Dit is een samenvatting voor het vak theoretische en historische grondslagen van de psychologie in het tweede bachelorjaar psychologie aan de VUB. Het is gebaseerd op de lessen gegeven door professor Van Den Broeck. Met deze samenvatting was ik geslaagd voor het examen, het is duidelijk en volledig...
o Wetenschap, geschiedenis en psychologie:
• Verwondering als basis van filosofie (Plato) en wetenschap
¨ Psychologie komt als één van de laatste wetenschappen los van de filosofie (19de eeuw)
à Filosofie = moederdiscipline
• Psyche-logos: studie van de ziel (geest)
• Hoe kennen we de wereld? (epistemologie): gewaarwording, perceptie, geheugen, denken
= cognitieve psychologie
• Ethiek: hoe moeten we ons gedragen? (Visie op menselijke aard)
¨ Zijn mensen goed van nature uit?
¨ Zijn mensen van nature sociaal?
¨ Hoe leiden we een ‘goed’ leven?
• Ethiek in psychologie:
¨ Wetenschappelijke psychologie: motivatie, emotie, sociaal en seksueel gedrag
¨ Toegepaste psychologie: overheid, bedrijven, klinisch
• Biologie: inspiratiebron voor het ontstaan van psychologie
¨ Verhouding tussen de geest en hersenen
¨ Evolutieleer: wat is de aanpassingswaarde van de geest?
¨ Cognitieve neurowetenschappen
o Beeld van de moderne wetenschap:
• De Newtoniaanse stijl van aan wetenschap doen:
¨ Beperkt aantal wetten formuleren waarvan geobserveerde regelmatigheden in de natuur
kunnen afgeleid worden.
à Die wetten zijn een soort korte samenvatting van wat men empirisch qua regelmatigheden
observeert.
¨ Newton weigert een verklaring (achterliggend mechanisme) te verzinnen voor wet van de
zwaartekracht
à Volgens Newton verlaat je dan de weg van de wetenschap
• Positivisme:
¨ Comte: observeerbare feiten (descriptie), geen hypothetische verklaringen
¨ Blijf bij de feiten en niet verder gaan
¨ Wetten zijn samenvattingen van observaties, geen essenties van de natuur (geen
achterliggende essenties)
¨ Predictie en controle
¨ Comte: ook toepassen op de samenleving (sociologie)
¨ Bv. het Nazisme en het communisme: zeer positivistisch qua denken
¨ Ook sciëntisme genoemd
à De opvatting dat wetenschap alle problemen zou kunnen oplossen
à Op zich geen wetenschappelijke stelling en waarschijnlijk onjuist
o Soorten verklaringen:
• Deductief-nomologische verklaring
¨ Nomologisch: nomos = wet
¨ Deductief = afleiden uit
¨ Eens dat je de theorie of wetmatigheden kent kan je allerlei dingen afleiden
• Hermeneutisch begrijpen
¨ = de verstehende benadering (begrip hebben voor)
¨ Vooral vanuit de context redeneren
• Functionele en teleologische verklaringen
¨ Komt heel sterk naar boven in bv. de biologie
à Vaak naar functies verwijzen (waarvoor dient iets?)
¨ Teleologische verklaringen = verklaringen vanuit doelen
• Causale benadering: achterliggende mechanismen
¨ Toch belangrijk (tegenovergesteld met wat Newton zei)
¨ Causaliteit = oorzakelijkheid
o Problemen met D-N model:
• Hoe vinden we algemene wetten? Inductie (klassiek antwoord)?
¨ Inductie bv. “alle kraaien zijn zwart”
¨ Maar inductieprobleem niet opgelost: je kan nooit zeker weten dat we ooit toch eens een
witte kraai gaan tegenkomen
¨ Er is meer nodig dan puur observatie
, • Geen onderscheid tussen echte wetmatigheden en accidentele veralgemeningen (alle munten in mijn
zak zijn van koper)
¨ We missen noodzakelijkheid, veroorzaking (hierdoor kan je het onderscheid niet maken)
• Observaties zijn niet theorie-neutraal
¨ Theorie creëert eigen fenomenen (theorie fungeert als een soort bril)
à Door je theorie ga je je aandacht vestigen op bepaalde soorten feiten en niet op andere
à De theorie doet je bepaalde dingen zien en andere dingen niet
• Eis van verifieerbaarheid: dispositionele termen?
¨ Vb. Van dispositionele termen: breekbaar, oplosbaar, brandbaar, intelligent
à Ga je afleiden uit bv. testen of bepaald gedrag
à = Een eigenschap van een persoon die hem in staat stelt om bepaalde dingen goed te
kunnen doen
¨ Probleem: bv. breekbaar à Is dat wel gegeven?
¨ Vandaar eis van confirmatie: elke wetenschappelijke uitspraak moet empirische
consequenties hebben
• Deductie is puur formele relatie
¨ Niet elke deductie is een verklaring
¨ Bv. bij een vlaggenstok
à De stand van de zon ter hoogte van de vlag VERKLAARD de lengte van de schaduw
à Maar omgekeerd: de schaduw en de hoogte van mijn vlag VOORSPELD de stand van de
zon, maar verklaard het niet
• Achterliggende, causale, modale termen vereist!
o Redenen vs. verklaringen:
• Acties/gedragingen verklaren in de psychologie?
¨ Moeilijk om objectief operationeel te definiëren (bv. een arm opheffen
à Dat kan veel betekenen)
¨ Gedrag is moeilijk te scheiden van de context (je hebt een bredere context nodig om gedrag
te verklaren)
• Veel termen in de psychologie dragen al een interpretatie:
¨ Bv. attitude, rol, onbewuste… staan niet los van een theorie
• Mensen geven redenen voor hun gedrag (geen verklaringen): ‘common sense’ of’ folk psychology’
¨ Waarom sloeg hij de deur dicht? (Was hij boos? Ging het perongeluk?)
• 3 posities:
1. Radicale materialisten: dergelijke redenen zijn niet nodig, alleen kijken naar neuronale
(achterliggende) processen
2. Redenen opvatten als oorzaken? Mentale gebeurtenissen die observeerbare gedragingen
veroorzaken
3. Redenen toch onherleidbaar? Toch van een andere orde
à De hermeneutiek
o Hermeneutisch begrijpen:
• Menselijk gedrag vergt ‘a thick description’
¨ Bredere, betekenisvolle (culturele) context van gedrag is noodzakelijk om het gedrag te
kunnen begrijpen
¨ Bv. knipperen met ooglid (kan verschillende dingen betekenen)
• Sociale wetenschappen vergen een andere methodologie dan natuurwetenschappen: methodestrijd
¨ Naturwissenschaften vs. Geisteswissenschaften
• Verstehen (= begrijpen) als methode: ideografisch (het individu) vs. nomothetisch
¨ Bv. geschiedenis: betekenissen en intenties van unieke personen in hun culturele context
¨ Vergt empathisch begrijpen van degene die interpreteert
¨ Kunnen inleven in de beweegredenen van andere mensen
• Idee van unieke methode voor humane wetenschappen
¨ Hermeneutische cirkel: cyclus tussen de bredere culturele achtergrond begrijpen en details
van cultuurproduct
¨ Bv. bij diagnostiek: om een persoon te begrijpen zal je aan de ene kant testen afnemen, maar
om de gegevens van die testinstrumenten goed te kunnen begrijpen heb je ook de bredere
context van wat je weet over die persoon nodig. Ook om die bredere achtergronden wat meer
zin te geven heb je ook de details nodig.
• Psychologie ligt op grens tussen respectabele wetenschap en ‘human interest’
¨ Bv. in psychotherapie: Rogeriaans en psychoanalytisch vs. gedragstherapie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ranikemps. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.