Overzicht van de leertekst voor gezondheidseconomie. Het is geen uitgebreide samenvatting maar eerder een overzicht gezien het een open boek examen is. Bij de verschillende onderdelen staat steeds de pagina vermeld zodat je de informatie snel kan terugvinden in de leertekst.
Van elke €100 die een Belgische beslatingsbetaler betaalt, gaat €14.2 naar gezondheidszorg.
Mantelzorg = bevoegdheid van gemeenschappen en dus ook Vlaamse Overheid maar er is geen apart
budget voor. Wel 6 mantelzorgverenigingen die jaarlijks subsidie ontvangen.
1.2. Het solidariteitsprincipe (pagina 1-2)
De grote uitdaging is om de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van onze zorg te
behouden.
2 systemen in sociaal beschemingssysteem:
- Klassieke sectoren van sociale zekerheid met 7 takken (9 voor zelfstandigen)
- Sociale bijstand of residuaire regelingen met 4 takken
- Stelsel voor werknemers, ook voor contractuele of niet-statutaire ambtenaren
- Stelsel voor zelfstandigen
- Stelsel voor ambtenaren
1.3. Het belang van de sociale zekerheid (pagina 2-3)
Centrale begrip sociale zekerheidssysteem = solidariteit.
Solidariteit is gewaarborgd door:
- Bijdragen werkende mensen in verhouding tot loon
- Financiering grotendeels door iedereen samen
- Vakbonden, ziekenfondsen en werkgeversorganisaties beslissen mee over systeem
Sociale zekerheid zorgt voor 3 zaken:
- Vervangingsinkomen bij loonverlies
- Aanvulling op het inkomen wanneer je sociale lasten moet dragen
- Bijstandsuitkeringen
1.4. Ontwikkeling van het sociale zekerheidsstelsel (pagina 3-5)
1ste industriële revolutie + ontstaan kapitalisme armoede = samenlevingsprobleem + ontstaan
risico’s gebonden aan arbeid oprichting Burgerlijke Godshuizen, Burelen van Weldadigheid
(voorlopers OCMW) en Maatschappijen voor Onderlinge Bijstand (voorlopers mutualiteiten).
Vanaf 1891 (na enorme crisis): overheid subsidieert mutualiteiten positieve effecten zoals meer
efficiëntie maar nog steeds op vrijwillige basis.
1ste verplichte verzekering = verzekering tegen arbeidsongevallen. Tussen 2 Wereldoorlogen:
uitbreiding verplichting + gewaarborgd inkomen voor personen met een handicap.
1944: Sociaal Pact wordt ondertekend door werknemerssyndicaten, werkgeversorganisaties en enkel
hoge functionarissen en steunt op 2 pijlers:
- Sociale vrede tussen werknemers- en werkgeversorganisaties
- Solidariteitsgedachte
Vernieuwingen sociaal pact:
- Alle sociale verzekeringen verplicht
- Uitkeringen omhoog
- Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid = centraal orgaan
- Sociale zekerheid werd paritair beheerd
Sociaal pact geldt enkel voor werknemers en niet voor zelfstandigen.
1967: Sociaal statuut van de zelfstandige.
Naoorlogse periode gekenmerkt door economische expansie sterke uitbreiding sociaal
zekerheidssysteem: richten nieuwe sociale categorieën op + positieve veranderingen in bestaande
prestaties.
Sociaal zekerheidssysteem: van gewone verzekering tegen sociale risico’s waarborg voor
bestaanszekerheid voor iedereen.
Economische crisis 1970: werkloosheid stijgt aantal rechthebbende neemt toe moeilijk kosten
van sociale zekerheid onder controle te houden oplossing: inkomsten verhogen en sociale
uitkering verlagen.
Einde 20ste eeuw: werkgeversbijdrage wordt sterk verlaagd en vervangen door alternatieve
financieringsbronnen om concurrentievermogen te verhogen + minimumpensioen opgetrokken +
wijziging wetgeving over leefloon en inkomensgarantie.
2009: gelijke pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen.
2011: hervorming van sociale zekerheid om onkosten in pensioen- en werkloosheidssector terug te
schroeven.
1.5. Ideologische achtergrond (pagina 5)
2 belangrijke grondleggers: Bismarck en Beveridge.
Bismarck: financiering sociaal zekerheidssysteem wordt gedragen door werknemers en werkgevers
met een staatsbijdrage voor de pensioenen + uitkeringen zijn aan loon gekoppeld = solidariteit onder
de werkenden.
Beveridge: vindt dat totale bevolking recht heeft op bestaanszekerheid belastingen voorzien in
eenzelfde forfaitaire uitkering voor elke burger.
Belgisch systeem: kenmerken van de 2.
1.6. Organisatie (pagina 6)
Onderscheid tussen 3 stelsels:
- Werknemersstelsel: RSZ = overkoepelede instelling met daaronder meerdere takken met elk
hun eigen taak: RVA, FPD, RIZIV, FEDRIS, RJV, FAMIFED
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur astridborremans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.