Samengevat is alle verplichte literatuur van het eerste thema over internaliserende problematiek. Inclusief aantekeningen uit plenaire en hoor colleges én uitwerkingen van de relevante interventies. De stof van het NJI en van Bosmans, Nauta, NIP, Weisz en Rasing.
Week 2: Verplichte literatuur internaliserende problemen
Leerdoelen:
1. Wat is Internaliserende problematiek?
2. Wat kan een orthopedagoog doen (Interventies) en op wie richt de interventie zich?
3. Welke aandachtspunten zijn er bij het werken met adolescenten?
4. Wat is het bewijs voor het handelen van de orthopedagoog bij internaliserende
problematiek (effectstudies)?
5. Mag je modules van verschillende interventies zomaar samenvoegen (modulair vs.
Protocollair werken)?
Literatuur:
NJI (2020). Soorten effectonderzoek
H11: Bosmans & Braet (2018). Ontwikkelingen binnen de cognitieve gedragstherapie
bij kinderen en adolescenten In Prins, Bosch & Braet, Methoden en technieken van
gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen. (pp. 269-275)
H4: Nauta & Scholing (2018). Anti-angsttechnieken. In Prins, Bosch & Braet.
Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2016). JGZ-richtlijn angst
NIP, NVO en BPSW (2017). Richtlijn stemmingsproblemen
Weisz, et al. (2015). Shrinking the Gap between Research and Practice: Tailoring and
Testing Youth Psychotherapies in Clinical Care context.
Rasing, Stikkelbroek & Cremers (2018). Depressieve adolescenten, een zorg opzich.
GZ- Psychologie
Interventies Zie apart document voor uitgebreide uitwerking
Denken + doen = durven
Je bibbers de baas
Kinderen uit de knel
Praten online
Vrienden
Leerdoel 1: Wat is internaliserende problematiek?
Angst
H4: Nauta & Scholing (2018). Anti-angsttechnieken. In Prins, Bosch & Braet.
Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
De DSM-5 deelt stoornissen met angst als belangrijk symptoom in, in drie hoofdgroepen:
1. De angststoornissen; met onder meer de separatiestoornis, specifiek fobie, sociale
angststoornis, paniekstoornis, agorafobie en generaliseerde angststoornis.
2. 2. De obsessief-compulsieve en gerelateerde stoornissen (OCGS); met onder meer de
obsessief-compulsieve stoornis, de morfodysfore stoornis en de verzamelstoornis.
Kenmerkend voor deze stoornissen is dwangmatig gedrag, naast gevoelens van angst
of spanning. In behandeling moet aandacht worden besteed aan verminderen van
dwangmatig gedrag, omdat dit gedrag is bedoeld om angst te vermijden of te
verminderen.
3. De trauma- en stressorgerelateerde stoornissen; met onder meer de posttraumatische
stressstoornis (PTSS) en de acute stressstoornis. Kenmerkend voor deze stoornissen
zijn herbelevingen aan de traumatische gebeurtenis en vermijding van stimuli die
daaraan doen denken. In behandeling moet expliciet aandacht worden besteed aan de
vermijding van de indringende beelden.
1
,Wanneer is angst nu normaal of afwijkend? Uit onderzoek kwamen meerdere resultaten naar
voren:
Jongere kinderen zijn eerder angstig voor concrete stimuli in de directe omgeving
(donker, vreemden, honden).
Oudere kinderen zijn vaker angstig voor abstracte of globale stimuli (falen, pijn) en
rapporteren meer anticipatieangst.
Over het algemeen neemt de angst af als kinderen rond de tien jaar zijn, om
vervolgens weer licht te stijgen rond het vijftiende jaar.
Bij kinderen is de prevalentie van angststoornissen bij jongens en meisjes ongeveer
even hoog.
Vanaf de puberteit tot in de volwassenheid komen angststoornissen meer voor bij
vrouwen (1:2) dan bij mannen (1:3).
Bepalend bij de vraag of het kind professionele hulp nodig heeft, is de afweging of de
angst het dagelijks leven negatief beïnvloedt en of de angst de normale ontwikkeling
van het kind bedreigt.
Antwoord leerdoel 1: Wat is internaliserende problematiek?
Bij internaliserende gedragsproblemen is er over-controle over de emoties; ze worden naar
binnen gericht en leiden tot innerlijke onrust. Typische internaliserende problemen zijn
sociale teruggetrokkenheid, angst, depressie en psychosomatische klachten.
Leerdoel 2: Wat kan een orthopedagoog doen (Interventies) en op wie richt
de interventie zich?
Cognitieve gedragstherapie
H11: Bosmans & Braet (2018). Ontwikkelingen binnen de cognitieve gedragstherapie
bij kinderen en adolescenten In Prins, Bosch & Braet, Methoden en technieken van
gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen. (pp. 269-275)
Cognitieve gedragstherapie (CGT) heeft zich de afgelopen jaren veel ontwikkelt, er zijn een
aantal trends te merken:
1. Er zijn steeds meer toepassingsgebieden waarop methodiek uit de CGT bruikbaar lijken
voor kinderen en adolescenten: naast de toepassingen voor klachten als angst en
depressie blijken de methodieken ook bruikbaar om lijden te verminderen bij
traumatische ervaringen, rouw, slaapproblemen, selectief mutisme, tics, zelfverwonding,
bipolaire stoornissen en pediatrische klachten. Én ook bij jonge kinderen (vijf tot zeven
jaar) Of kinderen met ontwikkelingsproblemen (bijv. autisme). Verder zijn er meer
toepassingsmogelijkheden bij forensische populaties, culturele minderheidsgroepen en
in niet-westerse landen. CGT technieken kun je meestal ongewijzigd toepassen. voor
de meeste toepassingen zijn aparte protocollen. Leerdoel 5: Toch zijn CGT
technieken vaak net niet klachtgericht, daarom kunnen ze makkelijk in modulaire
programma’s en trans-diagnostische behandelingen worden opgenomen.
2. Het zoeken naar het best passende format voor het behandelen van kinderen, hiervan
staan een aantal punten ter discussie:
o De gewoonte om wekelijks samen te komen, het wordt steeds vaker vervangen
door intensievere (zomerkamp) of minder intensieve vormen. Sommige
varianten zitten nog in de verkenningsfase. Verder onderzoek moet laten zien
wat het meest effectief is.
o Wat zijn de voordelen van groeps- boven individuele behandeling wat betreft
effectiviteit?
2
, o De additionele rol van medicatie of placebopillen hiervoor zijn wisselende
bevindingen afhankelijk van de klacht
o Zijn de effecten van CGT uit het lab ook in de klinische praktijk bruikbaar (
zie bron Weisz). De zoektocht naar het passende format is gestart om de kloof
tussen universiteit en werkveld te overbruggen
1. Inschakelen van digitale ondersteuning of digitale deelbehandeling in CGT bij kinderen:
dit kan in de vorm van digitale CGT-bibliotherapie als ondersteunende psycho-educatie,
maar ook om thuis mee te oefenen, de mogelijkheden lijken eindeloos.
Sommige behandelingen CGT steunen niet meer op klassieke technieken: er is bijvoorbeeld
steeds meer interesse voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) bij
kinderen/jongeren met trauma’s. dit geld ook voor programma’s om informatie
verwerkingsprocessen te veranderen met Cognitieve Bias Modification. Vaak zijn deze
trainingen digitaal en gaan over specifieke klachtgebonden trainingsstimuli (bijv. voedsel of
alcohol). Men traint dan de overgefocuste aandacht weg, traint de negatieve betekenis weg en
gaat meer richting een positieve betekenis.
Ook zijn er nieuwe stromingen van CGT bij kinderen, ook wel de 3e generatie behandelingen
genoemd. er komen diverse boeken op de markt over technieken als acceptence en
commitment, mindfulness of compassion focused behandelingen. Een andere ontwikkeling is
de toenadering vanuit andere therapeutische invalshoeken, waaronder context gerichte
behandelingen. In tegenstelling tot klassieke mediatieprogramma’s waarbij via ouders
gedragingen worden aangepakt gaat men in sommige onderzoekslijnen nog verder door de
aard van de relatie tussen ouder en kind of tussen gezinsleden te onderzoeken en bij te sturen.
Nieuwe therapeutische modules worden voorgesteld die meerwaarde zouden hebben voor
kinderen en jongeren die begeleid worden door een cognitieve gedragstherapeut. Deze
modules verschillen onderling in de mate waarin ze hun ingang hebben gevonden in
gedragstherapie met kinderen en jongeren. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze gezien
kunnen worden als beloftevolle aanvullingen op punten waar huidige CGT nog onvoldoende
antwoord kan bieden.
Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
Dit is een van de eerste derdegraads gedragstherapeutische stromingen. Hij is bij
volwassenen én kinderen geëvalueerd. Meerwaarde van ACT is dat er een sterke focus is op
de experiëntele component. ACT heeft als uitgangspunt dat psychopathologie zich ontwikkelt
als gevolg van problematische pogingen om controle te krijgen over ongewenste ervaringen
en gevoelens (zoals woede en angst). ACT helpt de cliënt een meer accepterende houding aan
te nemen ten opzichte hiervan. Om vervolgens gedrag voor te stellen dat meer in
overeenstemming is met de echte levensdoelen en waarden in plaats van alleen in haar hoofd
te leven. Er wordt gebruik gemaakt van metaforen, paradoxale interventies en technieken
vanuit mindfulness. Voorbeeld metafoor: drijfzand, waarbij tegenstribbelen en losvechten
juist nadelig is. Componenten van ACT bij kinderen zijn:
1. Fase 1 binnen ACT: Creatieve Hopeloosheid: De therapeut en kind bekijken de aard van
de worstelingen van het kind én wat het kind al gedaan heeft op het op te lossen. Er
wordt gekeken welke korte termijn voordelen het gedrag heeft en wat de lange termijn
effecten zijn. Tevens wordt besproken wat belangrijke doelen zouden zijn in het leven
en samen met de therapeut komt het kind tot besef dat zijn inspanningen kunnen
interfereren met zijn waarden en doelen.
2. Fase 2 binnen ACT: Controle is het probleem: hier wordt gekeken naar de worstelingen
en hoe die samenhangen met de inspanningen om niet geconfronteerd te worden met
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anneeeltink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.