Verbindend werken 2
Hoofdstuk 1: kijk op de samenleving
1. De huidige economische context: een nieuwe religie?
- Welvaartsparadox
o “Nooit had de westerse mens het zo goed; nooit voelde hij zich zo
slecht.”
- Ondanks materiële welvaart en technologische vooruitgang
Stijging van mentale stoornissen, echtscheidingen, verslavingen en
burn-outs.
- Mogelijke verklaring voor de impact van de sociaal-economische
verandering
o Huidige economische context neoliberalisme
maximale vrijheid van ondernemerschap
Sociale en economische problemen worden via de markt
opgelost (privatisering + vermarkting)
nadruk op eigen verantwoordelijkheid
Het neoliberalisme gaat ervan uit dat alle sociale en
economische problemen via de markt opgelost kunnen
worden. Als de economie groeit zal iedereen, en dus ook de
kwetsbare burgers, er automatisch beter van worden.
Neoliberaal voorbeeld:
Uitkering = hangmat
iedereen die wil werken, kan werken;
werklozen liggen dankzij een uitkering in een hangmat
en willen niet werken;
we kunnen werklozen enkel uit hun hangmat krijgen
door sancties en beperking van de uitkering
2. De risicosamenleving
- = maatschappij die door de zelf in gang gezette ontwikkelingen wordt
geconfronteerd met de risico’s op alle maatschappelijke domeinen
- in vraag stellen van concepten als controleerbaarheid, berekenbaarheid en
mogelijkheid van compensatie van de risico’s
- zelf-gecreëerde onzekerheid
- Vb: vluchtelingencrisis, klimaatopwarming
,2.1. Een wereld van onzekerheid.
- We leven in het westen
o Één van de rijkste samenlevingen met een hoge materiële welvaart.
- Sociale zekerheid in het westen
o Biedt bescherming tegen ziekte, pensionering en werkloosheid.
o Enorme medische vooruitgang
o Risico’s in het leven kunnen we verzekeren: auto, reis, huis,
kinderen, lening,..
- Ondanks welvaart, bescherming en verzekering voelen velen in de
Westerse landen zich onzeker
o De maatschappij is in verandering. Verandering lijkt soms de norm
te zijn.
o Snelle verandering onzekerheid over toekomst
o We moeten constant keuzes maken, zonder zeker te kunnen weten
of dit de juiste is.
2.2. De wereld als mondiale risicomaatschappij
- Begrip risicomaatschappij
o Een maatschappij die door de zelf in gang gezette ontwikkelingen,
zoals groet natuurrapen en terrorisme, wordt geconfronteerd met
grote risico’s.
o Centraal staat het idee dat we op alle maatschappelijke domeinen
met meer risico’s worden geconfronteerd, die voortvloeien uit het
succes van de moderne tijd.
o De risicomaatschappij betekent het in vraag stellen van concepten
als controleerbaarheid, berekenbaarheid en mogelijkheid van
compensatie van risico’s. We moeten beslissen over de zelf-
gecreëerde onzekerheid als gevolg van het succes van de moderne
tijd.
o Het gaat om de aanpak van mogelijke of volgende catastrofes. De
traditionele instellingen van sociale bescherming kunnen geen
antwoord bieden op deze risico’s. Nieuwe risico's zijn het gevolg van
de voortschrijdende omvorming van de omgeving en de sociale
leefomstandigheden onder invloed van de verwetenschappelijking
van de natuur en van de samenleving.
- Geldolf onderscheidt vier kenmerken van de omvang naar een
mondiale risicomaatschappij te spreken: (zie uitleg in cursus pagina 19
- 20)
1. Het groeiend belang van risicodenken
2. De verschuiving van de sociale strijd
3. De onaangepastheid van de sociale instituties
, 4. De mondialisering van de risico’s
- De risicosamenleving: toepassing: soorten risico’s
1. Ecologische risico’s
o niet meer begrensd in tijd en ruimte
o Schade kan niet meer gecompenseerd worden
o vermarkting + verantwoordelijkheid bij individu
2. Globalisering en sociaaleconomische risico’s
o het risico op armoede, werkloosheid, de sociale uitsluiting van
mensen.
o verantwoordelijkheid bij individu (levenslang leren, aanvullende
verzekering)
o Men voelt zich onzeker over zijn baan, inkomen en toekomst.
o Een job voor het leven is niet langer gegarandeerd op de flexibele
arbeidsmarkt
o Daarnaast worden mensen geconfronteerd met toegenomen eisen
omtrent productiviteit, flexibiliteit en bereikbaarheid, die het
gezinsleven en de levenskwaliteit bij veel mensen onder druk
zetten. Dit geeft risico op armoede, sociale uitsluiting en
werkloosheid.
o Ook armoede is een sociaaleconomisch risico. Bij armoede gaat het
om meer dan alleen maar geldtekort. Armoede is uitsluiting op
verschillende maatschappelijke domeinen. Deze uitsluitingen zijn
verweven en versterken elkaar. Armoede is sterk verbonden met de
plaats op de arbeidsmarkt.
3. Individualiseringsrisico’s
o het meest voelbaar in het huwelijk.
o De individuele keuzevrijheid was nog nooit zo groot. Maar kunnen
kiezen betekent ook moeten kiezen. Met het risico een verkeerde
keuze te maken en de vraag van hoe om te gaan met die risico’s.
Verkeerde keuzes in één domein hebben impact in andere
domeinen.
Zo kan een relatiebreuk leiden tot het verlies van vrienden,
een nieuwe job kan leiden tot een zware impact op het
relatie- en gezinsgebeuren.
o In de maatschappij wordt de nadruk gelegd op individuele risico’s en
verantwoordelijkheid. Ook collectieve risico’s worden
geïndividualiseerd.
4. Migratierisico’s Geldof (Het samengaan van deze transities maakt de
samenleving divers.)
, o Superdiversiteit
o risico’s voor migrant als land dat ontvangt
o migrant is zelf verantwoordelijk voor integratieproces
o Controlerende, sanctionerende en discriminerende aspecten
o Interactief proces
In relatie met ind. en maatschappelijke instellingen
cumulatieve ervaringen
eigen oplossingsstrategie: delinquent gedrag
Bandbreedte
- Boek “Schaarste” van Mullainathan en Shafir (Schaarstementaliteit)
- Bandbreedte is de (mentale) capaciteit om na te denken en beslissingen te
nemen.
o Wie bijvoorbeeld onder druk staat door een gebrek aan geld, heeft
een verminderde bandbreedte.
- Minder zelfcontrole
- Daling IQ
- Armoedeprogramma
- Hoe meer van onze ‘bandbreedte’ wordt ingenomen door bijvoorbeeld
zorgen rondom schulden of kinderen, hoe minder bandbreedte overblijft
voor andere (belangrijke) zaken. Door de dynamiek van schaarste wordt er
dus beslag gelegd op een deel van de mentale bandbreedte, maar ook op
het vermogen tot zelfcontrole
3. Verbindend werken in het sociaal werk
- Het sociaal werk verbindt. Het maakt verbindingen tussen burgers en
dienstverleners, tussen beleidsmakers en sociaal werkers, tussen
beleidsmakers en maatschappelijk kwetsbaren, enz.
- 3 componenten
1. Individueel
o = factoren van lichamelijke, psychologische, relationele of materiële
aard die het functioneren van cliënt en/of functioneren van de cliënt
in relatie met anderen bepalen
o Empowerment paradigma
o ondanks inclusief beleid veel drempels