BW OV2: Hoe maakt de ondernemer het ondernemingsplan operationeel?
Samenvatting Economie Thema 1 OV1
Tout pour ce livre (3)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Economie
5
Tous les documents sur ce sujet (1241)
Vendeur
S'abonner
kimcornelissen2004
Aperçu du contenu
Economie examen 5 havo
Jong en oud:
H1
Het is een gevangenen dilemma als
Beide groepen een dominante strategie hebben.
En de dominante strategie niet de best mogelijke oplossing is.
Bindende afspraak - Een afspraak waar je niet van af kunt of niet onderuit kunt. In de speltheorie:
men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.
Meelifter - Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.
H2
Sparen is het uitstellen van consumptie en lenen is het vervroegen van consumptie. Er wordt geruild
over de tijd. Geld verdienen en geld uitgeven gebeuren in verschillende periodes. Als je geld leent,
moet je rente betalen en als je spaart, ontvang je rente.
Stroomgrootheid - Iets dat over een bepaalde periode, een maand of een jaar, worden gemeten.
Stroomgrootheden staan bijvoorbeeld voor een bepaald bedrag op de resultatenrekening
genoteerd, zoals de omzet en loonkosten.
Voorraadgrootheid - Iets dat op een bepaald moment of tijdstip wordt gemeten, zoals het spaargeld
dat je op 1 januari hebt.
Algemene heffingskorting - Een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de te betalen loonheffing
voor iedereen.
Gemiddelde heffingsdruk - Loonheffing als percentage van het brutoloon. Inkomensheffing als
percentage van het bruto-inkomen.
Nettoloon - Loon na aftrek van belastingen en sociale premies.
Marginaal tarief - Het percentage belasting dat je betaalt over extra verdiend inkomen, dus over je
laatst verdiende euro.
Primaire inkomens - Inkomens (loon, rente, huur, pacht en winst) die verdiend worden in het
productieproces
Premie volksverzekeringen - Het bedrag dat je (verplicht) betaalt aan de volksverzekeringen (AOW,
Wlz, AKW en Anw)
, Nivellering - Het kleiner worden van de relatieve inkomensverschillen.
Denivellering - Het groter worden van de relatieve inkomensverschillen.
Degressief belastingstelsel - Een belastingstelsel waarbij het gemiddelde belastingpercentage daalt
als het inkomen toeneemt
Proportioneel belastingstelsel - Een belastingstelsel waarbij alle inkomens hetzelfde percentage
belasting betalen. Het gemiddelde belastingpercentage is voor iedereen gelijk.
Progressief belastingstelsel - Een belastingstelsel waarbij het gemiddelde belastingpercentage stijgt
als het inkomen toeneemt. Een belastingstelsel waarbij de hogere inkomens een hoger gemiddeld
belastingpercentage betalen dan de lagere inkomens.
H4
Secundair inkomen = primair inkomen – ingehouden belastingen en sociale premies + uitkeringen en
subsidies.
Cumuleren - Het voorafgaande erbij optellen. Optellen van percentages van laag naar hoog.
Deciel - 10% van een groep mensen
Kwintiel - 20% van een groep mensen.
Lorenzcurve - Een grafiek die de (on)gelijkmatigheid van een verdeling weergeeft, bijvoorbeeld van
de verdeling van het totale inkomen over personen of huishoudens.
Solidariteit - Saamhorigheid of gemeenschapszin. Je bent solidair als je het belang van de groep
boven het (financieel) eigenbelang stelt.
Het primaire inkomen ligt bij een Lorenz curve verder van het midden af dan de secundaire
inkomens.
H5
Toegevoegde waarde = omzet – inkoopwaarde grondstoffen en hulpstoffen of loon + huur + pacht +
rente + winst.
H6
Asymmetrische informatie - De ene partij beschikt over meer informatie dan de andere partij. Doet
zich bijvoorbeeld voor bij verzekeringen wanneer de ene partij meer weet (van de kans op schade)
dan de andere partij.
Averechtse selectie - Houdt in dat de mensen met een hoog risico (‘slechte risico’s’) zich wel
verzekeren en de mensen met een laag risico (‘goede risico’s’) niet. Terwijl een verzekeraar
voorzichtige personen (goede risico’s) wil, selecteren ze onvoorzichtige personen (slechte risico’s).
Voor voorzichtige of risicomijdende mensen zullen de kosten van verzekeren hoger zijn dan de
verwachte uitkering.
Eigen risico - Het bedrag dat je als verzekerde zelf moet betalen bij schade.
Moreel wangedrag - Het gevaar dat mensen of instellingen zich achteloos en onverantwoordelijk
gaan gedragen, als ze zelf niet opdraaien voor de kosten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimcornelissen2004. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.