DIVERSITEIT
Inhoud
LES 1 INLEIDING..................................................................................................................................2
LES 2 THEMA 1: RACISME, DEKOLONISATIE, MIGRATIE, VLUCHTELINGEN, INBURGERING................4
LES 3 THEMA 2: RELIGIE EN LEVENSBESCHOUWING........................................................................11
LES 4 THEMA 3: CULTUUR EN HULPVERLENING...............................................................................15
LES 5 THEMA 4: LEVENSFASEN EN GENERATIES...............................................................................22
LES 6 THEMA 5: DISCRIMINATIE.......................................................................................................26
Woordenlijst THEMA 1: Racisme, dekolonisatie, migratie, vluchtelingen, inburgering................31
Woordenlijst THEMA 2: Religie en levensbeschouwing................................................................32
Woordenlijst Thema 3: Cultuur....................................................................................................33
1
,LES 1 INLEIDING
Superdiversiteit, intersectionaliteit en kruispuntdenken kunnen omschrijven en toepassen
Superdiversiteit:
Diversiteit is meer dan etniciteit ook in andere dimensies
religie
is er diversiteit (zie figuur; deze dimensies kunnen nog
aangevuld worden)
talen leeftijd
o gelaagdheid binnen elke groep
o Niet één soort moslim
o Niet één soort Griek land van
etniciteit
herkomst
Interactie van al deze factoren = “superdiversiteit”
o Vb.: vluchteling uit Syrië is anders dan Marokkaanse Belg
die hier geboren is, ook al delen ze kenmerken immigratie-
geslacht
stromen
o allerlei mengvormen van culturen en subculturen
o Vb.: woordgebruik bij jongeren
Gevolgen
o Er is geen meerderheid meer
o De minderheden zijn in de meerderheid
o Nieuwe visie op integratie
Intersectionaliteit / kruispuntdenken:
Heeft een zwarte vrouw even veel kansen in de maatschappij als een zwarte man?
Heeft een zwarte vrouw even veel kansen in de maatschappij als een witte vrouw?
Zwarte vrouwen:
o Discriminatie obv geslacht én obv ras
o Anders dan bij zwarte mannen of witte vrouwen
= intersectionaliteit of kruispuntdenken: mensen hebben meervoudige identiteiten en je dient
steeds naar de verschillende deelidentiteiten samen te kijken (en/en) in plaats van mensen in
hokjes op te delen (of/of)
Ook op andere domeinen, zoals gezondheid, opleidingsniveau, leeftijd, gender, seksuele
identiteit
o Vb.: meer armoede bij gezinnen met bepaalde etnische herkomst
o Vb.: homoseksualiteit is anders voor mensen met bepaalde migratieachtergrond
o Andere voorbeelden?
Het verschil tussen assimilatie en integratie als wederzijds proces kunnen toelichten
Veranderende visie op integratie:
Vroeger: meerderheidscultuur
o Integratie: assimilatie
o = De nieuwkomer laat zo veel mogelijk zijn eigenheid los om een nieuwe Vlaming of Belg te
worden
Steeds meer: minderheidscultuur
o Integratie: wederzijds proces, inspanningen door beide partijen
o Nieuwkomers moeten zich aanpassen
o De ontvangende samenleving moet ook zijn structuren aanpassen om iedereen dezelfde
kansen te geven
Bv. op school
Bv. op de arbeidsmarkt
2
,De volgende termen kunnen toelichten: etniciteit, transnationalisme, transmigratie, fragmentatie,
inclusie.
Etniciteit
Etniciteit gaat over een specifieke soort van identificatie van groepen mensen met bepaalde
groepskenmerken. Kenmerkend voor etniciteit is dat mensen verwijzen naar een bepaald
territorium, waar dan in hun ogen een specifieke cultuur bij hoort. Bij een etniciteit hoort vaak
een gedeelde geschiedenis en soms ook een gedeeld geloof. Je ziet dat etnische groepen vaak
een bepaald verleden claimen, terwijl die etnische groep in dat verleden als zodanig nog niet
eens bestond.
Transnationalisme
o = het is makkelijker geworden om verbinding te houden met het land van herkomst
goedkope vliegtickets
verspreiding telefoon en internet
Transmigratie
o = verplaatsingen van vluchtelingen binnen de EU
o Vb.: migratieroute via Griekenland
Fragmentatie
Fragmentatie; een gevolg van diversiteit:
o Reden: makkelijker omgaan met mensen die lijken op je
o Nadeel: ten koste van doel van organisatie
o Nadeel: uitsluiting/minder kansen
o Inclusie
Inclusie
Werken aan inclusie (jammen met verschillen):
o Vergroot de verschillen diversiteit in je voordeel laten werken
o Tip: instemming met andere stem laten blijken op moment zelf
o Tip: zeg niet wat je niet wil, maar wel wat je wel wil
Niet of/of, maar en/en
o Team:
Talenten van ieder benutten
Inzichten
Verschillen in voordeel laten werken
3
, o jamsessie
Enkele denkoefeningen…
Stelling: “Om diversiteit tussen mensen te begrijpen is vooral iemands afkomst belangrijk.” Eens
of oneens?
o Afkomst (etniciteit) is slechts één van de domeinen waarop mensen verschillen
o Etnische identiteit = gevoel van eenheid en verbondenheid op grond van gemeenschappelijke
afstamming, cultuur of geschiedenis (ongeacht of dit feitelijk zo is): bv. West-Vlaming,
Marokkaan, Belg, …
o Twee personen met dezelfde afkomst kunnen héél verschillend zijn…
Op welke domeinen merk je diversiteit op in deze klasgroep? Maak een lijstje van 3 à 5
domeinen…
LES 2 THEMA 1: RACISME, DEKOLONISATIE, MIGRATIE, VLUCHTELINGEN,
INBURGERING
!!!!!ZIE WOORDENLIJST THEMA 1 helemaal beneden scrollen!!!!!
De student legt uit wat migratie is.
ALLES wat te maken heeft met het verhuizen van mensen.
Migrant = een persoon die migreert
Migreren = trekken, verhuizen
binnen je eigen land
binnen een werelddeel
verhuizen naar een ander werelddeel
Migreren heeft consequenties voor:
de migrant zelf en voor haar/zijn gezin en nakomeling
gaat gepaard met een integratieproces
De student geeft de vormen van migratie.
Emigrant = persoon verlaat het land
Immigrant = persoon die in het land komt van een ander land
Remigrant = teruggekeerde emigrant
Transmigrant = tijdelijk wonen in een land
Doorreismigrant/transmigrant = iemand die doorreist (land van herkomst – doorreisland – land
van aankomst)
De student kan uitleggen waarom er migratie is: oorzaak, reden, (on)vrijwillig
ONVRIJWILLIG
o Vluchteling
o Displaced person
o Klimaatvluchteling
o Gedeporteerde
VRIJWILLIG
o Economische migratie
o Transhumance (in de Alpen)
o Kennismigrant
4