Samenvatting van het deel Europese Instellingen gedoceerd door Ann Pauwels aan de KU Leuven Campus Brussel. De samenvatting omvat zowel slides als bijkomende notities. Mooi resultaat behaald door deze samenvatting.
Europese instellingen
Inhoudsopgave
1. Algemene en praktische informatie............................................................................................................ 2
2. Historisch overzicht van de Europese integratie..........................................................................................2
Wat is de EU –hoe kan je het omschrijven, wat voor entiteit is het- ?..................................................................2
Historische context van de Europese integratie....................................................................................................4
Historisch overzicht van de Europese integratie: supranationale versus intergouvernementele initiatieven......7
Historisch overzicht van de Europese integratie...................................................................................................8
3. Instellingen van de EU.............................................................................................................................. 11
De Europese Raad................................................................................................................................................11
Het Europees Parlement......................................................................................................................................12
De Raad...............................................................................................................................................................16
De Europese Commissie.......................................................................................................................................18
Hof van Justitie van de EU...................................................................................................................................20
4. Besluivorming in de EU............................................................................................................................. 22
Wetgevingsprocedures – procedure die leidt tot nieuwe wetgeving..................................................................22
Resultaat van de wetgevingsprocedures: wetgevingshandelingen:...................................................................23
Nieuwe vormen van bestuur/beleid:...................................................................................................................24
Besluitvorming in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid:..............................24
5. Beleid van de EU...................................................................................................................................... 24
Verticale en horizontale verdeling van de bevoegdheden in de EU....................................................................24
Verticale verdeling: categorieën van bevoegdheden van de EU.........................................................................24
De interne markt.................................................................................................................................................25
Het mededingingsbeleid of concurrentiebeleid van de EU.................................................................................30
De economische en monetaire unie....................................................................................................................33
De externe relaties van de EU.............................................................................................................................39
,6. Info over het examen............................................................................................................................... 47
1. Algemene en praktische informatie
Inhoud
Deel 1: De Europees politiek-institutionele context
1.1 Inleiding
1.2 De instellingen van de EU
1.3 Het EU-beleid
1.3.1 De interne markt
1.3.2 De economische en monetaire unie
1.3.3 Het mededingingsbeleid
1.3.4 Het regionaal en sociaal beleid
1.3.5 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid
1.3.6 De externe betrekkingen van de EU
1.3.7 Justitie en binnenlandse zaken
Studiemateriaal
- Slides
- Aangeduide of vermelde hoofdstukken in het boek
2. Historisch overzicht van de Europese integratie
Wat is de EU –hoe kan je het omschrijven, wat voor entiteit is het- ?
Enkele basisbegrippen
- Samenwerking tussen Europese landen
Politiek vlak
Economisch vlak
- Personen zoals Charles Michel
Voorzitter Europese Raad
- Europese staten die willen samenwerken
Instellingen en organen worden opgericht om de samenwerking in de praktijk
te brengen
Doelstellingen opmaken (wat willen we samen bereiken?)
Maken van concrete afspraken in een verdrag
Bevat bindende afspraken en regels
Duidt aan:
Wat de taken zijn van de instellingen
Wat de bevoegdheden zijn van de instellingen
Wordt onderschreven door staten
- Is een internationale organisatie
Alle activiteiten van deze IO worden beheerd door het internationaal recht
omdat het een internationale rechtspersoon is
Kenmerken
Opgericht door staten in een verdrag dat door alle staten ondertekend
moet worden
Is een internationaal rechtspersoon
Bv. NAVO, BENELUX, WHO, VN
- Is een unieke IO (wat maakt het anders dan de WHO, VN?)
2
, Het beleid dringt veel meer door in het nationale beleid van de lidstaten
Wat er beslist wordt in de EU, wordt heel vaak geïmplementeerd in het
nationale recht van de lidstaten
Wordt hierdoor een heel machtige instelling
Supranationale versus intergouvernementele organisaties
Supranationaal Intergouvernementeel
- Staat boven de staat - Lidstaten staan geen
- Betekent dat een lidstaat van de beslissingsmacht (soevereiniteit) af
organisatie soevereiniteit aan de organisatie
(beslissingsmacht, bevoegdheden) - Kun je hier beslissingen nemen die
afstaat aan de internationale bindend zijn?
organisatie op bepaalde domeinen Ja, wanneer alle lidstaten
De regels van de EU hebben akkoord gaan dan zijn er
voorrang op het nationale recht bindende afspraken en regels
De staat is verplicht om de Ja, bindend voor lidstaten die
maatregelen die door de IO akkoord gaan en niet bindend
worden genomen, na te leven voor lidstaten die niet akkoord
Je kan in bepaalde gevallen gaan
tegen je zin gebonden zijn door Kan ook louter een aanbeveling
regels van de organisatie. Maar zijn
je bent verplicht om het na te - Merendeel van de organisaties is
leven en te respecteren omdat
intergouvernementeel zoals bv.
je lid bent van de organisatie
WHO
1. Er wordt een beslissing
Trump ondermijnt het
genomen door
multilateralisme
vertegenwoordigers van de
Staan tegenwoordig enorm
lidstaten. Als deze een
onder druk
beslissing nemen bij
- Verschil met supranationale
meerderheid (wilt zeggen
organisatie
dat de lidstaat die TEGEN
Men kan niet tegen zijn wil
gestemd heeft ook
gebonden zijn door een
verbonden is door wat er
maatregel van de organisatie
beslist is)
2. Wanneer een beslissing van
de organisatie wordt
genomen door
onafhankelijke experts (een
orgaan waar uitsluitend
onafhankelijke experts in
zetelen, verdedigen de
belangen van de
organisatie). Lidstaat heeft
niets te zeggen over deze
beslissingen dus moet ze
gewoon uitvoeren en
respecteren
- Veiligheidsraad van de VN heeft
ook supranationale elementen
- De EU is zowel supranationaal als intergouvernementeel
Kan ervoor zorgen dat de werking zeer complex wordt
hangt af van de beleidsdomeinen en instellingen (Bv. instellingen die het
supranationaal aspect benadrukken)
Historische context van de Europese integratie
Na WO II: de eerste vormen van samenwerking (louter intergouvernementeel staten
behielden hun soevereiniteit)
- Ontstaan uit de intentie om oorlogen in Europa te vermijden en de infrastructuur
weer te heropbouwen in Europa
- OEES – 1948
Voorloper van de OUZO
Opgericht om de economie opnieuw te doen groeien, infrastructuur weer
opbouwen
Financiële steun hiervoor nodig
Kwam uit de VS via het Marshallplan
Gingen financiële injecties geven in de Europese economie via het
Marshallplan
1 voorwaarde: verdeling van het Marshallplan moest gebeuren in het kader
van een internationale organisatie leidt tot het ontstaan van de OEES
VS en West-Europese landen
West-Europa: gesteund door de VS
Oost-Europa: gesteund door de Sovjet-Unie
- Raad van Europa – 1949
Is een afzonderlijke Europese organisatie
Heeft niets te maken met de EU !!!!
Samenwerking bevorderen tussen Europese staten op basis van
gemeenschappelijke waarden
Respect voor de mensenrechten
Recht op vrijheid van godsdienst
Verbod op foltering
Landen met democratische beginselen
Rechtstaat
Initiatiefnemer: Winston Churchill (ENG)
Aanvankelijk enkel West-Europese landen die deelnamen
Bestaat nog altijd
Komen samen in Straatsburg
- NAVO (semi-Europese organisatie) – 1949
Militaire alliantie: opgericht als collectieve verdedigingsorganisatie
Ook VS is hierbij betrokken
In de setting van de Koude oorlog – Europa voelt zich bedreigd en vormen
hierdoor een militaire alliantie
Canada, VS, West-Europese lidstaten, ook Baltische staten, Polen, …
Jaren 50: de eerste stappen in het integratieproces (de meesten op supranationale basis)
- EGKS – 1951
Wordt beschouwd als de voorloper van de Europese economische
gemeenschap en de EU
Kolen- en staalindustrie van leden werd aan nationale bevoegdheid
onttrokken en onder het gezag gesteld van een onafhankelijke Hoge Autoriteit
Samenwerkingen moeten veel diepgaander zijn en moeten meer
supranationale elementen bevatten
Samenwerken in sectoren die belangrijk zijn voor de economie, ook voor een
stuk heropbouwen alsook moderniseren (Schuman: sectorale integratie)
4
, Staal en kolenindustrie: 1. belangrijke bouwstenen van de Duitse en
Franse economie indertijd 2. Hierdoor maak je een oorlog materieel
onmogelijk
Eerste volwaardige voorbeeld van een organisatie die volledig supranationaal
is
Duitsland, België, Nederland, Luxemburg, Italië, Frankrijk (zijn ook de
grondleggers van de Europese economische gemeenschap en ook de EU)
- EDG – 1952
Integratie van strijdkrachten onder een supranationaal karakter
Integratie op militair vlak
Zelfde 6 landen als de EGKS
Dit initiatief is niet gelukt
Fransen wouden geen soevereiniteit afstaan op vlak van defensie
- WEU – 1954
Als alternatief voor de EDG maar op intergouvernementele niveau
Gebaseerd op het beginsel van collectieve verdediging
Voor de West-Duitse herbewapening te kunnen realiseren
Hier sluit het VK wel aan omdat het intergouvernementeel is
Staat los van de EU
- EEG en EURATOM – 1957
6 landen zoals bij de EGKS
EEG
Economische integratie bevorderen door een gemeenschappelijke
markt te creëren + gemeenschappelijk beleid uitbouwen voor bepaalde
domeinen (gemeenschappelijk mededingingsbeleid, gemeenschappelijk
landbouw en transportbeleid, gemeenschappelijk handelsbeleid)
Supranationaal
Gebaseerd op de principes van de EGKS mits enkele aanpassingen
EURATOM
Jaren 60: de Europese integratie in crisis
- Er waren 3 (zie vorige slide) gemeenschappen met elk verschillende instellingen
EGKS
EEG
EURATOM
- Fusie van deze 3 gemeenschappen en de instellingen in het fusieverdrag van 1965
- Uiteindelijk gaat Frankrijk wel mee in het supranationaal idee
Jaren 70: begin van de Europese Politieke en Monetaire samenwerking
- Op informele basis toch gaan samenwerken
- Intergouvernementeel
Jaren 80: nieuwe impulsen voor de Europese integratie in het kader van de EEG:
- Europese Akte (1986):
Eerste substantiële herziening van het Verdrag van Rome
Oorspronkelijk verdrag ter oprichting van de EEG in 1957
Waarom was dit noodzakelijk?
Omdat men merkte dat de gemeenschappelijke markt (= interne
markt) die men beoogde bij de oprichting van de EEG moeilijk te
realiseren was
Institutionalisering van de Europese Politieke Samenwerking
Nieuwe impulsen voor de economische integratie: interne markt voltooid tegen
31 december 1992
Nieuwe impulsen en methoden om de interne markt te realiseren
Uitbreiding bevoegdheden van het Europees Parlement in besluitvorming
(samenwerkingsprocedure)
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annelienvdh99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.