigen lesnotities en de cursustekst.
Hoofdstuk 7: moleculaire
genetica
7.1 Genetica, vroeger en nu
Reeds in de prehistorie selecteerde men de beste dieren en gewassen om daarmee verder te
kweken. Mendel was de eerste die het concept van genen als eenheden van erfelijkheid
introduceerde. Dit concept werd pas begin 20 e eeuw aanvaard. Men dacht oorspronkelijk
dat eiwitten de dragers waren van erfelijke informatie omdat ze zeer ingewikkeld zijn.
Uiteindelijk bleek DNA de drager van erfelijke informatie te zijn, dit werd pas volledig
aanvaard na de ontdekking van de structuur van DNA. Eens de structuur gekend was, begon
men het te analyseren en gericht aan te passen.
7.2 Overlappende disciplines
Genetica: de leer van overerving van eigenschappen en het tot stand komen van die
eigenschappen. Moleculaire genetica: moleculen die de erfelijke eigenschappen bepalen
analyseren. Recombinant DNA-technologie (gentechnologie): DNA in een proefbuis gericht
aanpassen en binnenbrengen in een levend wezen. Moleculaire biologie: alle biologische en
biochemische disciplines die gebruik maken van gentechnologie. Biotechnologie: alle
toepassingen van menselijk ingrijpen op levende materie
7.3 Definities
Het is de interactie van de genen met de omgeving die bepaalt hoe een cel of organisme
zich gedraagt en ontwikkeld.
Fenotype: waarneembare kenmerken van een organisme.
Genotype: geheel van eigenschappen die vastliggen in de DNA-sequentie van een
organisme.
Gen: een stukje DNA dat voor één eiwit codeert.
Allel: er zijn verschillende vormen van overeenkomstige genen.
Genoom: bevat alle erfelijke informatie.
Klonen: identieke nakomeling van één organisme of 2 identieke DNA-moleculen
Epigenetica: overerfbare variatie die niet te wijten is aan veranderingen in de DNA-
sequentie, maar aan gen imprints of RNA- of eiwitveranderingen.
Bepaalde eigenschappen worden vooral door het genotype bepaald: ontwikkeling en
differentiatie. Andere eigenschappen worden dan weer grotendeels door de omgeving
bepaald: gewicht, gedrag… Bepaalde omstandigheden kunnen op een genotype veel invloed
hebben en op een ander genotype niet. Het tijdstip waarop bepaalde omstandigheden zich
voordoen kan ook cruciaal zijn.
, Interacties tussen genen, omstandigheden, tijd en toeval zijn allesbepalend.
7.4 Genetica en maatschappij
Het modificeren van een DNA-sequentie of het analyseren ervan roept vele ethische vragen
op.
Hoofdstuk 8: DNA-structuur
8.1 Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten
Men had eerst geen inzicht in de chemische basis van genen, maar men wist wel aan welke
voorwaarden deze chemische basis moest voldoen.
o Overerving moest verlopen volgens het gedrag van chromosomen.
o Erfelijke informatie moest stabiel zijn, maar evolutie moet mogelijk zijn.
o De chemische substantie moet gecodeerde informatie dragen en die tot expressie
brengen.
o Lineaire molecule
o Combinaties van tekens of symbolen
o Sleutel voor decodering
Chromosomen bestaan uit eiwitten en nucleïnezuren. Men dacht dat nucleïnezuren
ééntonige lange strengen waren. Men wist dat er bijna oneindig verschillende eiwitten zijn
dus men zag eiwitten als dragers van erfelijke informatie.
8.2 Experimenten die aantonen dat de erfelijke informatie op het DNA ligt
Experimenten van Griffith
Het virus Streptococcus pneumoniae heeft een S-stam (polysacharidekapsel pathogeen
virulent) en een R-stam (avirulent). Deze stammen kunnen door een mutatie in elkaar
omgezet worden. De S-stam kan onderverdeeld worden in drie serotypes: I, II en III die
stabiel overgeërfd worden en niet in elkaar omgezet kunnen worden. Wanneer muizen
geïnfecteerd werden met RII (avirulent) en verhit SI sterven de muizen. RII kan met andere
woorden door een SI-extract omgezet worden in levende SI-vormen (transformerend
principe: TP).
Avery, McLeod en McCartney
Zij definieerden het transformerend principe als DNA. Indien DNA niet meer aanwezig was in
de SI-extracten werd RII niet meer getransformeerd naar SI.
Conclusie: het DNA is het transformerend principe en zorgt dat RII omgezet wordt in SI.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur freyavanhauwermeiren. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.