Vennootschapsrecht
1.ALGEMENE INLEIDING
REDENEN OM DE OPRICHTING VAN VENNOOTSCHAPPEN TE
VERKLAREN
Samenwerken op voet van gelijkheid en billijkheid. Samenwerking
die niet haar grond vindt in een gezagsverhouding (arbeidsovereenkomst)
maar in een geest van maatschap. Delen van de winsten.
Samenwerking van arbeid en kapitaal. Kapitaalkrachtige personen
zoeken inventieve vennoten die met hun arbeid die kapitalen kunnen laten
renderen. Personen met een idee of een project zoeken een geldschieter
om het te kunnen uitwerken.
Mogelijkheid tot beperking van de aansprakelijkheid. Personen
staan met hun hele vermogen in voor hun schulden. Scheiding
privépatrimonium – risico’s professionele activiteit
Fiscale redenen. In een vennootschap is het mogelijk om de belastingen
te gaan drukken. (34% vennootschapsbelasting versus progressieve
tarieven van de personenbelasting van 25% tot 50%) Te relativeren in die
zin at als je weinig verdient da je personenbelasting in de lagere schijven
zullen vallen, als meer gaat verdienen zal je in ene hogere schijf belanden.
In de vennootschapsbelasting moet je ook altijd een andere vraag stellen ,
wanneer je gelden zou onttrekken van je vennootschap dat ook nog
belastingen op te heffen zijn (bv. roerende voorheffing bij uitkering van
dividenden (30%)...)
Beheer en verdeling van familiepatrimonium Soepelere manier om
het familiepatrimonium te vererven tussen de kinderen / erfgenamen.
Uitgewerkte structuur en organisatie (bestuursorgaan, algemene
vergadering, rapporteringsverplichtingen) voor de actoren van de
onderneming. Heeft een BV een bestuursorgaan? Daarnaast is er een
algemen vergadering van aandeelhouders waar zij hun stemrechten
kunnen uitoefenen. Het vennootschapsrecht geeft de mogelijkheid om
sturctuur aan te brengen in de samenwerking die partijen eventueel
zouden willen aangaan?
REDENEN OM DE OPRICHTING VAN VERENIGINGEN EN
STICHTINGEN TE VERKLAREN
Beperkte aansprakelijkheid.
Uitgewerkte structuur en organisatie (bestuursorgaan, algemene
vergadering, rapoorteringsverplichtingen) voor de actoren van de
onderneming.
INVLOED VAN HET EUROPEES RECHT OP HET
VENNOOTSCHAPSRECHT
,Belangrijk is dat het vennootschapsrecht dat daar toch heel veel Europese
aspecten aan vast zitten. Vooral via richtlijnen en verordeningen. Het
Europese recht heeft een zeer belangrijke plaats, alleen zal dat heel vak in
het Belgische recht niet zichtbaar zijn. Richtlijnen moeten worden omgezet
worden in nationale wetgeving. Elke lidstaat heeft de keuze hoe ze dit
doen. Verordeningen zijn rechtsstreeks toepasselijk in de lidstaten.
EUROPESE BRONNEN VAN HET VENNOOTSCHAPSRECHT
Europa heeft een aantal richtlijnen uitgevaardigd die recent gecodiceerd
zijn in richtlijnen van juni 2017. Die richtlijnen die zijn allemaal
geïmplomenteerd in de Belgsiche venootschapsrecht. Daarnaast zijn er
ook een aantal verordeningen uitgevaardigd door Europa.
- Verordening 8/10/2001 betrefende het stauut van de Europese
vennootschap (SE). Die SE is tot stand gekomen via een verordening
van Europa, maar die verordening is niet alles omvattend.
- Verordening 22 juli 2003 betreffende statuut voor een Europese
Coöperatieve Vennootschap (SCE).
- Verordening (EEG) 25 juli 1985 van de raad tot instelling van
Europese Economische Samenwerkingsverband. “Europees
Economisch Samenwerkingsverband of EESV” = is eigenlijk geen
vennootschap
10 april 2014 is er door de commissie een voorstel ingediend om een
Europese eenpersoonsvennootschap in het leven te roepen (SUP, Societas
Unius Personae).
Het doel van dit voorstel is het vereenvoudigen van de
grensoverschrijdende oprichting van besloten
eenpersoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid in de EU.
NATIONALE BRONNEN VAN HET VENNOOTSCHAPS-EN
VERENIGINGSRECHT
Oud recht:
- Wetboek van Venootschappen van 7 mei 1999
- Wet 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de
stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen (VZW-
wet)
- Uitvoeringsbesluiten
Het probleem met het oude recht;die wetgeving van 1999 eigenlijk niet
veel meer was dan het bij elkaar brengen van het oude venootschapsrecht
dat gedateerd was. Het wetboek van 1999 was mooi geordend wetboek en
alles was goed ondergedeeld, het enige dat in de jurisprudentie aan de
kaak gesteld werd was dat het wetboek niet meer mee was met de tijd,
recente evoluties die zich hadden gedaan.
,In 2002 heeft men in het VZW recht aantal bepalingen opgenomen die
geinspereerd werden op het vennootschapsrecht, daardoor begon het
VZW-recht hard te lijken op het vennootschapsrecht.
Men heeft beslist om na te denken over hoe we het vennootschapsrecht
konden moderniseren.
Nieuw recht:
- Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen 23 maart 2019
(WVV)
- Uitvoeringsbesluit
TEKORTKOMINGEN VAN HET OUDE VENNOOTSCHAPS- EN
VERENIGINGSRECHT
Dat wetboek van 1999 was niet meer dan een herordening dat verspreid
lag in het burgerlijk wetboek, wetboek van koophandel, boekhoud een
jaarrekeningenwet en andere wetgeving. Waarbij men niet de
mogelijkheid had om daar ingrijpende wijzigingen in aan te brengen waar
men enkel punctuele aanpassingen in konden doen waarbij men dan
vooral heeft ingegrepen op de structuur.
De praktijk die vond vanaf de inwerking treding van het wetboek van
Venootschappen in dat er heel wat tekortkomingen aan het wetboek
waren.
- De bestaande regels van vennootschapsrecht uit het verleden – die
soms onvolkomen, onduidelijk, onaangepast, te streng … bevonden
werden – waren niet of nauwelijks hervormd. Het Hof van Cassatie
werd talloze keren “bevraagd” om discussies als gevolg van
onduidelijkheden te trancheren (bv. de ad-nutum-afzetbaarheid van
bestuurders in een naamloze vennootschap).
- De bestaande regels van vennootschapsrecht waren niet aangepast
aan nieuwe maatschappelijke en economische ontwikkelingen (bv.
technologische ontwikkelingen zoals videoconferentie en
webapplicaties, met al hun mogelijkheden en gebruiksgemak zijn op
korte tijd wijdverspreid geworden, de bankencrisis toonde aan dat er
nood was aan betere regels rond deugdelijk bestuur m.i.v.
remuneratie...). Dit leidde gedurende twee decennia tot vele “bis-
artikels” om hieraan ad hoc te remediëren.
- Nieuwe regels van vennootschapsrecht waren volgens de praktijk
vaak te complex, te gedetailleerd, te dwingend…
Anno 1999 werd enkel het vennootschapsrecht – hoofdzakelijk vormelijk –
opgesmukt. Het verenigingsrecht (de VZW-wet) werd echter niet
aangepakt.
, - De VZW-wet werd doorheen de jaren talloze keren aangepast. Pas in
2002 werd de VZW-wet een eerste keer echt grondig gereviseerd.
De wetgever haalde veel inspiratie voor wijzigingen van het
verenigingsrecht in het vennootschapsrecht.
- Waar het vennootschapsrecht en het verenigingsrecht elk hun
eigenheid hebben, zijn er ook zekere gelijkenissen. De idee werd
aldus geopperd om het groeperingsrecht – vennootschapsrecht en
verenigingsrecht – te integreren in een alomvattend wetboek.
De nieuwe koers van de Europese wetgever in het harmonisatiebeleid en
de rechtspraak van het Hof van Justitie m.b.t. internationale
zetelverplaatsing leidden tot “state competition” tussen de lidstaten van
de Europese Unie.
Het lokaal vennootschapsrecht kan via het (her)oprichten van een
buitenlandse “brievenbusvennootschap” in vele gevallen worden
ontweken. De vrijheid van vestiging laat het een oprichter van een
vennootschap toe om voor het meest gunstige vennootschapsrecht te
kiezen, ook al is het centrum van haar voornaamste belangen in een
andere lidstaat gelokaliseerd.
Alzo ontstaat een zekere concurrentiële druk voor de lidstaten van de
Europese Unie om hun vennootschapsrecht actueel te houden en aan te
passen aan de vraag en noden van vennootschappen.
Het verouderde vennootschapsrecht van België – zeker in vergelijking met
moderniseringsinitiatieven in de ons omringende landen (bv. de Flex-BV
die op 1 oktober 2012 het levenslicht zag in Nederland) – speelden België
op competitief vlak parten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Pauwels0629. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.