CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE – HENRY OTGAAR
INLEIDING
Onderzoek naar psychologische fenomenen die relevant zijn in de criminologie, rechtbank,
forensische context. Het begrip criminologische psychologie is zeer divers. Het wordt bijna enkel in
België gehanteerd.
Thema’s kunnen zijn zoals het interviewen van verdachten, professionals trainen, hoe betrouwbaar
zijn de verklaringen van getuigen, slachtoffers en verdachten …
Relatie tussen psychologie en misdaad kent meerdere namen
- Rechtspsychologie (vooral focus op geheugen, het cognitieve)
- Forensische psychologie (vooral focus op klinische, benaderen van gedrag, zorgperspectief,
behandeling, patiënt)
- Criminologische psychologie
Een aantal series die te maken heeft met criminologische psychologie is: don’t fuck with cats & night
stalker. THE INNOCENCEFILES veel thema’s uit de les komen in deze film voor!
Michael Jackson werd vaak in zijn leven beschuldigd van misbruik. Maar zijn deze verklaringen wel
betrouwbaar? Kunnen we deze gebruiken? Zijn ze volledig of pas in sommige gevallen al dan niet
betrouwbaar?
WAT IN DE LES? Een aantal onderwerpen verbonden aan een rechtszaak. BLOKBOEK: zaak Picasso: de
rechtszaak is een fictieve zaak gebaseerd op echte zaken. Dit is bedoeld om alle verschillende
onderwerpen te linken aan elkaar. Er is een samenhang te zien. Deze onderwerpen staan niet los van
elkaar! Deze zaak dient niet gekend te zijn. Het is illustratief om de onderwerpen te linken met elkaar
en met de praktijk.
Wat moet je kennen? Alles van de colleges / artikels van op Toledo / video’s, filmpjes, workshops /
onderzoek
EXAMEN: meerkeuzevragen met giscorrectie, met 1 openvraag over het verrichten van
criminologisch psychologisch onderzoek
THEMA 1: GESCHIEDENIS VAN DE CRIMINOLOGISCHE
PSYCHOLOGIE
Er is geen 1 duidelijke geschiedenis van de tak van psychologie. Thema’s overlappen vaak met de
rechtspsychologie en forensische psychologie.
Reader: het is vaak begonnen als de psychologie van verklaringen. Het gaat dus om verklaringen die
betrouwbaar zijn. Klopt het wat een getuige zegt of niet. Dat is al eeuwenoud zelfs al voor de 5 de
eeuw voor Christus. Getuigen hebben andere verklaringen over eenzelfde delict. Het idee van
verklaringen zal dus niet altijd kloppen. 1889: Hans Gross keek vooral als psychologie van
ooggetuigenverklaringen. Rond 1905 was er ook een werk over ooggetuigenverklaringen van
Münsterberg. Op hetzelfde moment wat er ook de Duitse psycholoog Stern die vooral keek naar
verklaringen, suggestibiliteit, geheugen. Hij introduceerde voor het eerst drama-experiment/ reality
experiment. Voorbeeld; persoon komt binnen in aula, hij doet wat raar en gaat weg. Professor stelt
vragen zoals welke van de personen was het? Welke kleur van jas had hij? Hoe groot was hij
ongeveer etc. Binet zal verklaren dat personen vatbaar zijn voor suggestieve vragen. Men denkt dat
1
,men het zal meegemaakt hebben maar dat is niet zo. Vanaf de jaren 70-80 komt de psychologie
terug in de kijker te staan na WOI en WOII.
SAMENVATTING READER 1: CRIMINELE PSYCHOLOGIE:
EEN TERUGBLIK
1. DE MATERIËLE WAARHEID: DE HISTORISCHE BRON VAN HET
PROBLEEM
We gaan van een accusatoir strafstelsel naar een inquisitoir strafstelsel. In de 14-15de eeuw was de
formele waarheid omtrent wat er al dan niet gebeurd is niet meer van belang (de waarheid zoals de
burgerlijke partijen aangeven). Er komt plaats voor de vaststelling van de materiële waarheid. De
vaststelling van wat er werkelijk is gebeurd door overheidsorganen. Zo ontstonden tal van:
Procedures
Zoektocht om waarheid te rationaliseren
Uitgebreid stelsel van middelen
o Gewone bewijsmiddelen (verhoor van getuigen)
o Buitengewone bewijsmiddelen (geheime vooronderzoek en pijnbank)
In de 18de eeuw kwamen de buitengewone bewijsmiddelen in diskrediet. Ze strookten niet met de
waarden en normen in het verlichtingsdenken over het strafrecht. Een belangrijke Nederlandse critici
was Daniël Jonktys die een tal van argumenten en voorbeelden demonstreerde dat de pijnbank in
veel gevallen een volstrekt ongepast en ongeschikt middel was om de waarheid te achterhalen. Dit
omwille dat vele gepijnigden achteraf het delict niet hadden gepleegd of omdat ze mededaderschap
aanwezen naar personen die achteraf niets met het delict te maken hadden.
De buitengewone bewijsmiddelen en dus ook de pijnbank verdwenen. Maar het achterliggende
probleem van de waarheidsvinding: het vinden van de materiële waarheid bleef bestaan. In de
eerste helft van de 19de eeuw ontstond er literatuur met grote aandacht voor de problemen met
betrekking tot betrouwbaarheid van verklaringen van verdachten en getuigen in strafzaken. Onder
invloed van Philippe Pinel en andere Franse psychiaters kwam er ook aandacht voor geesteszieken.
Wat moeten we doen met verklaringen die worden afgelegd door geesteszieken?
Tegelijkertijd ontstonden er ook in Frankrijk en Duitsland politiechefs die boeken schreven over de
soorten misdadigers waarmee zij in de grote steden te maken hadden en over de manier waarop de
politie zich moest opstellen. Er ontstond als het ware een ‘verhoorpsychologie’ waar het verhoor van
verdachten en getuigen gethematiseerd werd.
In het laatste deel van de 19de eeuw was er de opkomst van de zogenaamde moderne criminologie
en criminalistiek. De bekende Cesare Lombroso met de geboren misdadigers, met later over misdaad
en misdadigers in het algemeen. Daarnaast Hans Gross met zijn studies over de opsporing en later
het rechtelijk verhoor in strafzaken.
2. WAAROM EEN TERUGBLIK?
De eerste reden is dat er de misvatting bestaat dat literatuur over waarneming, geheugen en
verklaring in strafrechtelijk verband, dat men dit zien als fenomenen van vrij recente datum. Maar dit
is degelijk niet het geval. Vanaf het einde van de 19 de eeuw tot 1930 was er grote aandacht voor deze
bloeiende tak van wetenschap in Duitsland. Dit werd later via verschillende wegen overgebracht naar
de VS en maakte daar vervolgens ook een eigen ontwikkeling door.
2
,De tweede reden is dat de vroegere Duitse criminele psychologie via vertaling van leerboeken etc.
veel invloed heeft gehad in Europa. Denk maar aan opsporing en vervolging van misdadigers die we
de dag van vandaag nog steeds zien doorwerken in onze praktijk.
De derde reden is dat deze psychologie vandaag nog altijd nuttig is. Deze wetenschappelijke
inzichten en praktische vraagstukken bevatten een hoge theoretische en beleidsmatige gehalte met
ook een sterke praktische inslag met tal van voorbeelden.
3. CESARE LOMBROSO EN HANS GROSS: DE UITVINDERS VAN
DE CRIMINELE PSYCHOLOGIE
De Italiaanse gevangenisarts Cesare Lombroso stond bekend voor zijn werk ‘de geboren misdadiger’.
Hij geloofde in zo’n atavistisch menstype waar hij keek naar het gevoelsleven. Hij zag bij de geboren
misdadiger volgende kenmerken: fysieke onveiligheid, hoge pijngrens, verregaande morele
ongevoeligheid, die tot uitdrukking komt in gebrek aan mededogen naar andere mensen toe. Op
deze theorie kwam er heel veel kritiek. Lombroso zal later 5 categorieën misdadigers opmaken:
- Geboren misdadiger
- Gewoontemisdadiger
- Passionele misdadiger
- Geestesgestoorde misdadiger
- Gelegenheidsmisdadiger
En dit elk met hun eigen psychische kenmerken die hij toewees. Deze geschriften hebben INVLOED
uitgeoefend op de herdefinitie van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid, hervorming van de
straftoemeting en het gevangeniswezen en op de ontwikkeling van de reclassering.
De invloed op de opsporing en vervolging van misdadigers is naar verhouding veel minder geweest.
De antropometrische opvattingen van Lombroso lagen wel aan de grondslag van de Bertillonnage –
de lichaamskenmerken gebaseerde herkenningsmethode (1980 – Alphonse Bertillon) – de
psychologische opvattingen over misdadigers werden niet gekoppeld aan de manieren waarop
misdadigers kunnen worden opgespoord of aan de voorwaarden waarop zij het beste kunnen
worden verhoord.
De geschriften van Hans Gross hadden daarin tegen juist wel heel veel invloed op opsporing en
vervolging. Dit eerst in Duitsland met daarna in heel Europa en de ganse wereld.
Hij behandelt tal van onderwerpen als de verschillende vormen van misdaad, de sporen die
misdadigers achterlaten op de plaats delict, het gebruik van wapens en geheimtaal etc. Hij schenkt
echter ook al aandacht aan het verhoor van verdachten en getuigen.
Gross wijst op het belang van het verhoor voor de reconstructie van het gepleegde strafbare feit en
voor het antwoord op de vraag wie er verder moet of kunnen worden verhoord. Dit kan het best
worden achterhaald door middel van een rustige, voorzichtige en afgewogen constructie van wat er
heeft plaatsgevonden.
Wanneer het gaat over verhoren van getuigen maakt Gross onderscheid tussen:
a. Getuigen die de waarheid willen spreken
b. Getuigen die de waarheid niet willen spreken
c. Dat de verklaringen van getuigen van elkaar kunnen verschillen, omwille dat ze NIET iets
verschillend hebben waargenomen, MAAR WEL omdat ze op een verschillende manier zijn
verhoord.
3
, De persoon van de verhoorder en zijn verhoormethoden spelen een belangrijke rol in wat de
getuige zal gaan verklaren! Het kan niet los van elkaar worden gezien!
Getuigen die de waarheid willen spreken (a) kunnen heel verschillende verklaringen afleggen over
wat zij hebben waargenomen. Daarom moet er met het volgende rekening gehouden worden
- De opwinding, schrik en angst bij de getuigen
- Het feit dat ze slachtoffer zijn als gevolg van het delict aan hun hoofd zijn gewond geraakt en
buiten bewustzijn zijn geraakt
- De natuur en cultuur van mensen (voorbeeld de verbeelding bij hun waarneming)
- De invloeden van leeftijd, geslacht, rol en sociale omgeving op de verklaringen
Bij getuigen die de waarheid niet willen spreken (b) maakt Gross duidelijk dat deze getuigen een
belang kunnen hebben bij het afleggen van een valse getuigenis of het geven van een vals alibi. Dit
omwille dat ze de verdachte in bescherming willen nemen en iemand anders de schuld in zijn
schoenen duwen. Of juist omgekeerd: men wil de verdachte van nog meer beschuldigen dat wat hij
werkelijk heeft gedaan.
Gross schenkt grote aandacht aan het verhoor van de verdachte. Wie het verhoor goed wil doen:
- Moet hem zonder angst, rustig, vol zelfvertrouwen en goed voorbereid tegemoet treden
- Moet zich in hem, zijn persoon kunnen verdiepen
- Moet niet verwachten dat iemand onmiddellijk zal gaan bekennen over vertellen wat er
gebeurd is. Zij hebben immers tal van reden om dit niet te doen zoals schaamte, normbesef,
vrees voor de gevolgen etc.
Maar de verdachte moet beseffen dat de verhoorder heel goed het dossier kent. Maar er kunnen
zich nog altijd problemen tijdens het verhoor voordoen: simulatie van ziektes of pijn, gespeelde
hardhorendheid of epilepsie, plotse onmacht of voorgewende domheid.
4. DE KRIMINALPSYCHOLOGIE VAN HANS GROSS
Dit is het boek dat verscheen in 1898 met uitgangspunten als dat er een verregaande samenhang
bestaat tussen de psychische werkzaamheid en de psychologie van enerzijds de rechter en de
psychische werkzaamheid en de psychologie van anderzijds degene die wordt verhoord.
Het andere uitgangspunt is dat misdaad zeker ook in objectieve zin bestaat, maar dat wij haar slecht
kennen door middel van de waarnemingen en de bijhorende verklaringen van politiemensen,
rechters, getuigen, verdachten en deskundigen.µ
Het eerste deel van het boek schrijft neer hoe strafrechters zich moeten gedragen, wat ze moeten
weten, kunnen en beseffen.
- De deugden waarover rechters moeten beschikken: geduld, vertrouwen, nieuwsgierigheid en
discipline
- Het belang van mensenkennis voor rechters: zij moeten weet hebben van ondeugden,
gemoedstoestanden en van het uiterlijk van mensen
- Hoe belangrijk het is dat rechters ook verstand hebben van logica en argumentatieleer
In het tweede deel behandelt hij de menselijke waarneming, het menselijk geheugen en de
menselijke spraak. Daarnaast ook de differentiële psychologie van de waarneming: de
bijzonderheden van waarneming bij mannen, vrouwen, bejaarden en kinderen. Tot slot gaat hij in op
allerlei andere factoren die bij de waarneming een rol kunnen spelen, zoals de gewoonte, de
vooringenomenheid, het bijgeloof en de zinsbegoocheling.
4