Van alle hoofdstukken van Chemie, scheikunde heb ik samenvattingen gemaakt in 4, 5 en 6 VWO. In mijn samenvattingen staan ook tips, waar je extra op moet letten. Je kan ook een bundel aanschaffen, dit is voordeliger. Dit is hoofdstuk 6 van 4 VWO.
H6 Schoonmaken
6.1 Vuil verwijderen
Schoonmaken: ongewenste stoffen ‘verplaatsen’. Vuil is te onderscheiden in soorten. Zo is er los vuil
wat meestal zonder chemie en kracht te verwijderen is. Je hebt ook hechtend vuil. Daar zijn drie
soorten van: oplosbaar (oplosmiddel), emulgeerbaar (emulgator: stof die zorgt dat vet en water
gemengd blijven ->zeep) en chemisch afbreekbaar vuil. De cirkel van Sinner geeft 4 factoren die een
rol spelen bij schoonmaken: beweging, chemie, temperatuur en tijd.
6.2 Polaire atoombinding en dipoolmolecuul
Als een zout oplosbaar is, kan het met water worden verwijderd. In het ionrooster van een zout
trekken de + en – ionen elkaar aan. Als het wordt opgelost in water komen de ionen los van elkaar en
worden omringd door watermoleculen.
In een molecuul houdt het negatief geladen gemeenschappelijk elektronenpaar beide positieve
resten bij elkaar, beide atoomresten trekken dus aan het gemeenschappelijk elektronenpaar. Iedere
atoomsoort trekt met een bepaalde kracht, het is dus niet altijd even sterk. De delta negatieve kant
van het atoom trekt altijd het hardst. De delta heeft een waarde tussen 1 en 0. De atoombinding die
hierdoor ontstaat is een polaire binding. Het komt voor tussen 2 niet-metalen. Bij een metaal en niet
metaal is het verschil zo groot dat het geen polaire binding vormt, maar een ion binding. Bij
bindingen met F, O of N vormt de F, O of N kant de delta -. Er is dan dus een polaire binding.
Als een molecuul twee polen heeft, negatief en positief, spreken we van een dipool molecuul. Het
zijn polaire stoffen. Een stof met moleculen die niet dipool zijn, is apolair. Bij polair zal de – kant aan
de + kant trekken -> sterkere Vanderwaalsbinding. Het smeltpunt en kookpunt is dan hoger.
Bij dipoolmoleculen is de ruimtelijke bouw belangrijk. Water is een polaire stof met dipoolmoleculen.
De bouw kan niet op 1 lijn liggen, je kan in tabel 55 van Binas zien of een molecuul een dipool
molecuul is, het getal in Binas is dan geen 0.
In oplossing zijn ionen van een zout omgeven door watermoleculen: hydratatie. De positieve kant
van watermoleculen zal naar de – kant van de ionen draaien. De watermoleculen zorgen ervoor dat
de ionen niet weer naar elkaar zullen gaan. De binding van dipool-ion is sterker dan ion-ion. Oefen de
opdrachten over dipoolmoleculen en polaire bindingen.
6.3 Kristalwater
Als een kristalrooster van een zout water bevat, heet het kristalwater. De zouten met kristalwater
heten hydraten. Kristalwater kan invloed hebben op stofeigenschappen. Notatie van het
calciumchloride hydraat, naar calciumchloride + water: CaCl2 x 6H2O -> CaCl2 + 6H2O. Zorg dat je dit
goed kan noteren.
6.4 Olie en vet in water
Stoffen die goed met water mengen noem je hydrofiele stoffen. Apolaire stoffen mengen onderling
ook goed. Stoffen die niet met water mengen zijn hydrofoob. Een stof waarvan de moleculen OH
groepen bevatten noem je een alcohol. De OH groep heet een hydroxylgroep. Als er 1
waterstofatoom door OH is vervangen noem je het een alkanol. De formule is CnH2n+1OH. Achter de
stamnaam moet je -ol zetten. Ook heb je de aminogroep: NH2. Een stof met een aminogroep noem
je een amine. Als er van een alkaan 1 groep door een aminogroep is vervangen noem je het een
alkaanamine. CnH2n+1NH2. Als een groep meerdere OH groepen bevat noem je dat di, tri etc -ol. Bij
NH2 gebruik je diamine enzo. Als een molecuul een OH en een NH2 bevat, wordt amino- voor, en de
hydroxylgroep achter genoemd. De OH groep krijgt een zo laag mogelijk plaatsnummer. Aminen en
alcoholen zijn polair. In Binas staat ook veel informatie over de naamgeving. Zorg dat je aminen en
alkanolen kan benoemen met behulp van Binas. In de toekomst krijg je nog veel meer soorten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SophieCiere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.