Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Sociologie - Samenvatting (2021) Macionis, Peper, van der Leun ISBN 9789043040280 €7,99   Ajouter au panier

Resume

Sociologie - Samenvatting (2021) Macionis, Peper, van der Leun ISBN 9789043040280

1 vérifier
 471 vues  24 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Ik heb het tentamen zelf met een 8.2 gehaald met deze samenvatting! Deze samenvatting bestaat uit alle hoofdstukken van het boek 'Sociologie': H1. Wat is sociologie H2. Cultuur H3. Socialisatie H4. Sociale interactie H5. Groepen en organisaties H6. Sociale stratificatie H7. Seksualiteit...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Oui
  • 4 octobre 2021
  • 21
  • 2021/2022
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: maaikewolves • 1 année de cela

reply-writer-avatar

Par: xoNoaa • 1 année de cela

Traduit par Google

Heeehi! Thanks for your positive review <3 Glad to hear the summary helped you:)

avatar-seller
Boek: Sociologie. H1: 'Wat is sociologie?'
- Sociologie= het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving of wel: de kennis van
het samenleven.
- Sociologisch visie/perspectief= de manier van kijken naar de maatschappij en het sociale gedrag
of wel, hoeveel invloed heeft de samenleving op het leven van individuen?
- Sociale integratie= mate van harmonie of disharmonie (conflict) tussen personen of
groeperingen.
- Buitenstaander zijn= het geen deel uitmaken van de dominante groep.
- Etniciteit= een sociaal-culturele identiteit met gezamelijke kenmerken, normen en waarden die
een groep mensen of bevolkingsgroepen verbindt.
- Marginaal= klein/onbelangrijk.
- Mondiaal/globaal perspectief= het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die
onze samenleving daarin inneemt.
- Hoge-inkomenslanden= landen met de hoogste algemene levensstandaard.
- Middeninkomenslanden= landen met een gemiddelde levensstandaard.
- Lage-inkomenslanden= landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm
zijn.
- Positivisme= inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek.
- Moderniteit= sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.
- Modernisering= sociaal veranderingsproces door de industrialisering, industriële revolutie.
- Arbeidsverdeling= een gespecialiseerde economische activiteit.
- Anomie= een situatie waarin een samenleving het individu weinig morele richtlijden te bieden
heeft.
- Rationalisering= Moderniseren; uit zijn vertrouwde leefomgeving stappen en anders kijken naar
de wereld. Tradities worden losgelaten en individualisatie staat centraal.
-

Durkheim doet sociologisch onderzoek naar zelfdoding. Hij concludeert dat je gevoeliger of ongevoeliger
bent voor zelfdoding, afhankelijk van de groep waarin je leeft. Zo hebben rijken, ongehuwde en
alleenstaande een hogere kans op suicïde.



Het sociologisch perspectief kijkt naar hoe datgene wat in de samenleving speelt ons gedrag beïnvloedt.
De samenleving beïnvloedt ons denken, voelen en handelen. Functies / positieve aspecten van het
sociologisch perspectief / de sociologie:



1. We kunnen nagaan wat er wel en niet klopt aan het 'alledaags denken'.
2. Geeft inzicht in de mogelijkheden en hindernissen die wij dagelijks tegenkomen.
3. Levert een actieve bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen.
4. Helpt ons leven in een wereld die zich kenmerkt door diversiteit.

,Er zijn 3 sociologische perspectieven:
1. Structureel functionalisme: de samenleving is een complex systeem dat bestaat uit verschillende
subsystemen die bijdragen aan het functioneren van de samenleving, zoals een school, politiek,
vriendengroep en gezin etc.
2. Conflictsociologie: de samenleving bestaat uit ongelijkheid, waardoor er conflicten ontstaan.
Deze conflicten veroorzaken uiteindelijk verandering.
3. Symbolisch interactionisme: richt zich op sociale interacties tussen mensen in de samenleving en
vooral welke betekenissen zij geven.

(Mills) Sociologische verbeeldingskracht= de manier waarop maatschappelijke ontwikkelingen invloed
hebben op individuele ervaringen.
- Private troubles en public issues: een individueel probleem is terug te leiden uit een
maatschappelijk probleem. Bv. Werkloosheid is een individueel probleem, maar het kan ook
liggen aan de economie.
- Externaliseren: een probleem ontstaatt door de sociale omgeving; maatschappelijke kwesties.
- Depolitiseren: een probleem ontstaat door je eigen schuld.

4 kenmerken van modernisering (door industriële revolutie)
- Verdwijnen van kleine traditionele gemeenschappen, door de explosieve groei van steden.
- Individuele keuzemogelijkheden door politieke veranderingen: vrijheid en rechten van het
individu.
- Grote sociale diversiteit.
- Oriëntatie op tijd en toekomstbewustzijn.

Tönnies onderscheidde traditioneel (gemeinschaft) en modern (gesellschaft)
 Gemeinschaft – traditioneel
 Het groepsbelang staat voor op: saamhorigheid, tradities, schaamte, eer.

 Gesellschaft – modern
 De individuele belangen staan voor op: individuele vrijheid, persoonlijke meningen, ontplooiing
en verantwoordelijkheid en zelf je problemen oplossen. Ook is de solidariteit (iets doen voor de
ander zonder dat je er zelf beter van wordt) afgenomen.




Gevaren voor de moderne samenleving:
- (Tönnies): verminderen/verdwijnen solidariteit door industrialisatie, urbanisatie en commercie.
- (Durkheim): anomie: samenleving biedt het individu weinig collectieve normen en waarden en
iedereen maakt zelf individuele keuzes vanuit eigenbelang. Ook is er een toenemende

, arbeidsverdeling, waarbij organische solidariteit centraal staat: mensen verrichten verschillende
beroepen. De moderne samenleving kenmerkt zich door verschillen.
- (Marx): klassensamenleving & kapitalistische revolutie: macht, geld en uitbuiting staan centraal.
Sociale conflicten zouden leiden tot revolutionaire veranderingen en maatschappelijke
gelijkheid (socialisme).
Max weber: rationalisering: hij vreesde hierdoor veel regels en voorschriften die creativiteit beperkte.




H2 'Cultuur'

- Cultuur= de vorming van de levenswijze van een vorm door de wijzen van denken, handelen,
symbolen en de materiële objecten.
- Immateriële cultuur= ideeën die zijn ontwikkeld door de leden van een samenleving.
- Materiële cultuur= materiële objecten die zijn gecreëerd door de leden van een samenleving.
- Cultuurschok= een gevoel van desoriëntatie als we met een onbekende levenswijze worden
geconfronteerd.
- Natiestaat= een politieke eenheid met een eigen afgebakend/begrenst grondgebied.
- Samenleving= mensen die een bepaald gebied leven en een bepaalde cultuur
gemeenschappelijk hebben.
- Symbool=een verschijnsel dat een bepaalde betekenis heeft die door mensen met dezelfde
culturele achtergrond herkend wordt.
- Taal= een systeem van symbolen dat mensen in staat stelt met elkaar te communiceren.
- Cultuuroverdracht= het proces waarmee een generatie een cultuur doorgeeft aan de volgende
generatie of aan mensen elders.
- Sapir-Whorfthese= mensen zien en begrijpen de wereld door het cultuerele perspectief van de
taal.
- Waarden= cultureel gedefinieerde standaarden die dienen als algemene richtlijnen voor het
maatschappelijk leven. Mensen bepalen hiermee wat wenselijk, goed en mooi is.
- Overtuigingen= specifieke uitspraken die mensen als waar aannemen.
- Belangenconflict= een conflict waarbij 2 strijdende partijen er allebei belang bij hebben om eruit
te komen, omdat ze elkaar bijvoorbeeld later weer nodig hebben.
- Waardenconflict= een conflict bij handelen tussen twee of meerdere waarden die lastig/niet zijn
op te lossen, bijvoorbeeld: abortus en euthanasie. Er botsen verschillende waarden.
- Normen= regels en verwachtingen waarmee een samenleving het gedrag van haar leden
reguleert.
- Mores= normen die we in veel situaties kunnen waarnemen en een grote morele betekenis
hebben.
- Traditionele gebruiken= normen voor routinematige of vluchtige interacties.
- Sociale controle= pogingen van de samenleving om gedrag en gedachten van anderen te
beïnvloeden.
- Anomie= een systeem zonder regels, ofwel: normloosheid.
- Technologie= de kennis die mensen gebruiken om hun bestaan in de buitenwereld vorm te
geven.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xoNoaa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  24x  vendu
  • (1)
  Ajouter