Sociaal Methodisch Werken - Deel 1: Social Casework
0. Inleiding
3 kenmerken van Social Casework
1. Doelgericht: gericht op het behalen van doelstellingen
-> mensen aan en tot hun recht laten komen, welzijn , empowerment en emancipatie
2. Procesmatig: gericht op verschillende processen -> hoe pak ik het aan?
-> empoweren, emanciperen, op maat/tempo cliënt, omvat de relatie en technieken (zie 4 lagen)
3. Systematisch: werken vanuit een geordend stappenplan
-> EDDA-interventies, spiraalvormig, 3 interventies steeds aanwezig, met verschil in intensiteit
4 lagen van Social Casework
1. Doel: idem kenmerken
2. Technieken: basis / social casework gesprekstechnieken
3. Visie: empowerment & krachtgericht, systeemgerichte benadering (omgeving), client is eigenaar
4. Relatie: vertrouwensvolle samenwerking tussen hulpverlener & hulpvrager en zijn omgeving
o Professionele relatie: duurt niet eeuwig, doelgericht, vanuit duidelijke rollen en taken
o E = K x A -> een hulpverleningsproces is pas effectief als de hulpverlener de nodige competenties
(kennis, vaardigenheden, attitudes) heeft, dat zorgt ervoor dat de client je kan accepteren
o Presentiebenadering van Baert: nabijheid, aansluiten, aandacht, mét iemand zijn, outreachment
Kernwaarden van een sociaal werker
1. Reflectief: zelfbewust, kritische houding t.o.v. mens, maatschappij en omgeving
2. Open: respect, ruimdenkend, solidariteit en diversiteit aanwakkeren
3. Integer: oprecht, authentiek, transparant, mensgericht handelen, echtheid tonen
4. Mensgericht: mens in totaliteit, gelijkwaardigheid en partnerschap, verbindend werken, X hokjes
5. Zelfsturend: leergierig, ondernemend, flexibel, proactief, durven, innovatief, initiatief nemen
6. Bezield: gedreven, betrokken, sociaal engagement naar organisatie en maatschappij
Het DNA van sociaal werk in vijf krachtlijnen
1. Politiserend werken: (toegang tot) rechten waarborgen, dialoog rond my ontwikkelingen, evoluties en
problemen trekken en organiseren, my problemen aankaarten die sociale rechtvaardiging
belemmeren, samen met doelgroep zoeken naar oplossingen (werken aan beleid)
2. Nabijheid en laagdrempeligheid: aanwezig zijn in de leefwereld, fysieke en mentale betekenis
3. Proceslogica: uitkomst ligt nooit vooraf vast, nood aan alternatieve verantwoordingsmechanismen,
inspelen op concrete situaties en ervaringskennis doelgroep, participatie en inspraak = centraal
4. Verbindend werken: verbinden = sterker maken, individueel, collectief en my
5. Generalistisch werken: helikoptervisie, breed kijken, integraal perspectief, netwerkvorming,
brugfiguur, kruispuntwerker, client gidsen in landschap van sociale voorzieningen