In de samenvatting staan de volgende delen van de boeken.
Healthy ageing: 1.1, 1.2, 1.3, 1.3.1, 1.4, 1.5, hoofdstuk 10 (215 t/m 237). Gezondheidsbevordering en leefstijl: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 3.1. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: 1.1, 1.2 (tm stukje model van planm...
Samenvatting en aantekeningen Healthy Ageing & gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering m.b.t het tentamen ‘interventie gezond leven’, gezondheidsadvies, gezondheidsvoorlichting
Samenvatting Healthy ageing - Leefstijl en Gezondheid
Tout pour ce livre (12)
École, étude et sujet
Hogeschool InHolland (InHolland)
HBO Sportkunde
Gezondheid En Leefstijl
Tous les documents sur ce sujet (13)
Vendeur
S'abonner
melissazo
Avis reçus
Aperçu du contenu
Healthy ageing.
§1.2 Wat is healthy ageing?
Healthy ageing wordt door instanties op uiteenlopende manieren gedefinieerd, dit zijn 2 definities
van toonaangevende instanties:
1) World Health Organization (WHO): ‘healthy ageing is the process of developing and maintaining
of the functional ability that enables well-being in older age’. Het ontwikkelen en in stand houden
van de functionele mogelijkheid voor welzijn op hogere leeftijd staat dus centraal. Het einddoel
is dus welzijn, wat geluk en tevredenheid omvat.
2) Rijksinstituut van volksgezondheid en milieu (RIVM): ‘healty ageing is een proces waarin de
kanen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid worden geoptimaliseerd, zodat ouderen
actief aan de samenleving kunnen deelnemen en een onafhankelijk leven kunnen leven’. Het
RIVM benoemd expliciet dat gezond ouder worden niet alleen het voorkomen en uitstellen van
ziekte betreft, maar ook het voorkomen van beperkingen in het functioneren en een goede
kwaliteit van leven.
Healthy ageing wordt dus beschouwd als een proces, dat betekent dat ontwikkeling en uitingen van
gezondheid onderhevig zijn aan veranderingen in de tijd. Deze veranderingen kunnen een interne
oorzaak hebben, maar ook een externe oorzaak.
Healthy ageing is dus een complex proces van interacties tussen genetische eigenschappen,
leefomstandigheden en de leefstijl. Genen, de omgeving en het gedrag bepalen in een complexe
interactie met elkaar hoe een gezonde levensloop vorm krijgt. Dit betekent bijvoorbeeld dat
interventies van gezondheidsprofessionals per levensfase een andere focus heeft; bij een jongere
doelgroep gaat het bijvoorbeeld vooral om het voorkomen en behandelen van een ziekte, bij een
oudere doelgroep gaat het meer om de kwaliteit van het leven. Ook is healthy ageing dus niet de
aan- of afwezigheid van een ziekte, maar vooral het proces dat bijdraagt aan een zo gezond mogelijk
leven. Healthy ageing is dus nog steeds van toepassing als iemand gezondheidsproblemen ervaart, de
centrale vraag binnen healthy ageing is in dit geval dus: ‘hoe kan men, rekening houdend met de
gezondheidsproblemen, zo gezond mogelijk verder leven?’
In beide definities is welzijn het einddoel, het welzijn omvat; het gevoel van geluk, tevredenheid en
zingeving en dus het ervaren van een goede kwaliteit van leven. Het streven naar een zo goed
mogelijke gezondheid niet het doel op zich is, maar het wel een middel kan zijn om het welzijn te
bevorderen. Andere factoren, zoals een sociaal netwerk zijn eveneens belangrijk om dit gevoel tot op
een hoge leeftijd te behouden. Hieronder staat een tabel met deze begrippen en hun omschrijving.
Begrip Omschrijving Welke
uitkomst staat
centraal?
Healthy Het proces waarin de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke Gezondheid
ageing gezondheid worden geoptimaliseerd
Active Het proces van het optimaliseren van gezondheid, participatie en Participatie,
ageing veiligheid om de kwaliteit van leven van mensen te verhogen kwaliteit van
naarmate ze ouder worden leven
Succesful Fysieke, functionele en geestelijke gezondheid, sociale betrokkenheid Welzijn, geluk
ageing
Productive Elke activiteit van een oudere die bijdraagt aan een dienst of product Bijdrage aan
ageing voor de samenleving, betaald of vrijwillig de
samenleving
,§1.3 Gezondheid.
Wanneer we kijken naar de top 10 ziektes in Nederland die de hoogste ziektelast met zich mee, kan
de leefstijl invloed hebben op het vermijden of terugdringen van de ziekte of de ervaren gevolgen
ervan. De afwezigheid van ziekte betekent alleen nog niet dat iemand gezondheid ervaart, hiervoor is
meer nodig. Huber en zijn collega’s hebben een definitie opgesteld van gezondheid: ‘het vermogen
zich aan te passen en zelf de regie te voeren, in het licht van sociale, fysieke en emotionele
uitdagingen van het leven’. Kenmerkend aan deze benadering van gezondheid is de nadruk op
verandering in het leven van mensen en dat gezondheid samenhangt met veerkracht of zelfregie.
- Veerkracht is te zien als het vermogen van mensen om hun weg terug te vinden naar
bronnen die bijdragen aan hun welzijn en dat zij de capaciteit hebben deze bronnen
betekenisvol in te zetten.
Belangrijk bij het woord veerkracht zijn: herstel, behoud, herwinnen, aanpassing en
zelfredzaamheid.
- Zelfregie is het zelf beslissen over het leven met of zonder ondersteuning van anderen, een
belangrijk element hierin is dat mensen zoveel mogelijk zelf bepalen hoe zij hun leven
richting en inhoud geven.
Voor het optimaliseren is het dus van belang dat mensen voldoende veerkrachtig zijn en dat ze zo
veel mogelijk eigenaar zijn van hun eigen proces. Of mensen de regie kunnen voeren, is afhankelijk
van iemand vermogen. Dit vermogen is afhankelijk van fysieke en psychische factoren.
Huber en zijn collega’s onderscheiden 6 dimensies die belangrijk
zijn voor gezondheid:
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Spirituele/ existentiële betekenis
4. Kwaliteit van leven
5. Sociaal-maatschappelijke participatie
6. Dagelijks functioneren
Deze aspecten worden onderverdeeld in aspecten, belangrijke
aspecten van de lichaamsfuncties zijn bijvoorbeeld je gezond
voelen, pijn en fitheid. De dimensies zijn samengebracht in een
‘spinnenweb positieve gezondheid’, deze staat hiernaast. Met dit
spinnenweb kan je inzicht krijgen in iemand
gezondheidsoppervlakte (= het gebied dat ontstaat als iemand op alle dimensies een score heeft), de
bedoeling is dat de oppervlakte zo groot mogelijk is. Deze benadering van gezondheid, waarin de
nadruk wordt gelegd op positieve kant van gezondheid en niet de negatieve kant legt veel weerklank
in de praktijk.
§1.3.1 Big Five for a Healthy Life.
De big five for a healthy life betreft: voeding, beweging, slaap, stress/ontspanning en sociale
interactie. Voeding, beweging en slaap worden gezien als lichaamsfuncties, stress en ontspanning
valt onder dagelijks functioneren en sociale interacties valt onder sociaal maatschappelijk
participeren. Wat gezond is en tot een gezond leven leidt, is afhankelijk van de persoon, leeftijd en
context. Ook hangen deze factoren met elkaar samen, uiteraard spelen individuele verschillen
eveneens een rol. Dit alles maakt het onmogelijk om voor alle 5 de factoren tot ‘gouden
standaarden’ te komen.
Om te bepalen wat het optimum is voor een persoon, kan het naast gebruiken van enkele richtlijnen,
al dan niet met behulp van techniek, uitgezocht worden wat voor een individu leidt tot healthy
ageing.
, §1.4 Gezond ouder worden gedurende de levensloop.
Nederlanders worden steeds ouder, maar tussen groepen zijn er grote verschillen in de
levensverwachting. Die verschillen hangen vooral samen met het opleidingsniveau, hoger opgeleide
leven aanzienlijk langer. Verschillen in leefstijl kunnen deze verschillen verklaren, voor sommige
groepen valt winst in levensjaren te behalen mits de levensstijl wordt aangepast. Ook de gezondheid
van Nederlanders is verbeterd, tegenwoordig zijn ouderen zijn nu vaak veel gezonder en vitaler dan
hun ouders op die leeftijd. Het te verwachten aantal jaren van functioneel welzijn wordt ook wel de
life expectancy (ALE) genoemd. Een belangrijke factor bij het bepalen van wat gezond is, is de
levensfase waar iemand zich in bevind. Om te bepalen of iemand gezond leeft, moet er dus rekening
gehouden worden met de levensfase.
1.4.1 Levensfasen volgens Erikson.
Een bekende theorie uit de ontwikkelingspsychologie en levenslooppsychologie is de psychosociale
ontwikkelingstheorie van Erikson, Erikson onderscheidt zijn theorie in 8 ontwikkelingsfasen (tabel
hieronder).
Fase Leeftijd Ontwikkelingstaak
Zuigelingenfase Geboorte – 18 maanden Vertrouwen versus wantrouwen
Peuterleeftijd 18 – 3 jaar Autonomie versus schaamte en twijfel
Kleuterleeftijd 3 – 6 jaar Initiatief versus schuldgevoel
Basisschoolleeftijd 6 – 12 jaar Vlijt versus minderwaardigheid
Adolescentie 12 – 18 jaar Identiteit versus indentiteitsverwarring
Vroege volwassenheid 18 – 35 jaar Intimiteit versus isolement
Middelbare volwassenheid 35 – 55-65 jaar Openstaan voor verandering versus
stagnatie
Late volwassenheid 55-65 – de dood Integriteit versus wanhoop
Erikson stelt dat in elke levensfase een soort taak verricht moet worden, deze taak hangt samen met
een ‘crisis’ die ieder mens op moet lossen (bv. een kind op basisschoolleeftijd moet voldoende
zelfvertrouwen hebben om in de adolescentie zijn identiteit te kunnen vormen). Er is kritiek geleverd
op deze indeling, niet iedereen blijkt een crisis te ervaren en niet iedereen doorloopt alle fasen of de
fasen in voorgestelde volgorde.
Per levensfasen en per doel in het kader waarvan je als gezondheidsprofessional een bijdrage kunt
leveren aan healthy ageing, heb je (minder) uitgebreidere indelingen nodig. Voor deze einddoelen
worden gedetailleerde groeigrafieken en gewichtscurven opgesteld (bv. om in te schatten of een
baby voldoende voeding binnenkrijgt). Voor een voorbeeld kijk blz 27 - 28 ‘healthy ageing’.
Naarmate de levensjaren vorderen, blijken steeds meer idiosyncratische factoren (unieke kenmerken
van de persoon en omgeving waarin hij/zij opgroeit) een rol spelen. Zowel de fysieke als
psychosociale groei of aftakeling is in de latere fasen meer afhankelijk van de specifieke levensloop.
Naast levensfasen kunnen gebeurtenissen ook een rol spelen bij healthy ageing, door deze
gebeurtenissen in acht te nemen kunnen professionals gesignaleerde gezondheidsproblemen beter
inschatten en kan zo nodig preventieve of curatieve ondersteuning geboden worden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur melissazo. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.