Ontwikkelingspsychologie
De normale ontwikkeling van de geboorte tot volwassenen. We overlopen verschillende
leeftijdsfases en periodes en we bekijken in elke periode wat de typische kenmerken zijn in de
verschillende domeinen van de ontwikkeling.
Examen: powerpoint + lesopnames
Les 1:
Waarom leren over ontwikkelingspsychologie?
- Om inzicht te krijgen in de normale ontwikkeling
- Basis van behandelingsmethoden
- Om te weten als er zich problemen voordoen in de normale ontwikkeling, hoe kunnen we die
dan gaan behandelen. De kennis over de normale ontwikkeling helpt ons om problemen op
te sporen en manieren te vinden om die te kunnen behandelen.
Kernvraag: “Past dit gedrag bij de ontwikkelingsfase die dit individu doormaakt of spreken we van
een alarmsignaal/stoornis of een ander probleem?”
Life-span psychology - levenslooppsychologie
Men startte met de kinderpsychologie, maar later is men de psychologie van de geboorte tot de
dood gaan bestuderen.
2 benaderingen:
1. Uit welke fasen bestaat de levensloop, hoe ziet de ontwikkeling eruit en het leven van de
mens bestaat uit drie fasen:
Het leven van de mens tot aan de volwassenheid
De volwassenheid
De ouderdom
In de ontwikkelingspsychologie richten we ons nog altijd vooral op het gebied van de
kinderpsychologie. Hoe zien we de ontwikkeling gebeuren vanaf de geboorte tot de volwassenheid?
We onderscheiden verschillende leeftijdsfasen zoals de babyperiode, de peuterperiode,
kleuterperiode, lagere school leeftijd en adolescentie. Per leeftijdsfase ga je aangeven wat de
typische kenmerken zijn van de ontwikkeling op dat moment.
2. De leeftijdsfasen loslaten en in elk domein van ontwikkeling gaan beschrijven hoe de
ontwikkeling verloopt vanaf de geboorte tot de volwassenheid. De benadering van de
leeftijdsfase en per leeftijdsfase ga je vaststellen wat er in elk van die ontwikkelingsdomeinen
gebeurd.
Verschillende ontwikkelingsdomeinen:
- De lichamelijke ontwikkeling (groei, lichaamslengte, lichaamsgewicht…)
- De motorische ontwikkeling (grove & fijne motoriek, sensomotoriek, psychomotoriek)
- Emotionele ontwikkeling (hechting)
- Sociale ontwikkeling (leeftijdsgenoten)
- Taalontwikkeling (ontwikkeling van het spreken)
- Cognitieve ontwikkeling
- Identiteitsontwikkeling
, - Morele ontwikkeling
- Tekenontwikkeling
Een kijk op ontwikkeling
Wat is ontwikkeling en hoe moeten we dat bekijken ten aanzien van rijping?
- De biologische ontwikkeling (lichaamsgroei, uitbouw zenuwstelsel..) rijping
- De psychologische ontwikkeling ontwikkeling (emotionele, cognitieve, sociale
ontwikkeling)
Die twee gebieden beïnvloeden elkaar.
“Omdat ik kan kruipen, gaan, fietsen, auto rijden, leer ik de wereld kennen!”
Rijping en ontwikkeling
Bij de opvoeding van zeer jonge kinderen komen we soms al te ijverige ouders tegen die de
ontwikkeling willen forceren. Ze willen het beste voor hun kind. Sommige gedragsvormen kun je met
veel oefening aanleren op een leeftijd waarop het centraal zenuwstelsel eigenlijk nog niet helemaal
rijp is voor het aanleren van het gedrag.
Onderzoek van Gesell met tweelingen en trapklimmen. vroegtijdige oefening heeft meestal totaal
geen zin.
Gelijkaardige onderzoeken met kinderen die cijferreeksen moeten onthouden, rekensommen maken.
Je bent er in feite veel te vroeg mee. Het heeft niet veel zin. Je loopt het gevaar dat je kind daardoor
gefrustreerd geraakt en daardoor ook de zin verliest om rekensommen te maken.
Fenomeen van de functielust: een kind kan plezier beleven aan een nieuwe functie te hebben
verworven, zoals trapklimmen, leren fietsen…
Gesell: ontwikkelingsschalen
Hij heeft uitgewerkt wat de typische kenmerken zijn vooral op gebied van de fijne & grove motoriek
binnen verschillende leeftijdsfasen.
Overzicht van de mijlpalen per leeftijd: typisch voorbeeld van hoe Gesell het beschreef.
Rijping en ontwikkeling
Erfelijkheid: onze genen, in welke mate heeft het genetisch materiaal dat we van onze ouders
hebben meegekregen, in welke mate bepaald dat hoe onze rijping en ontwikkeling zal verlopen.
Milieu: de opvoeding die je krijgt als kind en het onderwijs
Lichamelijke kenmerken: waarbij vooral erfelijkheid een grote rol speelt
Psychische eigenschappen: het sociaal – emotionele, het cognitieve. Daar speelt vooral het milieu
een rol.
Als we het hebben over een heel belangrijk onderdeel van de ontwikkeling, namelijk hoe ontwikkeld
de intelligentie van iemand. Dan speelt niet enkel het milieu een rol, maar ook het genetisch
materiaal. Er zijn bepaalde gebieden in de ontwikkeling waar zowel milieu als erfelijkheid een rol
spelen.
,Als het gaat over intelligentie, dan zou je kunnen zeggen dat erfelijkheid eigenlijk een beetje bepaald
tot hoe ver we kunnen groeien. Wat de limieten zullen zijn tijdens ons leven van onze prestaties. Dat
wat we in potentie hebben, wordt bepaald door onze erfelijkheid. Maar hoe die potenties dan
werkelijk tot uiterlijk komen, hoe we ze gaan benutten, dat wordt dan bepaald door de
milieufactoren: opvoeding en onderwijs. Dit geldt voor intelligentie, maar niet voor persoonlijkheid.
Basisprincipes van de ontwikkeling volgens Gesell
1. Wet van de inter-individuele gelijke volgorde
Hoe we in de loop van ons leven bepaalde vaardigheden verwerven, daar zit altijd bij
iedereen een bepaalde volgorde in. Het verwerven van vaardigheden gebeurt volgens
een vast volgorde. Alvorens een kind leert lopen, moet het eerst leren zijn evenwicht te
bewaren in stand.
2. Wet van het inter-individueel verschillend tijdstip
De volgorde is voor iedereen gelijk, maar het moment/tijdstip waarop we die
vaardigheden beheersen, daar zit een marge op. Het moment waarop iemand een
vaardigheid beheerst is verschillend van individu tot individu. Sommige kinderen kunnen
lopen aan 9 maand, anderen pas om 18 maand of nog later.
Speelt een belangrijke rol in het kunnen vaststellen of een bepaalde vertraagde
ontwikkeling aanleiding geeft tot een alarmsignaal of niet.
Gesell geeft aan hoe we de ontwikkeling in fasen kunnen verdelen:
Babyperiode: 0-12/18 maanden
- We spreken van een baby zolang het kind nog niet loopt
- Het groei- en ontwikkelingstempo is heel hoog, vooral de lichamelijke en motorische
ontwikkeling. Het tempo van rijping en ontwikkeling is zeer hoog.
, Geboorte
Bij ons als mens is het zo dat iedereen te vroeg wordt geboren. Biologisch gezien worden we te vroeg
geboren. Zeker als je ons als mens vergelijkt met andere diersoorten of andere zoogdiersoorten. In
vergelijking met andere diersoorten hebben we veel meer hersenmassa gekregen.
De mens als zoogdier wordt te vroeg geboren
- Hersenen onvoldoende ontwikkeld
- Meer tijd nodig tot aan de zelfstandigheid
- Geboortekanaal onvoldoende aangepast en de moeder heeft maar een beperkte
bekkenomvang
Als baby ben je volledig afhankelijk van de verzorging van de ander. Er is een lange zoogtijd. We zijn
hulpeloos. Het enige aangeboren beschermingsinstinct die ze hebben is de mogelijkheid tot huilen.
Daarmee kunnen ze aangeven dat het niet goed gaat, dat ze honger hebben… Ze kunnen
verschillende dingen zeggen door te huilen. Huilen als enig communicatiemiddel. Moeders kunnen
na een tijdje de verschillende manieren van huilen goed onderscheiden.
In de natuur is het zo dat het eiwitgehalte van de moedermelk heel sterk afhangt van de manier
waarop de pasgeborene door de moeder gevoed wordt. Het eiwitgehalte bij de mens is laag. Dat
betekent dat de moeder steeds goed in de gaten moet houden of de baby geen honger heeft. Bij
mensen zijn er veel periodes van moedermelk geven aan de baby.
Bij diersoorten waar de kinderen heel lang bij de moeder in het nest aanwezig zijn is het
eiwitgehalte laag.
Bij diersoorten waar de kinderen al redelijk snel op eigen poten kunnen staan, uit het
nest gaan en al een deel zelfstandig zijn, daar is het eiwitgehalte zeer hoog.
Lichamelijke ontwikkeling bij de babyperiode
- Ontwikkelen van bepaalde gedragsvormen (reflexen)
- Vermogens van de zintuigen
- Fysieke groei, de groei van het lichaam
ONTWIKKELEN VAN BEPAALDE GEDRAGSVORMEN/REFLEXEN
Baby’s slapen heel veel. Ze slapen 2/3 van de tijd.
Reflexen zijn vanaf de geboorte aanwezig. Reflexen = een onwillekeurige reactie op bepaalde
prikkels. Ze geven eigenlijk aan dat het zenuwstelsel een bepaalde mate van ontwikkeling heeft. Bij
de geboorte wordt nagegaan of bepaalde reflexen aanwezig zijn en of de ontwikkeling van het
zenuwstelsel op dat moment al een bepaalde mate van ontwikkeling heeft.
Twee soorten reflexen:
- Blijvende reflexen: pupilreflex, oogknipperreflex, kniepeesreflex…
- Voorbijgaande of primitieve reflexen: babyreacties
De snuffel- of zoekreflex: het zoeken van de borst van de moeder
De zuigreflex: het kunnen eten en zuigen van de moederborst
De grijpreflex: als je iets in de handpalm legt, dan zal de baby met zijn handje het object
vastgrijpen
De asymmetrische tonische nekreflex
De moro-reflex