Grondrechten casus oplossen
Stappenplan antwoord beperking van grondrechten
Welke wet is van toepassing?
EVRM
Grondwet
Stappenplan clausulering art. 8-11 EVRM (horizontaal + verticaal)
Stap 1: welk grondrecht van het EVRM betreft het?
Stap 2: is er een feitelijke inmenging met de reikwijdte van het grondrecht? Wat voor inmenging
vindt er plaats? Zo nee: geen verdere stappen ondernemen, dan kan je recht gewoon
uitoefenen. Zo ja: zie stap 3.
Stap 3: Wie mengt er in het grondrecht van de burger? Verticale of horizontale relatie?
Stap 4: kwalificatie beperking grondrechten, kijk of er een beperkingsclausule is. Is de inmenging
toegestaan op grond van de toepasselijke beperkingsclausule in lid 2?
Stap 5: kijk in lid 2 van het betreffende artikel voor de drie cumulatieve voorwaarden:
a. Bij wet voorzien:
o Toegankelijk (accessible)
De wijze van publicatie van een regeling.
Het moet voor iedereen toegankelijk zijn. De burger moet (kunnen) weten welke
rechtsregels van toepassing zijn.
o Voorzienbaar (foreseeable)
De burger moet van tevoren met enige zekerheid kunnen voorspellen wanneer
er beperkingen kunnen worden opgelegd. De burger moet zijn gedrag af kunnen
stemmen.
o In sommige gevallen: eisen aan de kwaliteit van de wetgeving
Kruslin vs Frankrijk arrest: wanneer een regeling een orgaan de bevoegdheid
geeft te tappen en het orgaan deze bevoegdheid zelf nader kan invullen, is niet
aan dit vereiste voldaan (met name van belang bij art. 8 (privacygevoelige
situaties)).
b. Doelcriterium: de inmenging moet tenminste een legitiem doel uit lid 2 nastreven.
c. Noodzakelijkheidscriterium: noem hierbij zoveel mogelijk factoren.
o Welke factoren pleiten voor/tegen de noodzakelijkheid van de inmenging?
o Is de maatregel proportioneel? (geschikt om het doel te bereiken en er is geen minder
vergaande maatregel voor handen).
o Als inmenging is toegestaan: gerechtvaardigde inbreuk op grondrecht van lid 1.
o Niet toegestaan: een schending van het grondrecht van lid 1.
Maak hierbij een belangenafweging!
Stap 6: conclusie. De inmenging is wel of niet toegestaan op grond van de clausule van lid 2. De
inmenging verzet zich (niet) tegen art. …. EVRM.
.
Zolang de uiting niet oproept tot geweld, is het vaak toegestaan.
Het EHRM heeft bepaald dat de artikelen 8 t/m 11 belangrijke fundamentele rechten zijn in een
samenleving, waardoor een hoge eis aan het legitiem doel is gesteld.
Art. 17 EVRM: een drager van een grondrecht die grondrechten wil vernietigen mag zich niet op
grondrechten beroepen. Aldus, je mag je niet op een grondrecht beroepen om een grondrecht af
te schaffen (holocaustontkenning valt hier ook onder, racistische opmerkingen niet zonder
meer).
Stappenplan beperkingssystematiek Grondwet – verticale verhouding
Stap 1: welk grondrecht uit de GW is in het geding?
Stap 2: word je beschermd door een grondrecht of niet?
Stap 3: is er een inmenging met de reikwijdte van een grondrecht? (wat is de beperking)
, Stap 4: is er sprake van delegatie? indien in Grondwet staat de wet kan regels stellen in het
belang van, dan kan gedelegeerd worden naar een lagere wetgever, maar alleen met oog op
realiseren van de genoemde doelen.
o De beperkingsbevoegdheid mag niet gedelegeerd worden indien het niet overeenkomt
met de doelcriteria.
o Een bevoegdheid mag gedelegeerd worden indien dit in de clausule staat:
Bij of krachtens de wet: de formele wetgever mag zelf recht beperken óf die
bevoegdheid delegeren.
‘Regels’ of ‘regels stellen’ impliceert bevoegdheid tot delegatie.
Stap 5: doelcriteria bij de verticale verhouding (i.c.m. WOM of AWGB)
a. Competentievoorschrift: uitzoeken wie het grondrecht mag beperken. Er moet een wet
zijn die zegt dat een grondrecht beperkt mag worden en deze wet moet voldoende
specifiek zijn (specifiteitsvereiste).
Law criterium’: voorzienbaarheid en toegankelijk.
Behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet: de ‘wet’ in de GW
betekent de wet in formele zin. Enkel de formele wetgever mag de beperking op
het grondrecht stellen (geen delegatie mogelijk).
b. Procedurevoorschrift: sommige grondrechtsbepalingen in de GW hebben
procedurevoorschriften. Bijv. art. 12 GW: bij een beperking van het huisrecht is
voorafgaande legitimatie en het opmaken van een verslag vereist.
c. Doelcriterium:
In art. 6 lid 2, art. 8 en 9 lid 2 GW staan doelcriteria waaraan moet worden voldaan
alvorens een grondrecht beperkt mag worden. Die doelcriteria zien meestal alleen
op delegatie, niet op beperkingen die de wetgever in de formele zin maakt.
Er moet een doel in de beperkingsclausule van de Grondwet zijn vermeld. Als er
helemaal geen doel is opgenomen in de clausule, mag de formele wetgever zelf
een doel kiezen: moet wel legitiem doel zijn wat nagestreefd wordt om grondrecht
te beperken.
Stappenplan beperkingssystematiek Grondwet – horizontale verhouding
Stap 1: welk grondrecht uit de GW is in het geding?
Stap 2: word je beschermd door een grondrecht of niet?
Stap 3: is het conflict een bescherming of een beperking van een grondrecht (kijk vanuit de
klager)
Stap 4: welke methode moet worden toegepast?
1. Directe methode: de rechter gebruikt de GW (of wet in formele zin) voor de toetsing.
Deze methode kan gebruikt worden bij een beperking. De specificiteitseis is niet van
toepassing. Het BW is een wet in formele zin. Je gaat kijken naar de tekst van de
grondwet en je past deze tekst toe. Zie lid 1 voor de beperking (lid 2 gaat over het
delegeren van de bevoegdheid, maar daarvan is hier geen sprake).
a. Lid 1: Behoudens ieder verantwoordelijkheid ‘volgens de wet’. De wet betekent
hier wet in formele zin. De formele wetgever mag hier de godsdienst beperken.
Je vraagt je dan af: is er een formeel wettelijke bepaling waarop dit grondrecht
beperkt wordt? Die is gebaseerd op het BW. Dat is een formeel wettelijke bepaling.
Dat grondrecht kan worden beperkt op grond van art. 6:74 jo 6:248 BW.
Hierna maak je een belangenafweging.
2. Indirecte methode: de rechter laat de GW los en maakt een belangenafweging aan de.
Hand van een open norm in het burgerlijk recht. Deze methode kan gebruikt worden bij
een beperking en een bescherming. Je vertaalt het grondrecht naar een privaatrechtelijk
belang. Je zegt dan art. 6:74 BW. Tekortkoming van de verbintenis verplicht de
schuldenaar de schade te vergoeden, tenzij de schade niet kan worden toegerekend aan
de schuldenaar. De schade kan haar niet worden toegerekend, want Daniëlle heeft
privaatrechtelijk belang om haar godsdienst vrijelijk te kunnen belijden. Dan kom je tot
dezelfde conclusie. Maak hierbij ook een belangenafweging.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur racmjansen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.