Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Dit is een samenvatting van Verpleegkundige & medische kennis 3.1, jaar 2 periode 1. Ik heb de leerdoelen overzichtelijk uitgewerkt zodat je alle informatie in 1 bestand kunt vinden.
De student kan uitleggen hoe het proces van bevruchting plaatsvindt
Anatomie & fysiologie: een inleiding 20.1 – 20.2
De geleidelijke verandering van lichaamsdelen en fysiologische kenmerken tijdens de periode vanaf
de bevruchting tot de volwassenheid wordt de ontwikkeling genoemd. De ontwikkeling bestaat uit:
1. De deling en differentiatie van cellen
Differentiatie: de vorming van verschillende celtypen, waarbij een weinig gespecialiseerde
stamcel zich, via celdeling, exponentieel vermenigvuldigt naar grote aantallen verschillende
soorten, meer gespecialiseerde, 'weefselspecifieke' cellen
2. De veranderingen waarbij de anatomische structuren worden gevormd en gewijzigd
De ontwikkeling begint bij de bevruchting (of conceptie), wanneer de mannelijke en de vrouwelijke
gameet (voortplantingscel) versmelten. Bij de bevruchting versmelten 2 haploïde gameten met
elkaar. Door de versmelting van de 2 haploïde gameten (met elk 23 chromosomen) ontstaat een
bevruchte eicel of zygote met 46 chromosomen, het normale aantal voor een lichaamscel
(somatische cel). De mannelijke en vrouwelijke gameet hebben een sterk verschillende functie en
een verschillend aandeel:
• Spermacellen dragen alleen de mannelijke chromosomen bij
• De vrouwelijke gameet (een secundaire oöcyt) levert alle celorganellen, voedingsstoffen en
de genetische programmering om de ontwikkeling van het embryo gedurende een week na
de bevruchting te ondersteunen.
De spermacellen die in de vagina zijn gedeponeerd, zijn al beweeglijk doordat ze gemengd zijn met
klierproducten van de zaadblaasjes, de eerste stap van de capacitatie. Maar de spermacellen kunnen
pas een bevruchting teweegbrengen wanneer ze worden blootgesteld aan de omstandigheden in de
vrouwelijke voortplantingsorganen, met name in het oviduct (eileider/tuba uterina). Meestal vindt
de bevruchting binnen een dag na de ovulatie plaats in het bovenste derde gedeelte van het oviduct.
Het duurt 30 minuten tot 2 uur voordat een spermacel vanuit de vagina naar het bovenste deel van
het oviduct is gezwommen. Slechts ongeveer 10.000 spermacellen bereiken het oviduct en minder
dan 100 komen daadwerkelijk bij de secundaire oöcyt aan.
De ovulatie vindt plaats voordat de eicel volledig is uitgerijpt. De secundaire oöcyt die het follikel
verlaat, bevindt zich in de metafase van de 2e meiotische deling (meiose II). De
stofwisselingsprocessen in de cel zijn gestopt, de eicel verkeert in een soort latente toestand en
wacht op de prikkel voor de verdere ontwikkeling. Als er geen bevruchting plaatsvindt, sterft de
oöcyt af zonder de meiose af te maken.
De corona radiata beschermt de eicel terwijl deze door de gescheurde follikelwand passeert en in het
infundibulum van het oviduct terechtkomt. Tientallen spermacellen moeten hyaluronidase afgeven
voordat er een opening tussen de follikelcellen ontstaat. Hyaluronidase is een enzym dat de
verbinding tussen aangrenzende follikelcellen afbreekt. Ongeacht het aantal spermacellen dat door
de ontstane opening in de corona radiata glipt, zal er slechts 1 enkele spermacel een bevruchting
verrichten en de eicel activeren. Die spermacel bindt zich eerst aan spermareceptoren in de zona
pellucida. Vervolgens scheurt het acrosoom, waardoor hyaluronidase en een ander proteolytisch
enzym vrijkomen. Deze enzymen maken een opening in de zona pellucida rond de membraan van de
,cel. Zodra de membranen van eicel en spermacel met elkaar in contact zijn, beginnen ze te
versmelten, waarmee de activering van de eicel in gang wordt gezet. Als de membranen versmelten,
dringt de gehele spermacel het cytoplasma van de eicel binnen.
De activering van de eicel gaat gepaard met een plotselinge reeks veranderingen van de stofwisseling
van deze cel. Blaasjes die zich juist binnen de membraan van de eicel bevinden, ondergaan
exocytose, waarbij enzymen worden vrijgemaakt die voorkomen dat zich een afwijkend proces
voordoet dat polyspermie wordt genoemd: bevruchting door meer dan 1 spermacel. Hierbij wordt
een zygote gevormd die zich niet normaal kan ontwikkelen. Andere belangrijke veranderingen zijn de
voltooiing van de meiose II en een sterke toename van de stofwisselingssnelheid in de eicel.
Nadat de eicel is geactiveerd en de meiose is voltooid, reorganiseert het kernmateriaal in de eicel
zich tot een vrouwelijke pronucleus (stap 2 op afbeelding). Tegelijkertijd zwelt de kern van de
spermacel op en verandert in de mannelijke pronucleus (stap 3). Daarna versmelten de mannelijke
en de vrouwelijke pronucleus met elkaar tijdens de zogenoemde amfimixis (stap 4). Nu is de
bevruchting voltooid en is een zygote gevormd die het normale chromosomenaantal van 46 heeft. Bij
de eerste klievingsdeling ontstaan 2 dochtercellen (stap 5).
, De periode waarin de prenatale periode ontwikkeling plaatsvindt wordt de periode van gestatie of
zwangerschap genoemd. De gestatie duurt 9 maanden en voor het gemak wordt de prenatale
ontwikkeling meestal in 3 trimesters ingedeeld, die elk 3 maanden duren:
1. Het eerste trimester is de periode van de embryonale en vroege foetale ontwikkeling. Tijdens
deze periode ontstaan alle belangrijke orgaanstelsels.
2. In het tweede trimester vindt vooral de ontwikkeling van organen en orgaanstelsels plaats
tot deze bijna zijn volgroeid. De lichaamsverhoudingen van de foetus veranderen, en tegen
het einde van het tweede trimester is duidelijk een menselijke vorm te herkennen.
3. Het derde trimester wordt gekenmerkt door een snelle groei van de foetus. Vroeg in het
derde trimester worden de meeste van de belangrijkste orgaanstelsels volledig functioneel.
Een zuigeling die één of zelfs twee maanden te vroeg geboren wordt, heeft een redelijke
kans te overleven.
De student kan benoemen hoe in het eerste trimester de vroegste delingen, innesteling en
placentatie plaatsvinden
Klievingsdelingen en vorming van de blastocyste
Klievingsdelingen zijn een reeks celdelingen die onmiddellijk na de bevruchting beginnen (dag 1-6).
Bij dit proces worden steeds meer genetisch identieke dochtercellen gevormd die steeds kleiner
worden, de zogenoemde blastomeren. Bij de eerste klievingsdelingen ontstaan 2 dochtercellen die
elk half zo groot zijn als de oorspronkelijke zygote. De eerste deling is ongeveer 30 uur na de
bevruchting voltooid en de volgende celdelingen vinden plaats met tussenpozen van 10-12 uur.
Gedurende de klieving wordt de zygote een pre-embryo. Na 3 dagen van klievingsdelingen is het pre-
embryo, dat nu aan het einde van het oviduct is beland, een massief bolletje van cellen. Dit stadium
wordt de morula genoemd.
Dag 4 en 5: het embryo gaat de cavum uteri (baarmoederholte) binnen. De blastomeren vormen een
blastocyste, een holle bol met een binnenste holte die de blastocoele wordt genoemd. De buitenste
laag, het buitenste omhulsel van de blastocoele, wordt de trofoblast genoemd. Deze cellaag biedt
voeding voor het zich ontwikkelende embryo. Een tweede groep cellen, de embryoblast, ligt bij
elkaar in een gedeelte van de blastocyste. In de loop van de tijd zal hieruit het embryo ontstaan.
Gedurende deze tijd wordt de zona pellucida afgestoten. De blastocyste komt nu in contact met de
vloeistof in de baarmoederholte. Deze vloeistof, die rijk is aan glycogeen, die door de klieren in het
endometrium (baarmoederslijmvlies) wordt afgegeven, voorziet de blastocyste van voedingsstoffen.
Als de blastocyste volledig is ontwikkeld, maakt hij contact met het endometrium; op dat moment
stoppen de klievingsdelingen en begint de innesteling.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur verpleegkunde_student. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.