Positieve gezondheid houdt in dat er in de definitie (Gezondheid is het vermogen zich aan te passen
en eigen regie te voeren, in het licht van sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.)
van gezondheid gefocust wordt op de mens en wat hij kan in plaats van de gebreken en stoornissen.
En te focussen op wat je wel kan, daarom positieve gezondheid. Bij positieve gezondheid worden 6
pijlers of dimensies beschreven:
1. Dagelijks functioneren
2. Meedoen
3. Lichaamsfuncties
4. Mentaal welbevinden
5. Zingeving
6. Kwaliteit van leven
Je kunt gezondheid verdelen in drie aspecten: De objectieve kant (de aanwijsbare aan of afwezigheid
van een ziekteproces) , de subjectieve kant (de beleving van de persoon rondom zijn ziekte) en de
gedragsmatige kant (de manier waarop iemand met klachten omgaat).
1.2 Medische benadering van psychische klachten
In de ggz is de ‘klassieke’ medische benadering nog dominant aanwezig. Hiermee bedoelen we
psychische problemen als hersenziekte zien. Hierbij staat de ziekte centraal, in tegenstelling tot de
positieve gezondheid. Het is niet verkeerd om je op de ziekte te focussen zolang iemands verhaal
maar in beeld blijft. In de klassieke benadering is er weinig ruimte voor iemand levensverhaal en
omgeving terwijl dit vaak een hele belangrijke rol speelt.
Voor de diagnostistiek van psychische aandoeningen is de DSM-5 (diagnostic and statistical Manual
of Mental Disorders 5) een belangrijke leidraad. In deze DSM-5 staan van 360 diagnoses criteria
beschreven waarop de diagnose gebaseerd moet zijn. In het Nederlandse ggz systeem wordt
uitsluitend met DSM-5. Het classificeren van een diagnose is nuttig maar ook kan dit er voor zorgen
dat het vooraf aan de uitgebreide diagnose een beeld schetst van hoe iemands ziekte eruit ziet.
1.4 Het biopsychosociaal model
Volgens het biopsychosociaal model moeten gezondheidsproblemen worden benaderd vanuit 3
invalshoeken: een biologische, een psychische en een sociale. Als denkmodel helpt het model ons
om de hulpvraag van verschillende kanten te benaderen.
- De biologische kant: erfelijke factoren, rol van stress (hormonen), rol van hersenstructuren
en andere lichamelijke functies.
- De psychische kant: persoonlijkheidskenmerken, overtuigingen over zichzelf en coping
(omgaan met situaties).
- De sociale kant: relaties, gezin, werk, inkomen, contacten, deelname aan de samenleving en
ingrijpende gebeurtenissen. Ook op maatschappelijk niveau een speelt het sociale vlak een
belangrijke rol. Bijvoorbeeld wanneer iemand in de lage sociaal-economische (SES) situatie
zit.
De verschillende invalshoeken kunnen vaak in combinatie met elkaar voor psychische aandoeningen
zorgen. Ook helpt het als behandelmodel. Vanuit de biologische kant is farmacie soms aangewezen.
,Vanuit de psychische kant kan er therapie en traumaverwerking worden aangeboden. Vanuit de
sociale kant kan er ondersteuning geboden worden. Denk aan hulp in de huishouding,
schuldhulpverlening of dagbesteding.
3.1.2 Het kwetsbaarheid-stressmodel
Een eenvoudig model om het ontstaan van psychische aandoeningen te verklaren is het
kwetsbaarheid-stressmodel. Dit model stelt dat enerzijds de kwetsbaarheid van het model en
anderzijds allerlei vormen van stress in de omgeving kunnen zorgen voor psychische aandoeningen.
Iedereen maakt wel eens stressvolle situaties mee maar wanneer je dus ook gevoelig bent voor
aandoeningen kan het bij de ene wel grote gevolgen hebben en de ander niet. De kwetsbaarheid kan
genetisch (nature) en door ervaringen in kindertijd (nurture) ontstaan.
3.2.1 De rol van erfelijke aanleg
Alle lichaamscellen hebben een kern, die het erfelijke of genetische materiaal bevat in de vorm van
46 chromosomen. Deze is opgebouwd uit DNA een ingenieus en complex molecuul. Stukjes DNA
oftewel stukjes van een chromosoom, oftewel genen
bevatten info voor de vorming van talloze eiwitten.
Deze eiwitten zorgen voor talloze functies in
verschillende lichaamscellen die daarmee
eigenschappen van een individu mogelijk maken.
Een chromosoom bestaat uit een lange draad, dit
draad is in elkaar gekronkeld waardoor hij in een
celkern past. Wanneer je het draad weer uitvergroot
zie je dat deze twee keer om elkaar gedraaid is.
Genen zijn stukje van dit draad. Op een chromosoom
liggen duizenden genen. Het genotype is hoe een
bepaalde eigenschap in het DNA staat. Het fenotype
is hoe deze zich zichtbaar uit.
Kader 3.1:
Omstandigheden zijn van invloed op het tot uiting komen van genetische aanleg.
Omgevingsinvloeden kunnen ervoor zorgen dat er een chemisch proces in gang gezet wordt
waardoor bepaalde delen van het DNA geactiveerd of geïnactiveerd worden. Oftewel genen kunnen
aan- en uitgezet worden onder invloed van omstandigheden. Dit gebeurd bijvoorbeeld door
verwaarlozing en andere traumatische omstandigheden in de jeugd.
3.2.2 Het Brein
Het brein is opgebouwd uit zo’n 86 miljard neuronen (zenuwcellen). Een zenuwcel bestaat uit een
cellichaam met een heleboel draadachtige uitlopers of zenuwvezels, genaamd dendrieten. De
dendrieten ontvangen talloze signalen van andere zenuwcellen in het netwerk, en geven deze door
aan de zenuwcellen. Vanuit het cellichaam loopt een lange zenuwvezel, het axon dat zelf signalen
doorgeeft aan andere zenuwcellen. Een axon vertakt zich. Aan het uiteinden zitten kleine
verdikkinkjes of knopjes die contact maken met dendrieten van andere zenuwcellen. Deze
contactplaats noem je een synaps. Elke zenuwcel is met honderden andere verbonden.
, Wanneer een zenuwsignaal (een elektrisch stroompje) het axonuiteinde bereikt. Zullen blaasjes de
inhoud, bestaande uit chemische stoffen (neurotransmitters), afgeven in de synaptische spleet. De
neurotransmitters kunnen aan de overkant van de synaptische spleet bij de dendriet van een
zenuwcel worden gebonden aan kleine structuurtjes, de receptoren.
De opbouw van het brein kan worden onderscheiden in drie etages:
1. De hersenstam (onderste etage): vanuit dit deel worden alle belangrijke functies bijgestuurd
die essentieel zijn om in leven te blijven. Denk aan ademhaling, hartslag,
lichaamstemperatuur, slaap-waakritme, honger en verzadiging, spijsvertering en uitscheiding
van afvalstoffen. Deze regulering verloopt onbewust.
2. Limbisch systeem (etage daarboven): wordt ook wel emotionele brein genoemd. vanuit dit
deel wordt gevaar gesignaleerd en reactie daarop in gang gezet. Ook speelt het LS een
belangrijke rol bij leren, geheugenfunctie, ervaren van genot, en motivatie voor gedrag.
3. Prefrontale cortex (bovenste etage):
Met dit uiterst belangrijke deel
denken wij na, plannen en monitoren
wij ons gedrag, make we sociale en
ethische afwegingen en beheersen we
onze impulsen en emoties. Deze
functies worden executieve functies
genoemd.
3.2.3 Stress
Stress speelt een belangrijke rol bij psychische
aandoeningen. Stress betekend druk of spanning, het is goed om de oorzaak (stressor) en de reactie
van individu daarop (stressrespons) te onderscheiden. Een beetje spanning of druk is gezond, dit
stimuleert de prestaties. Hans Selye beschrijft 3 fasen in de respons van het lichaam op stress:
1. De Alarmfase: hierbij is de normale fysiologische (lichamelijk) evenwichtstoestand verstoord
en zoekt het lichaam naar een goede reactie daarop om de evenwichtstoestand te
herstellen.
2. De weerstandfase: hierbij heeft het lichaam de mechanismen in werking gezet die tot dit
evenwichtsherstel moeten leiden.
3. De uitputtingsfase: wanneer stress langdurig is kan het lichaam deze weerstand tegen
evenwichtsverstoring niet volhouden en treedt uitputting op.
In toestand van dreiging of angst reageert het lichaam via het sympathische zenuwstelsel. De stof
die hierbij de hoofdrol speelt is adrenaline, dit is een belangrijke neurotransmitter. Bij stress wordt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisaklomp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.