Taak 1
- WEIRD
- Cultuur
o Cognitieve verschillen
o Aandacht en perceptuele verschillen
- Drie vormen van cultuur
- Experimenten
- Hersengebieden
Taak 2
- Concepten
o strategieën
- Categorieën
- Theorieën over categorieën
o Klassieke theorie
o Prototype theorie
o Exemplaar based...
COGNITION Visual perception and object recognition
Tout pour ce livre (12)
École, étude et sujet
Maastricht University (UM)
Bachelor Psychology
Complex Cognition (2122PSY2021)
Tous les documents sur ce sujet (18)
1
vérifier
Par: umpsychologie1 • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
StudentFPN
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting alle taken
Hersengebieden
Taak 1 Otsukaresama deshita (WEIRD)
Otsukaresama deshita is een zin die Japanners gebruiken wanneer ze klaar zijn met werken en
elkaar groeten.
WEIRD= Westers, opgeleid, geïndustrialiseerd, rijk en democratisch.--> deze groep wordt vaak
gebruikt bij onderzoeken terwijl dit maar een heel klein deel van de wereld is en meer gezien kan
worden als outliers dan als representatief beeld van de mens.
Cultuur= collectie van onafhankelijke variabelen zoals taal etc.
- Culturele syndromen= patroon van gedeelde attitudes, overtuigingen, categorisaties en
waarden dat georganiseerd is rond een thema dat kan worden geïdentificeerd onder degene
die een bepaalde taal spreken, tijdens een specifieke historische periode en in een
definieerbare geografische regio.
- Culturele universality= overtuiging dat cognitieve praktijken, overtuigingen, competenties en
capaciteiten niet verschillen van cultuur tot cultuur, maar gemeenschappelijk zijn voor de
mensheid
- Culturele relativisme= overtuiging dat cognitieve praktijken, overtuigingen, competenties en
capaciteiten verschillen van cultuur tot cultuur, afhankelijk van taken en contexten die
specifiek zijn voor een cultuur.
-
Westen Oosten
Individualistisch Collectivistisch
- Minder en niet zo complexe relaties - Betrokken bij meerdere complexere
- Waarderen autonomie relaties
- Onafhankelijk, daardoor hebben ze - Passen hun acties aan op andere om
aandacht voor objecten die aansluiten frictie te vermijden
bij hun eigen doelen - Zien zichzelf als onderdeel van een
- Zien objecten fysiek en sociaal maar groter geheel (holistisch) → Tao
ook gescheiden en onderscheidend van principe= in harmonie leven met het
elkaar oneindige universum, en zo vrede
hebben met alles wat is. (yin en yang)
Analytisch → regels Holistisch → relaties tussen objecten en
gebeurtenissen in het veld
Cognitieve verschillen
Causale attributies: schrijven de oorzaak van Causale attributie: schrijven de oorzaak van
een voorval toe aan iemand zijn een voorval toe aan de omgeving.
karaktereigenschappen of werking van object - Dieren; gedrag komt door externe
- Dieren; gedrag komt door interne factoren (andere vissen)
factoren
Voorspellingen: zien gedrag als iets dat intern Voorspellingen: Zien gedrag als iets dat wordt
door de persoon wordt veroorzaakt veroorzaakt door de rest van de groep
, Logic vs. Dialectics: Willen dat een partij wint Logic vs. Dialectic: Gaan akkoord met een
en maar een partij gelijk heeft middenweg of met waarheid in beide
uitspraken zien
Categoriseren: classificeren op basis van regels Categoriseren: Classificeren op basis van relatie
categorieën (Bijv. zetten de koe en kip bij elkaar of familie (Bijv. zetten de koe en gras bij elkaar
want zijn beide dieren) want dat eet die)
Aandacht en perceptie verschillen
Detection of covariation: zagen minder snel Detection of covariation: zagen snel een
een covariatie tussen objecten (als ze controle covariatie tussen objecten
kregen over de interval werd het verschil met
Chinezen minder)
Field dependence: (hoe je naar je omgeving Field dependence: (hoe je naar je omgeving
kijkt) hebben meer de focus op brandpunt kijkt) Kijken meer naar de gehele omgeving
objecten. Hierdoor categoriseren we sneller en (holistisch) dan alleen naar één object. Dit
voegen regels en causale attributies eraan toe. moedigt aan om relaties en veranderingen op
- Rod and frame test→ minder beïnvloed te merken, en causale attributies in termen van
door positie van het frame context en distale krachten te zien.
- Rod and frame test→ beïnvloed door
positie van het frame
Aandacht voor het veld: aandacht voor Aandacht voor het veld: aandacht voor het veld
opvallende kenmerken (snelheid, maat, felle (vloer etc.)
kleuren) - Meer beïnvloed door achtergrond
Change blindness: geproduceerd door een Change blindness: geproduceerd door een
automatische neiging van het zenuwstelsel om automatische neiging van het zenuwstelsel om
twee sterk op elkaar lijkende scènes om te twee sterk op elkaar lijkende scènes om te
zetten in een enkele scène zetten in een enkele scène
- Merkte verschil in brandpunt objecten - Merkte sneller het verschil in
achtergrond of contextuele objecten
Affordances in de omgeving: Affordances in de omgeving:
omgevingsfactoren dragen bij aan de omgevingsfactoren dragen bij aan de
gewoontepatronen van mensen gewoontepatronen van mensen
- Minder dubbelzinnige foto’s en minder - Meer dubbelzinnig en bevatten meer
elementen elementen dan Westerse
Lage horizon (focus op objecten) Hoge horizon (breed perspectief)
Stabiliteit Verandering
→Het verschil komt door verschillende sociale systemen tussen Oost en West, die er op vandaag
nog steeds zijn.
→De kijk naar één object (westen) of naar de omgeving (Oosten) komt vaak door economische
factoren. Oost moesten de boeren veel samenwerken en in West deden ze jagen en koken vaak
alleen omdat ze in bergen woonden (leid tot persoonlijke doelen).
Drie vormen van cultuur
Sociale klassen (inkomsten, opleidingsniveau en subjectieve sociale status)
- Arbeidersklasse zijn meer onderling afhankelijk dan middenklasse
- Zien het zelf als onderling verbonden en overlappend met andere die dichtbij hun staan
- Arbeidersklasse hebben mindere voorkeur voor keuzes die uniekheid uitdrukken, lagere
levels van narcisme.
, - Arbeidersklasse leggen sneller nadruk op rol van context en situationele invloeden en
beperkingen bij het redeneren over de oorzaken van gebeurtenissen in samenleving of acties
van individu
→sociale klasse kan belangrijk onderdeel zijn in het begrijpen hoe culturen in loop van tijd
veranderen (individualisme-collectivisme)
Regionale culturen (verschillen binnen land in een werelddeel)
- Staten variëren in hun individualisme en collectivisme en in hun strak-en-losheid
- Vrijwillige schikkingshypothese= stelt dat de grenzen mensen aantrekken met een meer
onafhankelijke oriëntatie en dat de omstandigheden van het grensgebied onafhankelijke
normen voeden die nu nog bestaan → migratie naar en vestiging van grens regio’s kunnen
effect produceren in verschillende samenlevingen.
- Verschillen in regio’s hun economische activiteit kan ook leiden tot verschillen in culturen.
Sommige zijn meer onderling afhankelijk en hebben holistische neigingen (Bijv. rijst
agricultuur in China waar ze veel samenwerken)
Religie
- Religies verschillen in aspecten van cognitie → komen door variatie in individualisme en
collectivisme in deze religieuze groepen
- Religie heeft invloed op work ethic en moreel oordeel. Door de theologie/godsgeleerdheid
worden culturen beïnvloed
- Een universele kijk op het functioneren van religie:
o Religie gebruikt cognitieve capaciteiten die blijkbaar geëvolueerd zijn om adaptieve
problemen op te lossen (zoals beheren van sociale relaties en vermijden van ziekten)
o Religieuze groepen evolueerde grote enge moraliserende goden om de problemen
op te lossen van mensen die niet elkaars gedrag kunnen volgen
- Religie kan gelinkt zijn aan vertrouwen; geven aan goed doel of naleven van religieuze
dieetbeperkingen zorgen beide voor toename van vertrouwen
- Sommige religieuze overtuigingen en gedragingen is cultureel alom vertegenwoordigd, het is
dus nog niet duidelijk waarom er dan toch zoveel verschil is in religieus gedrag en concepten
tussen culturen.
Experimenten:
- Staaf en frame / rod and frame test= Een staaf binnen in een frame (frame die scheef staat),
dit bewoog en ze moesten zorgen dat de staaf recht stond
o Amerikanen hadden minder moeite hiermee omdat ze naar het object (staaf) kijken
en dus niet afgeleid raken door het geheel (scheve frame)
o Chinezen hadden meer moeite omdat ze wel naar het geheel (frame) kijken
- Covariatie= mate waarin twee variabelen samenhangen
o Chinezen zien meer covariatie wanneer ze een relatie tussen objecten bepalen
- Underwater scenes= In een druk aquarium worden de vissen veranderd
o Amerikanen hebben minder moeite met het herkennen van verandering bij de vissen
omdat ze meer focussen op de details los
o Chinezen zagen het niet omdat ze naar het geheel kijken (ook achtergrond, planten
etc.) = Change blindness
- Portretten= test bij het maken van een portret
o Amerikanen maken een foto van het hoofd (focus op gezicht)
o Japanners maken een foto van hele lichaam en achtergrond (geheel)
, Hersengebieden
Culturele effecten van zelfpresentatie was voornamelijk zichtbaar in medial prefrontal cortex
activiteit
- Chinezen gebruiken medial prefrontal cortex om zichzelf te vertegenwoordigen en de
moeder (dichtstbijzijnd persoon) → onderling afhankelijker
o Ze hebben overlappende neurale substraten die hun onderling afhankelijke zelf en
hun hechte anderen om hun heen onderhouden
o De anterieure cingulate cortex (ACC) werd geactiveerd → wanneer mensen denken
aan hun eigen fysieke uiterlijk of hun eigen gezicht zien (ook gelinkt aan emotionele
zelfcontrole
o Bij Chinezen werd ook de linker frontal cortex geactiveerd bij zelfoordeel in
vergelijking tot oordelen van anderen (dit gebeurde niet bij Westerse)
- Westerse gebruiken medial prefrontal cortex om alleen zichzelf te vertegenwoordigen → zijn
onafhankelijker
o Ze hebben unieke neurale substraten die hun onafhankelijke zelf regelen
o De anterieure cingulate cortex (ACC) werd geactiveerd →wanneer mensen denken
aan hun eigen uiterlijk of hun eigen gezicht zien (ook gelinkt aan emotionele
zelfcontrole)
→neuro image bewijs laat zien dat de Westerse zelf en Chinese zelf anders is van elkaar op neuraal
level en suggereert dat cultuur de functionele neuroanatomie beïnvloed van zelf-representatie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentFPN. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.